De toeristen durven nogal, zo mijn Anspachlaan afpakken
‘Die verdomde toeristen’, denk ik wanneer ik het artikel ‘Wordt Brussel-centrum stilaan ‘tourists only’? (DS 30 juli) lees. Ik kap nog snel m’n koffie binnen en vervolg m’n ochtendlijke routine, wat niet meer is dan me naar mijn werk, wat verderop in de straat, te haasten. Tussen de grote stappen door bedenk ik dat het zonde is dat cinema Actor’s Studio zijn deuren moest sluiten. Hier is een bekentenis op z’n plaats. Ik had er nog nooit van gehoord. Toch woon ik maar een paar straten verder. Dan maar een korte bevraging bij de collega’s. Ook hier blijkt niemand de cinema te kennen. Toch was het duidelijk: allemaal de schuld van de toeristen.
Die verdomde toeristen stonden volgens Bruzz vorig jaar in voor 7.000.000 overnachtingen. Vergeleken met Amsterdam (meer dan 18.000.000 toeristen) is dat klein bier. Amsterdamse toestanden moeten we niet vrezen. En Brussel is Brugge niet. Ze is het economische hart van dit land, een cultureel baken met veel architecturale pracht. Daarbovenop is ze niet enkel de hoofdstad van België, maar is ze dat ook voor alle Europeanen. Dat mag toch eens bezocht worden.
Die verdomde toeristen, denk ik terwijl ik ’s middags langs het Zaterdagplein loop. Wat jammer te horen dat de heropleving van Lakense straat en het Zaterdagplein er enkel gekomen is voor toeristen. Zouden de lokale handelaren er niet voor iets tussen zitten? Ook hier een bekentenis. Het tijdelijke kunstwerk op dit plein, zal geen schoonheidsprijs winnen. Niet getreurd, met al die toeristen is het toch zo goed als onmogelijk om er een glimp van op te vangen.
Die verdomde toeristen, denk ik terwijl ik via de centrale lanen terug naar m’n werk stap. Dat de centrale lanen worden opgewaardeerd heeft natuurlijk alles te maken met ... de toeristen. Ze durven nogal, die toeristen, zo mijn Anspachlaan afpakken. Met een bestolen gevoel plof ik neer op de Oude Graanmarkt. Terwijl ik van m’n pint drink, denk ik terug aan het pleidooi van cultuurfilosoof Lieven De Cauter om het centrum terug te geven aan de bewoners. Ik verslik me. Niet alleen de centrale lanen maar het hele centrum, iedere vierkante meter publieke ruimte, wordt in de toeristische mallemolen gesmeten. De tirannie van de terrassen overheerst de stad. In Gent of Antwerpen zou het stadsbestuur het niet aandurven om ook maar een stoel en tafel op een plein te laten zetten. Maar ja, wat wil je, Brussel-centrum wordt ‘tourists only’. Bij deze beloof ik plechtig het bruisende centrum te negeren. Ik kijk steevast de andere kant op bij al die creativiteit die ik zie opborrelen.
Al die stadsvernieuwing is niet voor mij maar voor de toerist, maar toch ben ook ik blij met de opwaardering van het centrum. Laat maar waaien, die frisse wind over vergeten pleintjes.
De avond valt, ik geef me over aan het toerisme. Ik neem vakantie in mijn straat. Maar de onafhankelijke kiezer in de VS vindt volgens columnist DERK JAN EPPINK niet dat een president die meer dan 4 procent economische groei realiseert, moet worden afgezet (in ‘de Volkskrant’).