Nieuwe wijn, oude zwartzakken
ROCK SHADOWPARTY Shadowparty Mute ¨¨¨èè
Is er nog honger naar de sound van de jaren 80? Shadowparty kondigt zich aan als een supergroep in die sfeer, met leden van Devo, New Order, The Verve en Primal Scream. Zoveel ervaring laat zich gelden: koele baslijnen, efficiënte melodielijnen, het nodige gothicgevoel in de samenzang en een feest van syntheffectjes zullen iedereen die bij dit stijlboek zweert, voldoende herkenning bezorgen. Om erin mee te gaan moet u de clichés wel aanvaarden. In de poppy single ‘Celebrate’ liggen die er te dik op, de radioknieval is groot. Verderop gaat deze band van veteranen meer voor het eigen plezier, en dat loont. ‘Reverse the curse’ verbindt een mechanische groove met hese, donkere zang en een kordaat refrein. ‘Marigold’ is vroege New Order. ‘Present tense’ is r&bpop in eighties stijl. ‘Even so’ zinkt ruimtelijk weg in een industriëlesymfonische sfeer. ‘The valley’ is een catchy, potige rocksong. Deze plaat is strak en gevarieerd, maar niet stijlvast. PETER VANTYGHEM
REGGAE PROTOJE
A matter of time Mr. Bongo ¨¨¨èè
Het vijfde album van Oje Ken Ollivierre, aka Protoje, aka zoon van Lorna Bennett, begint veelbelovend met ‘Flames’, een onbestemde fusie van hiphop, electronica en dancehall, en de raps van Chronixx erbovenop. Die lijn wordt helaas niet doorgetrokken, de rest van de plaat zweert bij meer traditionele riddims. Protoje, een man met een verleidelijke tenor en een goeie melodie in de vingers, heeft wel zo’n klassieke achtergrond, maar zijn beste momenten in het verleden waren toch meestal diegene waar hij wat verder ging. Zijn raps zijn beleefd, zijn gebruik van autotune wil te duidelijk modieus zijn zonder dat daar persoonlijkheid bij komt. ‘Like this’ is reggaepop voor een brede radiospreidstand, ‘A matter of time’ zoekt zijn heil in een glad breakbeatje, en iets van een zonevreemd effectje. Dan liever ‘Truths & rights’, dat zoals ‘Camera show’ dichter bij rootsreggae aanleunt en daar diepgang bij wint. Protoje speelt het veilig, het kan spannender. (vpb)
DANCEHALL SANTIGOLD I don’t want Downtown Records ¨¨¨èè
‘You can keep your cat call and get out of my way’, zingt Santi White op ‘Coo coo coo’. De heerlijke opener zet de toon, want zelfs van #MeToo maakt de 41jarige Amerikaanse een zomers deuntje.
I don’t want is opgevat als een mixtape: White schreef de nummers en nam ze in één vlotte haal op tijdens haar zwangerschap, met hulp van dancehallproducer Dre Skull. Het Jamaicaanse genre had altijd al plaats bij Santigold, maar nooit verkende ze het zo expliciet: ‘Don’t blame me’ en ‘Wha’ you feel like’ konden van Rihanna zijn. Maar op den duur gaan we ook naar Riri’s unieke stijl verlangen. Skull naait de nummers aan elkaar met kermisgeluidjes, en White lijkt vaak een improviserende MC. ‘Valley of the dolls’ heeft een uitstekende hook, maar kabbelt verder doelloos op een reggaevibe. I don’t want klinkt daardoor soms vederlicht naast Whites vorige werk.
Maar hé: u moet toch íéts opzetten terwijl u pina colada’s drinkt aan het zwembad? (ndl)
RAP DENZEL CURRY Ta1300 Loma vista ¨¨¨èè
De nieuwe generatie Soundcloudrappers heeft geen goeie reputatie. XXXTentacion werd doodgeschoten, Lil Peep overleed na een overdosis Xanax en Lil Pump rapt de meest hersenloze refreinen sinds ‘De Kabouterdans’. Maar Curry (23) breekt het stigma: hij klauwde zijn weg van het gratis streamingplatform naar de grote jongens niet met controverse, maar met doordachte raps.
