Geen raketten maar kunst
Alle wegen leiden naar kunst bij de Stichting Insel Hombroich, een onklassiek museumpark vlakbij Düsseldorf. Cultuur en natuur smeden er een innig verbond. De locaties zijn uniek: een eiland en een voormalige raketbasis.
Insel Hombroich zelf is al lang geen geheimtip meer, maar een begrip. De Duitse makelaar en verzamelaar KarlHeinrich Müller droomde er dertig jaar geleden van om ‘kunst parallel aan de natuur’ te tonen. Hij kocht een ongetemd natuurgebied voor zijn collectie. In de vallei van oude beken en rivierlopen verrees een museumpark met elf paviljoenen, diep verscholen in het groen.
Insel Hombroich is zowat het tegendeel van een klassieke beeldentuin. De ruwe omgeving heeft een sterke impact op de kunstervaring. De deuren van de paviljoenen staan wagenwijd open. Blaadjes dwarrelen binnen, de seizoenen zijn er voelbaar. De bezoeker wordt uitgedaagd om zonder vooroordelen of voorgekauwde kennis op de kunst af te stappen. Werken van Kurt Schwitters, Yves Klein, Alexander Calder en Medardo Rosso staan tussen Khmerbeelden en tempelwachters uit Cambodja. Verklarende bordjes zoek je tevergeefs.
Voor privéverzamelaars werkte deze excentrieke plek als een aanstekelijk voorbeeld. Zo kan het dus ook, moeten velen gedacht hebben. Maar als oase van stilte en van intens contact met kunst, natuur en architectuur is het ‘moerasmuseum’ een buitenbeentje gebleven.
De Stiftung Hombroich bleef de jongste jaren uitbreiden. Daarvoor werkte ze samen met andere verzamelaars en kunstenaars met naam en faam.
In 1994 werd een voormalige raketbasis, die de Navo gebruikte om er middellangeafstandsraketten te stationeren, toegevoegd aan het domein. Het verweesde gebied, relict van de Koude Oorlog, transformeerde geleidelijk aan tot cultuurpark en experimenteerterrein. Je vindt er een Kirkebyveld, een Sizapaviljoen en een Haus für Musiker, naast een monumentale betonsculptuur van Chillida. Het plateau heeft een andere uitstraling dan de chaotische anarchie van Insel Hombroich. Het wordt gedomineerd door magistrale luchten en vlak boerenland, zover je kan zien, dooraderd door smalle wegeltjes.
Trekpleister is de Langen Foundation. Middenin een waterpartij bouwde de Japanse architect Tadao Ando in 2004 een vederlicht paviljoen, een doos van gepolijst beton, staal en glas. In deze architectuur, pure ruimtekunst op zich, loop je langs trage hellingbanen door de Japancollectie van Viktor en Marianne Langen of door tijdelijke expo’s.
Ook de Duitse kunstenaar Thomas Schütte voegde recentelijk toparchitectuur toe. Zijn Skulpturenhalle, onder een ellipsvormig dak, lijkt als een ufo geland op een imposante locatie. Schütte maakt, behalve machtige sculpturen, al dertig jaar modellen voor imaginaire gebouwen. Dit is zo een van zijn oerbeelden, op grote schaal. De hal dient als archief en documentatiecentrum, maar Schütte ontvangt ook andere beeldhouwers. Deze zomer is het de
De deuren van de paviljoenen staan wagenwijd open. Blaadjes dwarrelen binnen, de seizoenen zijn er voelbaar
beurt aan de jong gestorven Spaanse kunstenaar Juan Muñoz. Zijn beeldend oeuvre, vaak verontrustend en met grote zeggingskracht, krijgt hier een minioverzicht (tot 12/8).