Winnie, de ondode beer
Film Disney speelt op veilig met deze Winnie de Poehfilm over een man die zijn knuffels herontdekt.
Waarom het ver zoeken als het gewoon in de kast staat? Sinds Maleficent herwerkt Disney elk jaar minstens één animatiefilm uit de eigen catalogus tot een live action kaskraker met acteurs. Na The jungle book en Beauty and the beast moet nu Winnie the Pooh eraan geloven.
De film gaat over Christopher Robin, het jongetje dat in Nederlandse vertalingen van de boeken opduikt als Janneman Robinson. De auteur van de boeken, A.A. Milne, had zich geïnspireerd op de knuffels van zijn eigen zoon, de oorspronkelijke Christopher Robin. Die vond het overigens niet prettig dat zijn vader zijn naam stal.
Ewan McGregor heeft de perfecte goedige glimlach om de volwassen Christopher Robin te spelen. Hij moet opnieuw aansluiting zoeken met het kind in zichzelf – en met zijn knuffels van weleer. Dat ruikt muf: het Peter Panidee is al zo vaak uitgeplozen dat het een syndroom werd. Dat wist regisseur Marc Forster maar al te goed: hij regisseerde ooit Johnny Depp in Finding Neverland.
Lessen in nietsdoen
En passant poneert Winnie lessen in nietsdoen die we eerder al van zijn soortgenoot Baloe kregen. Maar het vreemdst van al is dat Teigetje en Iejoor niet tot leven komen. Terwijl The jungle book twee jaar geleden wonderen deed met de dieren, lijkt Winnie hier een soort ondode – wat een teddybeer in zekere zin ook is.
Voor wie is deze film bedoeld? Voor kleuters is hij te ernstig, voor ouders snijdt hij niet diep genoeg. Disney hield het zo braaf, dat het saai werd. Arme Winnie, geef hem een knuffel.