OPENHEID ZONDER NAÏVITEIT
Wat moeten we aan met China? Die vraag lijkt de jongste tijd steeds meer aan de orde. De Amerikaanse president Donald Trump heeft al gekozen voor een radicale ramkoers. Hij vaardigde nieuwe handelstarieven uit, die de eigen industrie en landbouw pijn beginnen te doen. In Europa heerst een meer gemengde aanpak. Enerzijds staan we open voor investeringen met het vele geld dat China verdiend heeft door met ons handel te drijven. Maar anderzijds regeert het wantrouwen: wat voeren de Chinese staatsbedrijven in het schild als ze zich, twee jaar geleden bij ons of nu in Duitsland, in hoogspanningsnetten willen inkopen? En waarom zijn ze zo geïnteresseerd in de Duitse chipfabrikant Leifeld en de Belgische verzekeraar Ageas?
Er was een tijd dat Europa en de Verenigde Staten onderhandelden over een groot handelsblok (TTIP) dat zich tegen de opkomende Chinese economische supermacht teweer kon stellen. Maar dat project kreeg nog voor de komst van Trump lood in de vleugels. Onder de nieuwe president verandert het beleid van tweet tot tweet en is verwarring troef. In Peking wordt niet in jaren, maar in decennia of generaties gedacht. Onder de ongenaakbare leiding van president Xi Jinping legt het de wereld zijn eigen visie op de toekomstige handelsroutes voor. Academici waarschuwen voor een sluipende overname van de economische, militaire en economische macht door de Chinese pletwals.
Zelfs het gerenommeerde tijdschrift The Economist weet niet goed wat te denken over de Chinese ambities. Het uitbouwen met Chinees geld van nieuwe infrastructuur en verbindingswegen te land en ter zee zou in de ruime regio groei en welvaart kunnen brengen. Maar die landen zouden daardoor ook bij China in het krijt kunnen komen te staan en de facto hun onafhankelijkheid verliezen. Misschien is het voor het Westen beter om met China samen te werken en zo zijn dominantie af te zwakken? Maar wat als president Trump de Amerikaanse militaire aanwezigheid in Azië terugschroeft?
Het debat maakt duidelijk hoe snel en hoe grondig de geopolitieke omgeving is gewijzigd. Het Atlantische verbond, militair en economisch, is verzwakt en dobbert van crisis tot crisis. In Europa dreigt de Brexit meer en meer op een harde economische schok af te stevenen. Intussen stoomt China rustig en vastberaden vooruit op zijn eigen, stabiele koers. De zoektocht naar een mix van principiële openheid in de relaties met Peking, maar zonder strategische naïviteit, begint maar pas en wordt doorkruist door de systemische onzekerheid in het Westen. De prijs daarvan, economisch en politiek, zullen we pas veel later kennen.
In Peking wordt niet in jaren, maar in decennia of generaties gedacht