‘Medische charlatans worden zomaar gedoogd’
Door een gebrek aan middelen en juridische onzekerheid geldt in ons land een gedoogbeleid voor onwettige uitoefening van de geneeskunde. Ondanks 35 lopende onderzoeken.
BRUSSEL I Eind mei schreef deze krant al dat de parketten van Limburg en WestVlaanderen een onderzoek voeren naar twaalf pseudopsychologen (DS 28 mei). Het gaat om coaches die zonder relevante diploma’s ernstige ziektes als depressie of verslavingen behandelen met pseudowetenschappelijke therapieën. Na de publicatie van dat artikel opende ook het parket van Antwerpen een onderzoek naar 23 dergelijke coaches. De teller staat nu dus op 35.
Dat zoveel onderzoeken lopen, is uitzonderlijk. Uit cijfers die deze krant opvroeg bij het parketgeneraal, blijkt dat de onwettige uitoefening van de geneeskunde allerminst een prioriteit is bij het openbaar ministerie.
In de voorbije tien jaar werden in Vlaanderen 109 zaken geopend tegen het ‘onwettig uitoefenen van de artsenijkunde’. Gemiddeld gaat het dus over nog geen elf zaken per jaar. ‘Dat aantal is zeer laag’, zegt professor medisch recht Steven Lierman van de KU Leuven en Universiteit Antwerpen. ‘Bovendien gaat het over een amalgaam van verschillende situaties. Het kan bijvoorbeeld ook gaan over een kinesitherapeut of een arts die iets doet buiten zijn wettelijke takenpakket. Het aantal onderzoeken naar coaches die zonder relevant diploma diagnoses stellen of erkende ziektes behandelen, ligt zeker nog lager.’
Dat het parket op eigen initiatief weinig onderzoek doet naar onwettige uitoefening van de geneeskunde, mag niet verbazen, want de taak om dat op te sporen ligt niet bij hen. Daarvoor zijn de Provinciale Geneeskundige Commissies (PGC’s) verantwoordelijk en zij blijven in gebreke.
Onvoldoende middelen
‘De PGC’s hebben een zwaar takenpakket’, zegt Lierman. ‘Ze controleren de wachtdiensten, gaan na of artsen fysiek en psychisch geschikt zijn en moeten erop toezien dat zorgbeoefenaars de maatregelen van de minister van Volks gezondheid uitvoeren. Daarbovenop komt het opsporen van de onwettige uitoefening van de geneeskunde.’
Uit gesprekken met verschillende medewerkers van die PGC’s blijkt dat die taak minimaal wordt ingevuld. ‘We behandelen klachten die ons worden aangereikt, maar gaan zelf niet actief op zoek’, zegt een PGCmedewerker anoniem. ‘Nochtans zegt de wet dat ze onwettige uitoefening moeten opsporen. Dat is dus niet gewoon klachten ontvangen en onderzoeken’, meent Lierman.
In elke PGC zetelen twee perso
‘We behandelen klachten die ons worden aangereikt, maar gaan zelf niet actief op zoek naar onwettige geneeskunde’
Medewerker van een Provinciale Geneeskundige Commissie
nen van elk zorgberoep: artsen, apothekers, tandartsen ... Dat zijn mensen die voltijds hun job uitoefenen en een keer per maand samenkomen voor een commissievergadering. Zij worden per provincie slechts door één administratieve medewerker ondersteund.
‘We hebben dan ook niet de middelen om onwettige geneeskunde op te sporen, al zou dat wenselijk zijn’, zegt een van die medewerkers. Een collega uit een andere provincie beaamt: ‘We hebben geen tijd om bijvoorbeeld op het internet op zoek te gaan naar zulke gevallen.’
Wet blijft onuitgevoerd
Voor professor Lierman gaat het probleem verder dan dat. Hij wijst op een wet uit 1999 over nietconventionele praktijken zoals homeopathie, osteopathie, chiropraxie en acupunctuur. Die wet is vandaag nog altijd niet volledig uitgevoerd. Ze erkent geenszins de wetenschappelijke doeltreffendheid van die praktijken. Daarover bestaat nog altijd ernstige twijfel. Ze wilde wel patiënten die zo’n alternatieve behandeling toch wensen een minimum aan bescherming bieden. Zij vallen namelijk niet onder het patiëntenrecht, omdat die praktijken meestal niet worden aangeboden door een erkende arts of psycholoog.
Om die minimale bescherming mogelijk te maken, voorziet de wet in een registratieprocedure voor de therapeuten die zulke methodes aanbieden. ‘Maar negentien jaar na datum zijn er nog altijd geen registraties mogelijk. Behalve voor homeopathie, maar dan alleen voor erkende zorgbeoefenaars’, zegt Lierman. ‘Dat heeft aan de bestaande situatie dus niets veranderd.’
‘Mutualiteiten betalen die behandelingen soms terug en een groot deel van de bevolking wenst er een beroep op te doen. Toch blijven die praktijken vaak onwettig. Door die ambiguïteit valt een terughoudendheid van PGC’s en parketten te begrijpen. Het is onwettig, maar er is duidelijk een gedoogbeleid.’