Een reeks over de inspirerende kracht van ruimte, licht en vrijheid
‘Partir c’est mourir un peu’, luidt het spreekwoord. Maar terugkeren na een intense reis kan even pijnlijk zijn. Vier studenten die zes maanden ver van huis stage liepen, weten er alles van.
Johanna (23) uit Oostende studeerde communicatiemanagement. Woonde zes maanden in Fortaleza (NoordoostBrazilië), 2,5 miljoen inwoners.
‘Die koude douches, daar wen je aan. Er was tenminste water, elektriciteit ook, maar het was er nogal chaotisch. Rijkere mensen die ik ontmoette, schrokken toen ze hoorden in welke buurt ik logeerde, en al helemaal toen ik in de favela’s bleek te werken. Zo onveilig, dachten ze. Maar het was geen probleem.’ Linde (23) uit Huldenberg studeerde journalistiek. Woonde zes maanden in Mboro (Senegal), 20.000 inwoners.
‘Ik ben erg geschrokken van de ongelijkheid. Mannen zijn in Senegal meer waard dan vrouwen, en blanke vrouwen staan boven zwarte vrouwen. Aan de levensstandaard wen je sneller. We aten allemaal samen uit één schaal.’
Plots weer thuis
Johanna: ‘Ik had afgesproken met vrienden, maar ik moest doen alsof ik heel blij was. Ik heb veel opgekropt die eerste week, en daarna is het echt bergafwaarts gegaan. Ik was veranderd en zij niet. Ik heb veel geweend, ik miste Brazilië enorm, ik wil nog steeds zo snel mogelijk terugkeren naar de kindjes met wie ik werkte.’
Linde: ‘Ik had voor mijn aankomst al afspraken gemaakt om vrienden terug te zien, maar ik heb alles afgezegd. Ik vond mijn draai niet. We waren goed voorbereid op de cultuurschok die ons op onze verre bestemming te wachten stond, maar totaal niet op de terugkomst. Ik ben thuis gebleven en heb veel gewandeld en gepraat met mijn mama.’
Niels: ‘Toch blij terug te zijn. Ik begon na enkele weken wel wat dingen van daar te missen, maar ik weet dat ik kan teruggaan.’
Laura: ‘Ik ben drie dagen euforisch geweest en daarna kreeg ik een serieuze dip. Er klopte iets niet. Iedereen leek verder gegaan, ik moest inhalen. Maar tegelijk had ik daar al die mensen achtergelaten in hun miserie. Ik voelde me schuldig.’