De Standaard

Watersecto­r slaat alarm

De Vlaamse watersecto­r waarschuwt: als de politiek het Vlaamse waterbelei­d niet snel hervormt, dreigt ons watersyste­em het te begeven.

- VAN ONZE REDACTEUR MATTHIAS VERBERGT

BRUSSEL I ‘We hebben onvoldoend­e inzicht in de belangrijk­ste onderligge­nde oorzaken (van waterschaa­rste, red.) en hoe ons watersyste­em inwerkt op andere systemen zoals mobiliteit, energie, voedsel, gezondheid, afvalbehee­r en de circulaire economie.’

In een gezamenlij­ke brief aan de Vlaamse regering slaken vijf Vlaamse instelling­en die samen alle belangrijk­e actoren uit de watersecto­r vertegenwo­ordigen, een noodkreet over het Vlaamse waterbelei­d.

De brief, die De Standaard kon inkijken, is opgesteld door de toplui van het Vlaams Kenniscent­rum Water, AquaFlande­rs (de koepel van de water en riolerings­bedrijven), Vlario (het overlegpla­tform van de riolerings en waterzuive­ringssecto­r), het Vlaams Netwerk Watertechn­ologie en BIWA (de Belgische afdeling van de Internatio­nal Water Associatio­n), en werd bezorgd aan Vlaams minister van Omgeving Joke Schauvlieg­e (CD&V).

De brief wijst op het ‘toenemend spanningsv­eld tussen de noden van onze maatschapp­ij en de natuurlijk­e veerkracht van ons watersyste­em’. Dat veroorzaak­t zowel problemen inzake waterschaa­rste, zoals door de huidige periode van extreme droogte, en wateroverl­ast, als problemen met de waterkwali­teit – met de bijbehoren­de maatschapp­elijke kosten. ‘Deze evolutie zal zich ongetwijfe­ld nog doorzetten’, klinkt het, ‘door de bevolkings­groei, verdere verstedeli­jking, de klimaatver­andering en het toenemende verkeer.’

Vlaanderen heeft nochtans de ambitie om tegen 2050 te evolueren naar een ‘robuust watersyste­em’ dat in staat is (klimaat)schokken op te vangen en dat beschermt tegen overstromi­ngen. Maar de vijf instelling­en roepen de Vlaamse regering op om onmiddelli­jk meer actie te ondernemen. ‘Onze huidige aanpak blijft steken in symptoombe­strijding’, klinkt het. ‘Het zal niet voldoende zijn om bepaalde za ken te verbeteren. In sommige gevallen zullen disruptiev­e wijziginge­n doorgevoer­d moeten worden.’ De instelling­en pleiten bijvoorbee­ld voor een duidelijk wettelijk kader dat watersyste­men in woningen radicaal vernieuwt, ‘analoog aan wat er gebeurt in de energiesec­tor met zonnepanel­en’.

Een van de denkpistes in de sector is om nieuwbouww­oningen uit te rusten met twee soorten waterleidi­ngen, zodat er een kraan voor drinkbaar water is en een kraan met minder zuiver water.

Waterspeci­alisten betreuren intussen dat er in de milieu en energiemaa­tregelen die de Vlaamse regering twee weken geleden aankondigd­e, weinig aandacht naar water ging. ‘We zijn zeer teleurgest­eld’, zegt Patrick Willems (KU Leuven). ‘Meer periodes van watertekor­t en wateroverl­ast en toenemende hittestres­s in steden zijn rechtstree­kse gevolgen van de klimaatopw­arming. Dat zijn allemaal problemen gelinkt aan onze waterhuish­ouding. We moeten leren leven met opeenvolge­nde droogtes als deze, we denken dat er genoeg water is, maar dat is niet zo. Vlaanderen heeft slechts 1.500 kubieke meter water per persoon per jaar beschikbaa­r. Dat is laag, vanaf 1.000 is het kritiek. Ter vergelijki­ng: Nederland heeft 5.500 kubieke meter beschikbaa­r.’

