Door de bomen het plein niet zien
Het vernieuwde Operaplein in Antwerpen zou niet ‘groen’ genoeg zijn. JAN VILAIN noemt de commotie voorbarig. Leegte mag.
Half juli werd in Antwerpen het vernieuwde Operaplein opengesteld voor het publiek. Twee weken later tekenden al 6.000 mensen een petitie om het plein te vergroenen. Elke burger heeft recht op een gezonde, veilige, aantrekkelijke en uitnodigende leefomgeving. Dat bomen en openbaar groen daar deel van moeten uitmaken, is evident. Groen geeft verkoeling en mildert de effecten van hittestress. Door niet elke vierkante meter te verharden, kan hemelwater in de bodem doordringen zodat droogteperiodes minder catastrofaal zijn. Zomers zoals deze drukken ons met de neus op de feiten: zonder groen in de steden gaan we het niet redden. Het is dan ook niet verwonderlijk dat een snelle blik op het nieuwe Operaplein vragen doet rijzen. De eerste indruk is een stenen vlakte waarin nauwelijks een boom te bespeuren valt. Het grote, lege niets.
Het Operaplein nu al als voltooid presenteren was ongelukkig. Een plein is pas af als het verbonden is met zijn omgeving en zo kan functioneren. Dat is bij het Operaplein, aan weerszijden begrensd door een lelijke werf, nog niet het geval. Er rijden geen trams of fietsers, voetgangers moeten tussen de werfhekken laveren, het metrostation en de ondergrondse parking zijn nog niet in gebruik. De enkele bomen die er staan, hebben het al begeven. Niet te verwonderen dat burgers daar vragen bij stellen.
Laten we het plein eens in breder perspectief bekijken. In 1999 werden de eerste lijnen op papier gezet voor de vernieuwing van de zuidelijke Leien. Toen al was het de bedoeling om op termijn ook het resterende deel van de Leien om te vormen. Volgend jaar bereikt ‘de werf van de eeuw’ haar eindfase en zullen de Leien over een periode van dertig jaar getransformeerd zijn tot een groene boulevard van vijf kilometer lang midden in de stad. Daarin vormt het Operaplein een scharnierpunt op de as Centraal Station-Grote Markt, naast de Rooseveltplaats en boven het vernieuwde metrostation Opera. De onmiddellijke omgeving van het plein is zo het grootste openbaarvervoerknooppunt van Vlaanderen. Het is ook de enige plaats waar nog omvangrijke resten van de Spaanse omwalling (de zestiende-eeuwse stadsmuur) onder de Leien bewaard zijn gebleven. Dat maakt dat de ruimte zowel boven- als ondergronds aan heel veel eisen en behoeften moet voldoen.
Voortschrijdend inzicht
In zulke complexe projecten moeten keuzes worden gemaakt. In 2004 koos het stadsbestuur ervoor om de mobiliteitsknoop te ontwarren, zodat de bovengrondse ruimte teruggegeven kon worden aan voetgangers en fietsers, aan toeristen, reizigers en shoppers, aan een evenwichtig plein dat De Keyserlei en Meir opnieuw aan elkaar koppelt, een platform waarop het historische Operagebouw weer tot zijn recht komt.
Bij grootschalige en langlopende projecten zijn keuzes die tijdens de ontwerpfase zijn gemaakt, bij de uitvoering soms al achterhaald. Toen het ontwerp werd gemaakt, kon niemand vermoeden dat Antwerpen vijftien jaar later vol deelfietsen en deelauto’s zou rijden en dat de volledige stadskern een zone 30 en lageemissiezone zou worden.
Alle prognoses wijzen erop dat het private autobezit in steden zal afnemen, waardoor er minder parkeerplaatsen nodig zijn. Was dat inzicht er toen al geweest, dan was er onder het Operaplein allicht geen of een veel kleinere ondergrondse parking gekomen, zodat er volwaardige wortelruimte voor bomen was geweest. Dat die er niet zijn gekomen, kun je de ontwerper niet kwalijk nemen. Architect Manuel de Solà-Morales Rubio was visionair, maar hij had
Toen het nieuwe Operaplein werd ontworpen, kon niemand vermoeden dat Antwerpen vijftien jaar later vol deelfietsen en deelauto’s zou rijden
geen glazen bol. Een oplossing van de mobiliteitsknoop en de integratie van de stadswallen kreeg voorrang op groenvoorziening. Duidelijke keuzes zijn altijd beter dan halfslachtige compromissen. Bovendien zullen op de rest van de Leien meer bomen staan dan ooit tevoren.
Visueel rustpunt
Het Operaplein is veel meer dan een karikaturale ‘grijze betonvlakte’. De kwaliteit van een plein bestaat niet enkel uit de aanwezigheid van bomen. Het nieuwe Operaplein kreeg een eigen identiteit met een natuursteenverharding in subtiele grijsnuances, met verlichtingsarmaturen en zitbanken die nergens anders in de stad voorkomen en vooral door zijn sobere, ingetogen leegte.
Elke stad heeft nood aan stedelijke pleinen. Grote open plekken die ruimte bieden voor evenementen en manifestaties, waar gebouwen en zichtassen tot hun recht komen. Antwerpen heeft weinig van die grote plekken die ruimte en openheid in het stadsbeeld brengen. De Grote Markt en het Theaterplein staan met stip bovenaan. De Groenplaats, het Astridplein en het Sint-Jansplein zijn uitgestrekt maar verrommeld. De vernieuwing van de Gedempte Zuiderdokken valt af te wachten. Daarom mag het Operaplein ‘leeg’ zijn. De soberheid is een verademing en vormt een visueel rustpunt in de hectische omgeving.
Maakt dit van het Operaplein een toonbeeld van hedendaagse pleinarchitectuur? Sommige dingen hadden zeker beter gekund. De lage zitbanken zonder leuningen zijn niet gebruiksvriendelijk voor oudere mensen. En lage betonnen elementen trekken skaters aan. Afwachten hoe gaaf die banken er over een jaar uitzien.
De nagenoeg obstakelvrije leegte van het plein is een zegen voor blinden en slechtzienden. Maar het gebrek aan duidelijke kleurcontrasten en geleidelijnen maakt het voor hen moeilijk om zich te oriënteren. Door de verdiepte ligging van de rijweg met hoge boordstenen kunnen rolstoelgebruikers maar ook wie met een kinderwagen, rollator of trolley wandelt, moeilijk oversteken. En de bomen in volle zomer planten was niet verstandig. Toch is het eindoordeel zonder meer positief. Het Operaplein is een enorme vooruitgang tegenover de vroegere verkeersbarrière die er lag.
De heraanleg van een openbare ruimte evalueer je na een jaar, wanneer mensen ze hebben leren gebruiken. Na tien jaar, om te kijken of de oorspronkelijke intenties overeind blijven. En na dertig jaar om te kijken of ze de tand des tijds heeft doorstaan. Maar niet twee weken na de oplevering. Antwerpen moet zonder twijfel meer investeren in stedelijk groen, maar dat hoeft niet noodzakelijk op het Operaplein te komen.