Op ‘Sirens’ vergelijkt hij de zwarte haat jegens de politie met de mannenhaat van een verkrachte vrouw – een verknipte metafoor, maar ook Curry’s broer kwam om bij politiegeweld. Ook van ‘Percz’ druipt een Vince Staplesachtige woede: daarin neemt hij zijn aan kalmeermiddelen verslaafde collega’s genadeloos onder vuur. Nummers als ‘Sumo’ of ‘Super Saiyan Superman’ drijven op flauwe woordspelingen en gepoch, maar in ‘Switch it up’ zit een veelbelovende flow die in de nieuwe rapgeneratie niet minder dan een verademing is. (ndl)
JAZZ SULLIVAN FORTNER Moments preserved Impulse ¨¨¨èè
Niet te verwonderen dat Cécile McLorin Salvant hem op de hoes zoveel lof toezwaait. Net als de veelgeprezen zangeres staat pianist Sullivan Fortner met zijn beide voeten stevig in de traditie. Dat hoort u hier het best in covers van klassiekers als ‘In a sentimental mood’ of ‘Just in time’. Maar ook in zijn eigen composities klinkt Fortner traditioneel: ‘Pep talk’ en ‘Barbara’s strut’ zijn neobop van het zuiverste water. ‘New port’ heeft dan weer een calypsosmaakje. Fortner dist het in trio op met een ongedwongen virtuositeit en dartele frisheid. Op twee stukken komt Roy Hargrove meespelen, de trompettist aan wiens zijde Fortner naam maakte. Twee keer speelt Fortner helemaal alleen. Het meest bijzonder is ‘Fantasy’, een cover van Earth, Wind & Fire die u pas na een paar luisterbeurten zult herkennen.
Moments preserved is mooie mainstreamjazz van nog maar eens een talent uit New Orleans. (pdb)
BLUES SHEMAKIA COPELAND America’s child Alligator ¨¨¨¨è
De dochter van Johnny Copeland probeert op haar achtste album uit de beperkingen van blues te stappen. Met producer Will Kimbrough, die ook fors gitaar speelt, gaat ze op reis in country, soul, bluesrock. Ze verwelkomt ook een heleboel gasten, zoals Rhiannon Giddens, Emmylou Harris, John Prine en Steve Cropper. Dat is een beetje veel afleiding om nog persoonlijk te kunnen zijn, maar Copeland heeft een geweldige, zelfbewuste stem en ze kiest haar songs en medestanders vanuit haar vragen over identiteit, de natie en de stand van de wereld. ‘Smoked ham & peaches’ is een prachtig moment van black country, met Giddens op Afrikaanse banjo. Hoe ze het trotse ‘I’m not like everybody else’ van The Kinks naar haar gospelhand zet, zal Ray Davies plezier doen. Het titelnummer (van Mary Gauthier) steunt op een groove uit New Orleans die diversiteit propageert. ‘Blood of the blues’ is black power op zijn best. Geen nieuw geluid, maar wel essentieel. (vpb)
KLASSIEK BENEVOLO: MISSA SI DEUS PRO NOBIS Le Concert Spirituel o.l.v. Hervé Niquet Alpha ¨¨¨èè
De naam Orazio Benevolo was ons onbekend. De twee meest gezaghebbende muziekencyclopedieën vertellen weinig meer dan dat zijn vader patissier was en dat zijn naam valt als er een grote, langgerekte partituur opgeduikeld wordt. Dat laatste is relevant, want als belangrijkste barokcomponist van de Romeinse meerkorigheid schreef Benevoli steevast voor giganteske bezettingen die zich niet zomaar op een A4’tje laten stencilen. Hervé Niquet en zijn orkest breken een lans voor Benevolo’s feestelijk spatiale mismuziek, en wat opvalt in hun vertolking is niet zozeer de monumentaliteit van de optelsom aan koortjes, maar de vlotte levendigheid waarmee deze componist de ruimte inpalmt. De Missa Si Deus pro nobis – hier voor het eerst op cd – is geen meesterwerk, wel een knap geschakeerde compositie vol wendingen. Ook best attractief is het weelderige ‘Magnificat’, waarvan de vocale scherpte helaas getemperd wordt door al te pafferige orgelbassen. (tjb)