Ode aan Gala Dalí
De muze mag eindelijk uit de kast
De Grieken hadden negen muzen, voor elke kunsttak eentje – dat was netjes verdeeld als ministersposten in een regering. Ondertussen is het beroep van ‘muze’ er iets veelzijdiger op geworden.
Soms volstaat het om een volhardend socialite te zijn, zoals Edie Sedgwick, die niet weg te slaan was uit The Factory van Andy Warhol.
Heel vaak is de muze iemand die gewillig poseert en dus strikt genomen een model is. In het geval van mevrouw Paul Cézanne is het woord ‘gewillig’ misschien slecht gekozen. Op tal van portretten kijkt ze zo bars alsof ze ‘vandaag niet, ik heb hoofdpijn’ zit te denken.
Veel regisseurs noemen hun geprefereerde uitvoerders een muze. Georg Balanchine maakte zijn bekendste balletten voor Suzanne Farrell, die hij zijn ‘albasten prinses’ noemde.
De ware muze heeft nog meer in petto. Ze is een compagnon de route die inspireert en motiveert. Ze brengt leven in de brouwerij en doet gedachten op hol slaan. Met haar bezieling haalt ze het beste uit de kunstenaar naar boven. Ze verleidt, maakt gek en betovert.
Aan de leiband
Gala, de wederhelft van Salvador Dalí, was zo iemand. Hoewel ze een flamboyant koppel vormden, is haar rol vaak geminimaliseerd. Meermaals werd ze bekritiseerd als de duivelin die haar man aan de leiband hield. Lang was ze ‘de vrouw van’. Het beeld van wie ze was, wordt nu onthuld. In het Museu Nacional d’Art de Catalunya (MNAC) in Barcelona krijgt ze voor het eerst een tentoonstelling die op haar focust.
Het was haar eerste echtgenoot, de dichter Paul Éluard, die voor haar de naam Gala bedacht. Dat lag heel wat makkelijker in de mond dan Elena Diakonova (ze was in 1894 geboren in Kazan). In 1929 liet ze hem en Parijs achter zich om met de Catalaanse nobody Dalí samen te leven. Tot haar dood in 1982 zou ze bij hem blijven.
Voor de curator van het MNAC, Estrella de Diego, zit daar het bewijs dat de karikatuur van Gala als poenpakker en streber niet klopt. Waarom liet ze anders het kunstmilieu achter zich waarin ze zo goed ingeburgerd was? De Diego is ervan overtuigd dat Gala meer was dan mooi en ambitieus, en dat ze meer in de aanbieding had dan haar mysterieuze Russische aura.
De perstekst typeert Gala als een vrouw die veel las, schreef en surrealistische objecten maakte. Ze ontwierp zelf kleren – het woord ‘galakleding’ is hier niet ijdel gebruikt. Het museum exposeert veel foto’s waarvoor Gala poseerde, van Man Ray, Brassaï en Cecil Beaton. Ze staat ook op schilderijen van Max Ernst.
Coauteur
Uiteraard is dit voor een deel ook een Dalítentoonstelling. Gala komt voor op tal van zijn spraakmakende schilderijen, zoals de Madonna van Port Lligat of Eén seconde voor het ontwaken uit een droom veroorzaakt door een vliegende bij rond een granaatappel. Of er zijn portretten waarop hij haar liefdevol enkele koteletjes op de schouder schildert of haar afbeeldt met opkomende symptomen van een neushoorn.
Het punt dat de tentoonstelling maakt, is dat Gala coauteur was van dit oeuvre. In de latere fase van zijn leven honoreerde Dalí haar inbreng en ondertekenden ze samen met ‘GalaSalvador Dalí’. In de perstekst zegt Estrella de Diego: ‘Gala creëerde haar eigen imago en bepaalde zelf hoe ze op de schilderijen in beeld zou komen. Zo lag ze aan de basis van het beeld dat hij ontwierp. Ze was deelgenoot van het concept “de artiest als kunstwerk’’, dat Dalí nastreefde.’
Geschiedenis herschrijven
De kunstgeschiedenis wordt stilaan herschreven vanuit een vrouwvriendelijker perspectief. Een feministe als Germaine Greer deed dat enkele jaren geleden nog door de inbreng van de partners te herinterpreteren. Ze noemde Gala de übermuze van de twintigste eeuw. ‘Na haar heengaan was Dalí’s verbazingwekkende creativiteit uitgedoofd’, schreef ze. Versta: zonder de brandstof van de vrouw rijdt het karretje niet ver meer. Wie weet had de man op zijn 78 zijn beste jaren wel achter zich.
De recentste demarches om de kunsthistorie te herbekijken, gooien het over een andere boeg. Ze erkennen simpelweg iemands talent. Dat is wat Barcelona momenteel doet met Gala. Hetzelfde gebeurde met de beeldhouwster Camille Claudel, wier werk steeds overschaduwd werd door Auguste Rodin. Dit voorjaar kreeg ze in NogentsurSeine haar eigen museum. Omdat haar werk de moeite is.
‘Gala creëerde haar eigen imago en bepaalde zelf hoe ze op de schilderijen in beeld zou komen’