‘Elke race opnieuw sterf je’
De allerzwaarste sport is roeien. Zo concludeerde althans L’Equipe Magazine.
MARC VERMEIREN
Als roeiers over de streep komen, moeten ze vaak braken van uitputting.
Tim Brys:
‘Vertel mij wat. Onlangs op de Wereldbeker in Belgrado kwam mijn hele maaginhoud naar boven. Geen aangenaam moment, geloof me.’
‘In mijn jongere jaren had ik dat wel vaker. Stuk zit je altijd, overgeven of niet. Het duurt toch een halfuurtje vooraleer ik weer een mens ben. De rest van de dag ben je een vod. Je moet iets eten, maar dat lukt amper, zo mottig ben je. Eigenlijk wil ik dan zo snel mogelijk mijn bed opzoeken, om daar in een bolletje te bekomen.’
‘Sommige roeiers zijn zo uitgeput dat ze letterlijk niet meer aan het podium geraken om hun medaille op te halen. Anderen kunnen niet meer op eigen kracht uit hun boot. Soms moeten wij twee keer per dag een wedstrijd roeien. Dat is helemaal een lijdensweg.’
Niels Van Zandweghe: Brys: Dat moeten zwemmers ook. Van Zandweghe:
‘Maar onze wedstrijden duren veel langer, waardoor je veel meer melkzuur opbouwt. Dat kan oplopen tot 23, 24 millimol, waardoor je bij wijze van spreken helemaal stijf van de lactaat staat.’
‘Je komt aan de start met de wetenschap dat je zes minuten lang doorheen de pijngrens moet. Je moet bereid zijn om te sterven.’
‘Elke seconde is lijden, maar in de middelste kilometer (de wedstrijdafstand is 2 kilometer, red.) heb je net dat tikkeltje meer overschot. In die fase zoek je de limiet op: Wat kan ik aan zonder te breken? De eerste 500 meter en de laatste 500 meter sprint je maximaal. Dan ga je over de limiet.’
‘Onze boot is uitgerust met een slagenteller. Meter per meter tel je af. Tot de verlossing volgt.’
Brys: Van Zandweghe: Brys: Van Zandweghe:
‘Op het scherm Medaillekandidaten Tim Brys en Niels Van Zandweghe roeien vandaag de pje verschijnt dan: Nog 150 meter. Eigenlijk ben je op dat moment al compleet leeg. Je lichaam schreeuwt om rust, maar je moet blijven roeien.’
Waar doet het allemaal pijn? Van Zandweghe:
‘Waar niet? Als ik echt diep ga, en in een race kan je niet anders, proef ik bloed. Dat zijn naar verluidt longblaasjes die gesprongen zijn. Je benen zijn kapot . En als er wat te veel golven staan, roei je verkrampt, waardoor ook je armen eraan moeten geloven. Het enige wat een heel klein beetje helpt, is cafeïne. Dat geeft een andere perceptie van de pijn.’
‘Maar er is simpelweg geen andere keuze. Je moet die kilometers vreten. Je moet die verzuring doorstaan. Je moet die kilo’s poweren. Natuurlijk vraag je je dan weleens af waarmee je bezig bent.’
Brys:
‘April, vijf graden en winderig: dat zijn mijn moeilijkste momenten. Drie maanden heb je amper zon gezien en dan moet je nog steeds tegen de wind inbeuken. Met je winterkleren aan. Onder een somber wolkendek.’
Van Zandweghe: Wel een mooie bonus van al dat lijden: roeiers zijn mooie atleten. Van Zandweghe:
‘Bedankt voor het compliment, al geldt dat voor ons als lichtgewichten (die onder een bepaald gewicht moeten blijven, red.) misschien iets minder. Mijn collega’s uit de zwaardere categorieën zijn echte modelatleten.’
‘Het is zonder twijfel één van de meest complete disciplines. Al onze spiergroepen worden belast.’
Brys:
‘The Olympic Channel toonde onlangs een filmpje van de Kroaat Damir Martin, één van de beste roeiers ter wereld. Een boom van een vent. Hij overklaste alle andere atleten in een reeks tests.’
Van Zandweghe: Kan je genieten van die pijn? Brys
Van Zandweghe:
‘Achteraf wel, ja.’ ‘Afzien kan een zekere genoegdoening veroorzaken. Pijn geldt als een soort kick. En wie lijdt, boekt vooruitgang.’ ‘Hoe beter je conditie is, hoe makkelijker je de pijn verdraagt.’
Brys:
(grijnst):
‘Toen Philippe Gilbert vorig jaar in de Ronde van Vlaanderen op 70 kilometer van de streep demarreerde, kon ik me perfect inleven in zijn lijdensweg.’
Van Zandweghe: