Hoe stoer moet een wereldfietser zijn?
Wat bezielt Europeanen om maandenlang door Azië te fietsen, zelfs door het onherbergzame Tadzjikistan? ‘Je beleeft zoveel wat je niet beleeft als je met een busje van A naar B wordt gebracht.’
‘We voelen ons nooit onveilig. Hooguit eens door het verkeer, of door wolven’
De weg in Tadzjikistan waar vorig weekend een aanslag werd gepleegd op een groepje fietstoeristen, is Arjan Dekker en Sylvia Kuus niet onbekend. ‘We zijn intussen in Georgië, maar fietsten in mei drie weken door Tadzjikistan. Het was ons favoriete land: prachtige, ruige landschappen met bergen van 7.000 meter, rustige wegen en de meest gastvrije mensen. Iedereen die contact met ons zocht, was reuzeblij met toeristen.’
Dekker en Kuus zijn al elf maanden onderweg van Australië naar Nederland en hebben nog drie maanden voor de boeg. Ze slapen meestal in een tentje, waarvoor ze elke avond ‘een beschut plekje zoeken, dat je niet kunt zien vanop de weg’. ‘Maar we hebben ons op de hele reis nog nooit onveilig gevoeld. Toch niet door mensen. Wel soms door het verkeer, vooral in NieuwZeeland. En ook weleens door agressieve honden. Of die ene nacht dat we in Azerbeidzjan in ons tentje lagen en wolven hoorden huilen, toen waren we ook niet helemaal gerust.’
En toch ook niet die keer toen ze in Tadzjikistan pauzeerden in een stadje bij de Afghaanse grens. ‘We ontmoetten er Franse fietsers die vertelden dat ze vanaf de Afghaanse kant van de rivier beschoten waren. Toen hebben we de rest van de etappe met een taxi afgelegd. Die voerde ons langs de plek waar vorig weekend de aanslag plaatsvond.’
Wat bezielt een stel Nederlanders om zich in zo’n langgerekt avontuur te storten? ‘We zijn 31 en 33 en leerden elkaar tweeënhalf jaar geleden kennen. We dachten: of we kunnen nu trouwen en kinderen krijgen, of we kunnen eerst nog een jaar samen op pad. Aanvankelijk vatten we het wat minder ambitieus op, maar ons reisplan bleef maar uitdeinen. Zodra je je baan opzegt, is echt alles mo gelijk.’ Arjan Dekker had op dat moment mooi carrière gemaakt als ingenieur, Sylvia Kuus als psycholoog. ‘Het ging eigenlijk hartstikke goed in ons werk.’
Wat verwachtten ze dan van hun fietsreis? ‘Vooral de vrijheid van het dagelijkse fietsen en kamperen. En die krijgen we ook. Voorts keken we uit naar de ontmoetingen onderweg, maar we hebben ook al lange stukken afgelegd waar we praktisch alleen waren, en dat was evengoed mooi. Iedere dag is weer een avontuur. Het is wel veel minder romantisch dan je geneigd bent te denken. Het is fysiek heel zwaar, we zijn constant samen, we wassen ons dagenlang niet. Je kunt het gerust een relatietest noemen. Maar het gaat goed met ons, hoor.’
Is dit nu iets wat veel mensen doen? ‘Dat hangt ervan af hoe je het bekijkt’, zegt Dekker. ‘In onze vriendenkring zijn we de enigen die zo ver reizen met de fiets. Maar hier in Georgië kwamen we zowat elke dag al fietsreizigers tegen. In Tadzjikistan ook.’
Betaalbaar Azië
Trui Verhasselt maakte bijna twintig jaar geleden haar eerste grote fietsreis nadat ze was afgestudeerd: acht maanden door NieuwZeeland en Azië. Intussen zijn zulke reizen veel populairder, zegt ze. ‘Het is een markt geworden: het aanbod aan trekkingfietsen is enorm toegenomen. Maar verre fietsreizen zijn ook toegankelijker geworden doordat je nu overal op het internet kunt en dus contact kunt houden met het thuisfront, een reserveonderdeel kunt laten opsturen wanneer je pech hebt, enzovoort. Op mijn eerste fietsreis moesten we nog internetcafés zoeken om naar huis te mailen. Om de drie weken of zo.’
