De Belgische biotechbeloften
Zijn agrobodies de toekomst?
Als Luc Maertens, ceo van het Gentse biotechbedrijf AgroSavfe, in de supermarkt tomaten koopt, staat hij voor een lastige keuze. Gewone tomaten, die met chemische bestrijdingsmiddelen behandeld zijn, of biologische, die 20 tot 50 procent duurder zijn. Ooit, zo droomt hij, hoeft die keuze misschien niet langer gemaakt te worden en is er in prijs niet langer een onderscheid.
Voorwaarde daarvoor is dat biologische bestrijdingsmiddelen even efficiënt worden als chemische. En dat is precies waar zijn bedrijf aan werkt. ‘Als we de doeltreffendheid op hetzelfde niveau krijgen, kan ook de prijs op hetzelfde peil liggen. Ik vind het leuk om daar de volgende 20 of 25 jaar aan te kunnen bijdragen.’
De meeste van de bestaande biologische bestrijdingsmiddelen werken minder goed dan chemische. Landbouwers boeten daardoor in aan oogstopbrengst. Daarom zijn biogroenten en biofruit duurder dan gewone producten. AgroSavfe werkt aan een middel dat even effectief is als chemische bestrijdingsmiddelen.
Agrobodies
Dat kan, doordat het gebruik maakt van een heel nieuwe techniek: agrobodies. Het zijn fragmenten van antilichamen uit ka meelachtigen, zoals de nanobodies waarmee een biotechbedrijf als Ablynx furore maakt.
‘Die antilichamen maken een potentiële revolutie in de ziekteen plagenbestrijding mogelijk’, zegt Maertens enthousiast. ‘Ze hebben hun werking bewezen in de sector van menselijke geneesmiddelen. Het is de technologie die aan de basis ligt van het bod van 3,9 miljard euro op Ablynx. Wij hebben de rechten op de toepassingen in de landbouw. We hebben inmiddels een platform opgebouwd waarmee we producten kunnen ontwikkelen voor ver schillende toepassingen en marktsegmenten.’
Toch staat AgroSavfe nog relatief ver van een commercieel product. Het bedrijf werd in 2013 opgericht als spinoff van het Vlaams Instituut voor Biotechnologie (VIB). Tot nu toe is het vooral bezig geweest met het ontwikkelen van een middel tegen meeldauw en grauwe schimmel, die onder meer aardbeien en druiven kan aantasten. ‘Bij die producten met een hoge toegevoegde waarde is het heel belangrijk dat ze ongeschonden op tafel komen.’
AgroSavfe heeft vorig jaar veld
‘Technologie uitpluizen en omzetten in goede, innovatieve producten, dat is wat we graag doen’
LUC MAERTENS
Ceo AgroSavfe
proeven uitgevoerd in verschillende Europese landen, waaruit bleek dat het ontwikkelde middel inderdaad qua effectiviteit niet hoeft onder te doen voor chemische bestrijdingsmiddelen. ‘Die consistent goede prestaties koppelen we aan de voordelen van een biologisch middel: geen aantasting van het milieu, geen residuen op het fruit, geen negatieve impact op andere organismen zoals bijen. Ons product is het eerste dat die eigenschappen combineert.’
De volgende uitdaging wordt om een proces te ontwikkelen dat het middel op een industriële schaal kan produceren, tegen een marktconforme prijs. Daarna moet het de goedkeuring krijgen van de autoriteiten, te beginnen in Europa en de Verenigde Staten. De eerste stappen daarvoor zijn al gedaan. Maar de hele procedure zal in de VS minstens 18 maanden en in Europa drie tot vier jaar in beslag nemen.
Het hele ontwikkelingstraject lijkt lang. ‘Maar in vergelijking met een nieuw chemisch middel is het snel’, zegt Maertens. ‘Een nieuwe chemische stof ontwikkelen kost makkelijk tien tot twaalf jaar, en 250 tot 300 miljoen dollar. Met ons platform kan het vier jaar sneller en tegen een fractie van de kostprijs.’ Het is zijn bedoeling om met de agrobodies nog meer middelen te ontwikkelen. ‘De basiskennis is er al.’
Maatschappelijke vraag
AgroSavfe heeft tot nu toe in twee kapitaalrondes 16 miljoen euro opgehaald, met de Gimv en het Franse fonds Sofinnova als kernaandeelhouders. ‘We hebben een solide basis van investeerders, die klaar staan om ons verder te ondersteunen’, zegt Maertens. ‘Ze zien in dat wij een antwoord bieden op een belangrijke maatschappelijke vraag. De regelgeving over chemische bestrijdingsmiddelen wordt strenger en de supermarkten stellen hogere eisen, die soms al verder gaan dan de wet. Er moeten nieuwe gewasbeschermers komen die substantieel anders werken.’
Maertens denkt ook al aan de volgende stap: een partner zoeken die het nieuwe middel op de markt kan brengen en betrokken wordt bij de laatste fase van de ontwikkeling. Het is een kolfje naar de hand van deze biotechveteraan. Hij hielp aanvankelijk Thierry Bogaert het biotechbedrijf Devgen op de kaart te zetten. Daarna werkte hij enkele jaren voor overnemer Syngenta. ‘Technologie uitpluizen en omzetten in goede, innovatieve producten, dat is wat we graag doen.’