‘Osama was een goed kind’
Alia Ghanem, de moeder van Osama bin Laden, kan nog altijd niet bevatten hoe haar zoon ontaardde in ’s werelds meest beruchte terrorist.
Zeventien jaar na 9/11 is de familie Bin Laden nog altijd een invloedrijke familie in SaudiArabië. Alia Ghanem, de moeder van Osama bin Laden, woont comfortabel in Jeddah, de uitvalsbasis van de steenrijke familie die haar fortuin vooral in de bouwsector maakte.
Jarenlang weigerde ze te praten over haar zoon, die op 2 mei 2011 in Pakistan werd doodgeschoten door Amerikaanse Navy Seals. Of ze mocht niet: het regime in Riyad zat jarenlang zwaar in de maag met de Saudische link naar AlQaeda. Vijftien van de negentien terroristen die in 2001 het bloedbad aanrichtten in New York en Washington DC, waren Saudi’s. De vraag of dat kon zonder medeweten of steun van het regime leeft nog altijd, zeker bij de nabestaanden van de slachtoffers.
Maar nu waait er een nieuwe wind door SaudiArabië, met kroonprins Mohamed bin Salman, die het land wil moderniseren en laten evolueren naar een meer ‘gematigde islam’.
Wellicht is het daarom, vermoedt Martin Chulov, de correspondent van de Britse krant The Guardian in het MiddenOosten, dat hij de toelating kreeg om met de familie van Osama bin Laden – ook met zijn moeder – te spreken: ‘Hooggeplaatsten denken dat ze, door de Bin Ladens de toestemming te geven om hun verhaal te vertellen, kunnen aantonen dat een verstoteling, een outsider – en geen agent van het regime – verantwoordelijk was voor de aanslagen’, schrijft hij.
Ghanem scheidde van Osama’s vader in 1960, toen haar zoontje drie was. Ze hertrouwde met Mohamed alAttas, een manager uit het toen nog jonge Bin Ladenimperium die Osama opvoedde samen met hun gezamenlijke kinderen. Mohamed alAttas woonde het gesprek met The Guardian bij, net als Ahmad en Hassan, twee halfbroers van Osama. Osama’s vader kreeg uiteindelijk 54 kinderen bij minstens elf vrouwen.
Verlegen jongen
Ghanem beschrijft haar oudste zoon als een verlegen jongen en een goede student. Toen hij vooraan in de twintig was en in Jeddah economie studeerde, werd hij heel vroom en radicaliseerde hij. ‘De mensen aan de universiteit veranderden hem’, zegt Ghanem. ‘Hij was een heel goed kind, tot hij mensen ontmoette die hem als jonge twintiger brainwashten. Ik zei hem altijd dat hij bij die mensen moest wegblijven, maar hij wilde nooit toegeven waar hij mee bezig was, omdat hij me zo graag zag.’
Begin de jaren 80 vertrok Osama naar Afghanistan, om daar mee te vechten tegen de Russische bezetting. ‘In het begin waren we heel trots op hem’, zegt halfbroer Hassan. ‘Maar toen kwam Osama de jihadist.’
Voor zijn moeder, die nog overal foto’s van haar eerstgeborene heeft staan, is dit nog altijd een moeilijk onderwerp. Zij praat het liefst over haar zoon als de voorbeeldige student. Had ze ooit vermoed dat hij een jihadist zou worden? ‘Het is nooit in me opgekomen.’ En wat voelde ze toen bleek dat hij er een geworden was? ‘We waren erg boos. Ik wilde niet dat dit allemaal zou gebeuren. Waarom zou hij alles weggooien?’
Basis in Kandahar
De familie zag Osama voor het laatst in 1999, toen ze hem twee keer ging bezoeken op de basis net buiten Kandahar in Afghanistan, waar hij gelegerd was. ‘Hij was heel blij dat we er waren’, zegt Ghanem. Ik zei hem dat hij bij die mensen moest wegblijven.’
Wanneer ze even gaat rusten, nemen haar zonen het gesprek over. Een moeder is zelden een objectieve getuige, zeggen zij. ‘Het is zeventien jaar geleden dat de aanslagen plaatsvonden, maar zij leeft nog altijd in ontkenning over Osama’, zegt Ahmad. ‘Ze hield zo veel van hem en weigert hem de schuld te geven. Volgens haar is het de schuld van de mensen rond hem. Zij kent alleen de kant van het brave jongetje, de kant die we allemaal zagen. De jihadistenkant heeft ze nooit gekend.’
Beschaamde familieleden
Toen hij vernam wat er op 11 september 2001 gebeurd was in de VS, was hij ‘geschokt, verbijsterd’, zegt Ahmad. ‘Het was
een vreemd gevoel. We wisten vanaf het begin, binnen de 48 uur, dat hij het was. En van de jongste tot de oudste waren we allemaal beschaamd over hem. We wisten dat we allemaal geconfronteerd zouden worden met afschuwelijke gevolgen. Onze familieleden in het buitenland kwamen allemaal terug naar SaudiArabië.’
De familie leefde toen verspreid in Syrië, Libanon, Egypte en Europa. Maar in SaudiArabië mochten ze niet reizen, vertelt Ahmad. Ze mochten ook een tijd het land niet uit. ‘Ze probeerden zo veel mogelijk de familie onder controle te houden.’ Nu, bijna twee decennia later, kunnen de Bin Ladens relatief vrij rondreizen, schrijft Chulov.
‘Ze hield zo veel van hem en weigert hem de schuld te geven. Ze leeft nog altijd in ontkenning’
AHMAD BIN LADEN
Halfbroer van Osama bin Laden over hun moeder