Kom bij ons werken, schreeuwen de scholen
REPORTAGE I Door het lerarentekort hebben studenten uit de lerarenopleiding basisonderwijs in Nederland in een oogwenk een baan. Wat vinden ze daar zelf van? ‘Ik ben wel bang voor de werkdruk.’
AMSTERDAM I Drinkbusjes, goo diebags. Beloftes over videocoa ching, reiskostenvergoeding en extra begeleiding – op een banenmarkt voor vierdejaars studenten uit de pedagogische opleiding voor het basisonderwijs (pabo) in april probeerden schoolbesturen studenten te verleiden bij hen voor de klas te komen staan. ‘Dan stond je met de ene stichting te praten, werd je aan de mouw ge trokken door de volgende: wij hebben meer te bieden’, zegt Yael le den Blijker (21) uit Amersfoort.
Den Blijker gaat werken op de school waar ze haar afstudeersta ge deed. Multicultureel en in de buurt, zoals ze graag wilde. ‘De vi sie van de school sluit goed aan bij wat ik belangrijk vind’, zegt ze. ‘De leerkrachten zijn betrokken, be trouwbaar en optimistisch. Ik ben heel blij dat ik op deze school mag blijven.’ Andere aanbiedingen sloeg ze af.
Hogere salarisschaal
Voor pabostudenten liggen de banen voor het oprapen. Veel lera ren gaan met pensioen en de instroom is niet genoeg om alle va catures op te vullen. Het leraren tekort is zo nijpend dat menige school voor komend schooljaar nog vacatures heeft openstaan. Bij het bestuur van Den Blijker geldt dat bijvoorbeeld voor drie van de dertien scholen. Op 10 juli waren er in Nederland nog 1.262 vacatures niet ingevuld voor komend schooljaar. Hoe kies je dan waar je gaat werken? Welke overwegingen spelen mee?
De Nederlandse krant NRC sprak met net afgestudeerden van de Marnix Academie, een zelfstan dige pabo in Utrecht. Ze begonnen veelal in mei met solliciteren en hadden binnen een paar weken werk – en dat geldt voor vrijwel al hun 130 afgestudeerde jaargeno ten, zeggen ze.
Denize van Essen (24) uit Utrecht deed er haar voordeel mee dat meerdere scholen haar wilden hebben: ze is in een hogere salarisschaal ingedeeld en kan sneller doorstromen. ‘Ik had veel keuze’, zegt ze.
Ze wilde in de multiculturele wijk Overvecht lesgeven aan de bovenbouw. ‘Die populatie ligt mij, ik vind het leuk om les te ge ven aan kinderen van verschillen de achtergronden.’ Ze kreeg vijf aanbiedingen, dat overrompelde haar. ‘Het geeft een goed gevoel dat scholen je willen, maar ik wist niet wat ik eigenlijk aan salaris kon vragen.’ Als ze zich beter had voorbereid, denkt ze, had ze er meer uit kunnen halen. ‘Ik vind dat ze daar op school meer over hadden kunnen vertellen.’
Groeiend tekort
‘Vijf jaar geleden geraakten zelfs de mannen niet aan werk’, zegt Elise van Turennout (23) uit Hilversum. Hoe anders is dat nu: toen zij in mei solliciteerde, waren er bij de stichting waar ze aan de slag gaat wel zes vacatures. Ze zocht een school op fietsafstand, maar niet te dichtbij. ‘Ik wil niet de buurvrouw zijn van mijn leerlingen.’ Het liefst geen groep 7 of 8 (vijfde en zesde leerjaar in Vlaanderen, red.) en wél begeleiding.
Dat is gelukt: ze kreeg groep 6, de vierde klas, op een basisschool in Bussum, met een coach vanuit de stichting, een ‘maatje’ op school en studiedagen voor startende leerkrachten. Ze gaat er twee dagen per week aan de slag. ‘De andere dagen ga ik toegepaste psychologie studeren. Ik wil meer opties hebben dan alleen voor de klas staan. Ik denk niet dat ik dat mijn hele leven wil.’
Omdat het tekort het afgelopen
‘Ik wist niet wat ik aan salaris kon vragen. Ze hadden daar meer over kunnen vertellen’
DENIZE VAN ESSEN Beginnend leerkracht
schooljaar steeds groter werd, hebben veel pabostudenten al zelfstandig voor de klas gestaan. Denize van Essen nam drie maanden groep 7 over van een collega die ziek was. Als zij moest studeren, was de klas vrij of opgedeeld. Ze voelde zich schuldig toen ze voor haar studie drie maanden naar Curaçao ging. ‘Ik liet die kinderen in de steek. Daarna kregen ze allerlei invallers. Het was een speciale school, voor die kinderen is structuur nóg belangrijker. Door mijn vertrek misten ze regelmaat.’
Het tekort speelt niet overal even sterk en was in mei nog niet zo groot. ‘Toen ik ging zoeken in de omgeving van Woerden, vond ik niets’, zegt Isabeau Vogt (21), die er een beetje gestrest van raakte. Pas toen ze een baan had, in juni, ‘stroomden de vacatures binnen’. Het verleidde haar niet tot verder kijken. ‘Ik dacht: ik heb al een school waar ik heel blij mee ben, jullie zijn te laat.’
Veel druk en weinig geld
Hoe is het om een arbeidsmarkt op te gaan die bekendstaat om de hoge werkdruk en het lage salaris? Met dat laatste zijn afgestudeerden nog niet zo bezig. ‘Voor het geld moet je het onderwijs niet ingaan’, zegt Van Turennout.
De werkdruk, dat is een ander verhaal. Het is de reden dat Karynne Schenkel (21) orthopedagogiek gaat studeren. ‘Ik was vaak van halfacht tot halfzes op mijn stageadres’, zegt ze. ‘Onbetaald – een groot nadeel van het onderwijs.’
Met kinderen werken vond ze ‘superleuk’, maar ze zag ook dat opvoeding ‘niet meer thuis, maar vooral op school’ gebeurt. ‘En daar heb ik geen zin in.’ Daar komt nog bij dat ze ook kinderen met gedragsproblemen in de klas had. ‘Ik vind dat de pabo je daar niet goed op voorbereidt.’
En degenen die wel voor de klas gaan staan? ‘Ik heb er heel veel zin in’, zegt Yaelle den Blijker, ‘maar ik ben ook bang voor de werkdruk. Ik laat het maar over me heen komen.’ De pabo heeft er aandacht aan geschonken, veel scholen hebben begeleiding beloofd. In het eerste jaar hoeft een leerkracht in principe geen sportdagen, kerst of Sinterklaas te organiseren.
Maar dat tekort, verzucht Elise van Turennout. ‘Ik moet zorgen dat ik er altijd ben, ik kan niet ziek zijn. Dan is er een probleem: wat moeten we met al die kinderen? Dat verhoogt de werkdruk flink.’
‘Opvoeden gebeurt niet meer thuis, maar op school. Daar had ik geen zin in’
KARYNNE SCHENKEL
Voormalig pabostudente