DE NIET ZO SCHONE LETTEREN
Het treft, net als er opschudding ontstaat over de benoeming van Mia Doornaert als voorzitter van de raad van bestuur van het Vlaams Fonds voor de Letteren (DS 28 juli), werk ik me door stapels dossiers over dat VFL om te beslissen wat er in mijn archief blijft en wat er naar de container kan. Het gaat over lobbyen voor de oprichting van het VFL, het opstellen van statuten, budget en regels voor het bestuur – waarvan ik de eerste jaren vicevoorzitter was. Dat is me niet in dank afgenomen of, beter, het was stank voor dank, ik heb toen verkozen om te zwijgen in het belang van het VFL, een onafhankelijk fonds voor de letteren, meer mogelijkheden voor de schrijvers, internationale aanwezigheid, vertalingen. En dat zonder directe inmenging van de politiek of politieke kliekvorming, maar met een goede financiële ondersteuning.
Dat het VFL ondertussen onomkeerbaar is en succesvol werkt, is een genoegdoening en hoe het er intern aan toe is gegaan, is stof voor mijn memoires.
Ik reageer nu toch, omdat ik in de heibel de fraseologie herken die ook tegenover mij werd gebruikt met oneigenlijke argumenten omtrent sekse, titel en overtuiging. Als voorzitter van het PENcentrum voor Vlaanderen heb ik Mia Doornaert één keer uitgenodigd om deel te nemen aan een PENdispuut, verder heb ik haar nooit ontmoet, maar ik lees haar columns. Soms ben ik het eens, bijvoorbeeld over de positie van de vrouwen en het belang van de taal. Soms ben ik het oneens, bijvoorbeeld als er een zeker de dain doorklinkt in haar afwijzing van invloeden en kunstvormen die niet de hare zijn. Maar ik respecteer haar vrijheid en haar integriteit. Als ‘de barones’ nu vanwege een politieke demarche wordt uitgemaakt voor ‘lege doos’ en ‘racist’ en ongeschikt wordt bevonden voor de functie van voorzitter van de raad van bestuur van het VFL omdat zij uithaalt naar iemand die haar laaghartig aanvalt – waarvoor zij zich ondertussen en terecht heeft geëxcuseerd – dan denk ik: ga jullie een beetje schamen!
Het enige valabele argument voor deze betwistbare aanstelling is dat niet de politiek, maar de raad van bestuur de voorzitter kiest. De huidige raad is aftredend, de nieuwe raad wordt in september samengesteld, kunnen we zolang de kandidaat die de opdracht op zich wil nemen, respecteren? Politieke invloed is gebruikelijk, zowel voor ‘links’ als voor ‘rechts’, maar laten we het netjes houden. Wat mij betreft, met enige ervaring in de materie, is Mia Doornaert welzeker geschikt voor de opdracht. En voor de opgewonden standjes die het alweer ‘op de vrouw spelen’, maak jullie eens druk over het statuut van de auteur of over het leenrecht, en sta op jullie strepen voor een goed taal en literatuuronderwijs. Dat levert vast meer op dan gekift zonder uitkomst.