De Standaard

Het wel en wee van de ree Bronsttijd leidt tot meer aanrijding­en

en dan kijken ze niet naar links en rechts bij het oversteken. Het nazoekteam heeft het druk met gewond wild te vinden.

- VAN ONZE REDACTRICE SARAH VANKERSSCH­AEVER FOTO’S KATRIJN VAN GIEL

DESSEL I ‘Spijtig. Ze zoogde nog.’ We staan met vijf rond een dode ree. Met zes, als je de hond meetelt. De jagers Hans (35) en Johan (60) Broeckx, hun neefje Viktor (10), de hond Haiko (4) en wij. ‘Ergens in dit bos zitten dus kalfjes te wachten tot hun moeder terugkeert’, doet Johan er nog een schep bovenop. ‘Waarschijn­lijk zijn ze te jong om op eigen benen te staan, zeker in deze hitte. En als er dan een vos passeert ...’ Dit is geen Disneyfilm met een hoopvol einde, dit is Dessel.

Total loss

Hans maakt deel uit van het Vlaamse nazoekteam: een ploeg van twaalf vrijwillig­ers die op elk moment opgebeld kunnen worden om een gewond dier uit zijn lijden te verlossen. ‘Bij de jacht kan het gebeuren dat een dier niet meteen dood is en dan gaan wij met een opgeleide hond op zoek’, zegt hij. ‘Maar de meeste oproepen komen van autobestuu­rders die oversteken­d wild hebben geraakt.’ Zoals vanochtend: ree geraakt, bos in gevlucht, bloed op het asfalt.

De nazoekers hebben het de jongste weken druk. Nog tot mid den augustus loopt het paarseizoe­n van de ree en dan zwerven de dieren actief rond in hun territoriu­m. Paren is een prioriteit, auto’s ontwijken is dat niet. De gevolgen kunnen groot zijn: de dieren sterven vaak een pijnlijke dood, mensen kunnen gewond raken en er is vaak blikschade.

Hoeveel wilde dieren jaarlijks in het verkeer sterven, weten we niet precies. Het Agentschap voor Natuur en Bos heeft het meldpunt dierenonde­rdewielen.be, maar volledig is dat niet. Sinds begin dit jaar werden volgens zijn telling al 3.492 zoogdieren doodgerede­n.

‘Veel dieren worden niet gemeld’, zegt Hans Broeckx. ‘In 2016 alleen zijn hier in Dessel vier au to’s getakeld na een aanrijding met wild. De impact van een everzwijn mag je niet onderschat­ten, laat staan van vier everzwijne­n.’ Dat jaar zijn ze opgeroepen voor 33 everzwijne­n en 56 reeën.

Reflectere­nde spiegels

Zowel het nazoekteam als de Vlaamse jachtveren­iging, de Hubertus Vereniging Vlaanderen, hoopt dat een centraal meldpunt een duidelijk overzicht kan bieden van het aantal dierlijke slachtoffe­rs. ‘Zo kunnen we tenminste zien waar traliewerk, reflectere­nde spiegels of andere maatregele­n nodig zijn’, zegt Broeckx. ‘Maar evengoed is het nodig om de grootte van de popu laties in te schatten.’

Hans en Johan slepen de dode ree naar hun terreinwag­en: straks brengen ze het kadaver naar een plek dieper in het bos. ‘Als we het dier zelf moeten doden omdat het niet kan overleven, nemen we het mee en eten we het op’, zegt Johan. ‘Maar veel dieren zijn dood als we ze vinden en die kadavers geven we terug aan de natuur. Er is een plek waar geen wandelaars komen, wel veel vossen en andere dieren. Deze ree is in een week verteerd.’ Een mannelijk hert, dat snel 210 kilo weegt, is een ander verhaal.

Nu de ree is gevonden, is hond Haiko op zoek naar aandacht. Moeilijk om het je in te beelden,

‘Het verste dat we ooit liepen om een dier te vinden, was 17 kilometer’

HANS BROECKX

Jager en nazoeker

zo’n Beierse bergzweeth­ond naast een reusachtig everzwijn. ‘We nemen risico’s’, geeft Hans toe. ‘Een gewond dier zal zich verstoppen op een moeilijk bereikbare plek. Voelt het zich in het nauw gedreven, dan valt het aan. Bij grote dieren hebben zowel de hond als wijzelf een beschermen­de uitrusting aan. Dat is geen luxe: af en toe laat een hond het leven en ook wij komen er soms met de schrik van af.’

Waarom hij het doet? ‘Als jager schiet ik om populaties in evenwicht te houden, want de ree heeft hier geen natuurlijk­e vijand. Ik schiet dus om te doden. Maar ik kan er niet tegen om een dier te zien lijden.’

Beierse bergzweeth­ond

Hans leerde van zijn vader Johan het principe van de ‘weidelijkh­eid’: als jager schiet je raak, zodat het dier niet lijdt. Johan leerde van zijn zoon Hans de knepen van het nazoeken met honden. ‘Hans was achttien en we waren in de Ardennen op zoek naar een gewond everzwijn’, herinnert Johan zich. ‘Het dier was zelfs door een brede rivier gewaad, maar de hond heeft het toch gevonden. Toen zei Hans: “Zo’n hond wil ik ook”. Sindsdien heeft hij zich verdiept in het nazoeken.’

De Beierse bergzweeth­ond is een ras dat gekweekt wordt voor het nazoeken. Geen sofahond, dus. Hans: ‘Ze hebben aan het angstzweet van de poten genoeg om een dier te traceren. Het verste dat we ooit liepen, was zeventien kilometer. Dan ben je toch wel een dag onderweg. We doen het tot nu vrijwillig, want er is geen draagvlak voor subsidies. Mensen willen geen geld geven om een dier te doden, ook niet als ze het zelf omver hebben gereden. Maar als een gewond dier ten dode is opgeschrev­en, moet je het geen dagen laten lijden.’

‘In 2016 zijn hier vier auto’s getakeld na een aanrijding met wild. De impact van een everzwijn mag je niet onderschat­ten’

HANS BROECKX

Jager en nazoeker

 ??  ??
 ??  ?? De ree werd geraakt door een auto en strompelde nog honderd meter het bos in. Dat blijkt uit de reconstruc­tie (foto) door het nazoekteam.
De ree werd geraakt door een auto en strompelde nog honderd meter het bos in. Dat blijkt uit de reconstruc­tie (foto) door het nazoekteam.
 ??  ?? De neus van nazoekhond Haiko is feilloos.
De neus van nazoekhond Haiko is feilloos.
 ??  ?? Jager en nazoeker Hans Broeckx.
Jager en nazoeker Hans Broeckx.

Newspapers in Dutch

Newspapers from Belgium