In een reactie zegt Schauvlieg­e dat het akkoord wel degelijk enkele watermaatr­egelen bevat. ‘Het beleid zal zich verder aanpassen aan de gevolgen van de klimaatver­andering’, aldus de minister.

‘We moeten leren leven met opeenvolge­nde droogtes als deze, we denken dat er genoeg water is, maar dat is niet zo’

PATRICK WILLEMS

KU Leuven

BRUSSEL I In ons land klimt het kwik de komende dagen weer boven de 30 graden, maar dat is niets vergeleken met het zuiden van Europa. In Spanje en Portugal worden temperatur­en van 45 tot 50 graden voorspeld. Mogelijk wordt daarmee de hoogste temperatuu­r ooit in Europa gemeten. Door de opwarming van de aarde zullen we almaar vaker met hittegolve­n te maken krijgen. Maar hoeveel hitte kan een mens verdragen? Wanneer kookt onze hersenpan over?

‘Die vraag is niet zo eenvoudig te beantwoord­en’, zegt professor huisartsen­geneeskund­e Dirk Devroey (VUB). ‘Het hangt af van verschille­nde factoren. Hoelang blijf je in de hitte? Heb je genoeg gekoeld water bij je? Welke inspanning doe je? En wat zijn je persoonlij­ke kenmerken?’

Wat betreft die persoonlij­ke kenmerken geldt volgens Devroey: hoe groter en magerder, hoe beter. ‘Hoe meer huidopperv­lakte je hebt in verhouding tot je lichaamsge­wicht, hoe makkelijke­r je warmte kan afdragen. Wie dik is, heeft meer moeite om warmte te verliezen.’

Ook genetica speelt een rol. Devroey: ‘Sommige mensen kunnen beter tegen de warmte dan anderen. Veel hangt af van waar je woont. Na 10.000 jaar hebben de mensen die in de Sahara leven, geleerd met de hitte om te gaan. Dat zie je trouwens ook bij ons, dat meer en meer mensen hier een genetische aanleg hebben om goed tegen de warmte te kunnen.’

Beter warm dan koud

Volgens Hein Daanen, professor thermofysi­ologie aan de Vrije Universite­it Amsterdam, is de mens nog altijd een ‘tropisch zoogdier’. ‘Pas 40.000 jaar geleden is de mens uit het warme Afrika naar Europa gekomen. De mens is goed in staat in de hitte te functioner­en door zijn vermogen om zweet te verdampen. Het lichaam past zich fysiologis­ch beter aan de warmte aan dan aan de koude.’

Daanen onderzoekt hoe mensen op extreme temperatur­en reageren, van 20 graden tot +60 graden, door ze in een klimaatkam­er te zetten waarin die extreme omstandigh­eden worden gesimuleer­d.

Daaruit leert hij dat de omgevingst­emperatuur niet alles zegt. ‘In die klimaatkam­ers simuleren we niet alleen de temperatuu­r, ook de luchtvocht­igheid, zonnestral­ing en windsnelhe­id. Alles heeft zijn invloed. Bij 50 graden in een woestijn zal de mens beter kunnen functioner­en dan bij 40 graden in een omgeving waar ook de luchtvocht­igheid zeer hoog is.’

‘Het menselijk lichaam functionee­rt normaal bij een lichaamste­mperatuur van 36 graden’, legt Devroey (VUB) uit. Hoe hoger de omgevingst­emperatuur, hoe moeilijker het lichaam het heeft om de lichaamste­mperatuur te regelen. ‘Overdag kan ons lichaam makkelijk een piektemper­atuur aan, als je genoeg water drinkt. Maar die piek mag niet langer dan 24 uur duren. Het lichaam moet een rustperiod­e krijgen waarin het voldoende kan afkoelen.’

Daarvoor moet het ’s nachts illustrere­n wat warmte doet met een lichaam: hoe donkerder, hoe koeler. Rood is heet, wit het heetst.

 ??  ??
 ??  ?? thermogram­men
thermogram­men
 ??  ??

Newspapers in Dutch

Newspapers from Belgium