Is Azië niet erg onherbergzaam om te fietsen? ‘Het is net aantrekkelijk omdat je er lang onderweg kunt zijn zonder veel geld op te doen, en het biedt veel afwisseling in de landschappen’, ondervond Verhasselt. ‘In NoordAmerika of Australië is de kans groter dat je dagenlang door hetzelfde landschap fietst. In Afrika en ZuidAmerika heb je dan weer meer veiligheidsproblemen.’
Verhasselt trekt er elk jaar voor minstens een maand op uit met de fiets, soms alleen, soms met vrienden, collega’s of haar partner. ‘Op de fiets zit je dichter bij de natuur en heb je meer contact met de lokale bevolking. Je beleeft zoveel wat je niet beleeft als je met een busje van A naar B wordt gebracht.’
Thuisonderwijs op de tandem
‘Je stelt je als fietser kwetsbaar op, dat is net het mooie’, vindt Barbara Janssens. ‘Je staat voor zoveel meer open.’ Janssens is op fietsvakantie in Frankrijk met haar man en kinderen van 7 en 9. ‘We maken al vijf jaar samen fietsreizen. Het werkt goed voor ons gezin: mijn man houdt van actieve vakanties en kan ons daar op deze manier bij betrekken. Ik houd enorm van het onderweg zijn op de fiets: je ziet veel en hebt veel contact met andere mensen. De kinderen vinden het leuk dat we veel samenzijn, dat ze niet stil hoeven te zitten in een auto en dat ze veel mooie dingen kunnen bewonderen.’
Vorig jaar nam het gezin vijf maanden vrij om door Azië te fietsen. ‘De kinderen zaten bij ons op een tandem. Zo konden we hen onderweg ook “thuisonderwijs” geven. Dan lieten we hen een af stand berekenen of vertelden over een tempel die op onze route lag: de leerstof diende zich zo aan. En niet alleen de kinderen leerden bij. We zijn in China op plekken geweest waar nooit toeristen kwamen. Mijn ogen zijn daar geopend.’
In Azië sliep het gezin meestal in hostels, in Europa nemen ze de tent mee. ‘En heel weinig andere spullen: alles past in acht fietstassen.’ Fietsreizen is ook het plezier van minimalisme: ‘We kamperen zonder stoelen en nemen geen speelgoed mee. De natuur is onze speeltuin.’
Wereldfietsers zoals Janssens kunnen voor informatie terecht bij De Vakantiefietser, een vzw die al 22 jaar een website, een magazine en activiteiten aanbiedt voor mensen die graag met de fiets reizen. Volgens Helmut Riemenschneider, een van de stichters, dragen ook zestigplussers bij tot de populariteit van het fietsreizen. ‘Mensen gaan tegenwoordig met pensioen als ze nog fit zijn en ontdekken het plezier van flinke fietstochten, desnoods met een ebike. Zo’n ebike kun je niet meenemen op het vliegtuig, maar je kunt er wel mee naar de buurlanden fietsen. Heel verre reizen met de fiets zijn nog altijd veeleer uitzonderlijk.’
Voor Riemenschneider zijn ze weliswaar normaal: hij fietste door vijftig landen, op alle continenten. ‘Intussen ben ik tachtig en moet ik wat meer thuisblijven, want mijn vrouw heeft gezondheidsproblemen. Mijn recentste reis was twee jaar geleden, door IJsland. Zonder ebike, en dat ging nog goed. In de meeste landen is reizen op de fiets heel veilig, en kun je op veel hulp rekenen van de lokale bewoners. Die gaan er doorgaans van uit dat fietsers geen rijkaards zijn.’
‘Op de fiets zit je dichter bij de natuur en heb je meer contact met de lokale bevolking’