Nederhoppers domineren ons festivalseizoen
Lil’ Kleine: hitparadepop.
Dit jaar lijkt er één constante op de festivals: er staat hiphop, en die zal Nederlands zijn. De hardste werkers van de zomer lijken van boven de Moerdijk te komen. ‘In Nederland laten ze zich zelfs met de helikopter rondvliegen.’
De Lokerse Feesten hebben al langer een reputatie voor uitgekiende themadagen: hun metaldag is steevast uitverkocht. Maar het festival zet ook op hiphop in. Nationale trots Blackwave mag zaterdag afsluiten, maar de opwarming wordt exclusief verzorgd door Nederlanders, met Lil’ Kleine, Sevn Alias, Broederliefde en Dopebwoy.
Het is hun eerste noch hun laatste passage in ons land deze zomer. Kleine en Alias kunnen met dertien en zeven festivals op de agenda (zie kader) stilaan een piedàterre in ons land overwegen. Dopebwoy deed al Ostend Beach aan, en Broederliefde plant een miniinvasie: ze staan ook op de Antilliaanse Feesten en Laundry Day.
Nederlandse hiphop wint al langer aan populariteit, weet ook Waldo Toelen van bookingagentschap L&S. Hij heeft naast Belgen als Fleddy Melculy en Zwartwerk ook Nederlandse rappers als De Jeugd van Tegenwoordig, Gers Pardoel en Jebroer in de portefeuille. ‘“Drank & drugs’ van Lil’ Kleine en Ronnie Flex lanceerde een hele generatie. Het sloeg aan in Nederland en via de dancefestivals sijpelde het ook ons land binnen: The Opposites en Jebroer stonden al op Tomorrowland voor daar sprake was van Coely. Wat nieuwer is: ook traditionele festivals als Rock Zottegem of Suikerrock omarmen Nederlandse hiphop. De reden: die lokt steevast een jong, enthousiast publiek.’
Suikerrock koos met Lil’ Kleine, Gers Pardoel, Kraantje Pappie en Jebroer voor een reeks zwaargewichten. Sevn Alias had de mooie affiches voor het kiezen, met ook Rock Werchter, hiphopfestival Fire Is Gold en dancefestijn Ostend Beach. En het zwaartepunt ligt op 1 september: dan programmeren Laundry Day en Crammerock onderling liefst twaalf Nederlandse rappers. Dat laatste festival hing gisteren het bordje ‘uitverkocht’ op.
Eenheidsworst
Vanwaar die gretigheid onder festivalorganisatoren komt? Toelen: ‘Een paar programmatoren meldden ons al dat ze nog zo’n geweldige rockact mogen programmeren, als die tegenover een Nederlandse hiphopper staat op hetzelfde festival, is de tent minder gevuld dan vroeger het geval was. Het toont dat je niet meer op de radio moet komen als je al je luisteraars haalt via Spotify en Youtube. Die rappers zijn daar zo populair dat promotoren er niet meer omheen kunnen.’
Crammerock programmeert al tien jaar Nederlandstalige hiphop, zegt boeker Ruben Van der Linden. ‘Ons tweede podium moest jongeren lokken, maar pop, drum’nbass noch EDM brengt daar teweeg wat Nederlandse hiphop doet. Bovendien is het aanbod elk jaar diverser. Vroeger was het soms eenheidsworst: een dikke dancebeat en dan rappen. Maar nu maakt Lil’ Kleine hitparadepop, heeft Broederliefde Antilliaanse invloeden, maakt Jebroer hardcore en kiest Jacin Trill voor een feestvibe die we enkel van de Amerikaanse Soundcloudrappers kennen.’
Slechts twee factoren verbinden al die rappers: ze kiezen allen voor een volksmennende, feestelijke aanpak, én hun Nederlandse teksten zijn nog altijd begrijpbaarder. Naar Vlaamse hiphop in die categorie blijft het zoeken, weet ook Van der Linden. ‘Er is vraag naar, maar een frisse wind ontbreekt. Er is de Brusselse – maar Franstalige – scene, en er is Engelstalige hiphop zoals TheColorGrey of Blackwave die het wel goed doet op de radio en in de verlanglijstjes van ons publiek. Maar bij die laatsten merk je dat het publiek ouder is, en bijvoorbeeld ook Arsenal tof vindt.’
Wie een Nederlandse rapper boekt, krijgt doorgaans een Sevn Alias pakte eerder deze zomer al Rock Werchter in. wervelwind. Veel artiesten kiezen voor energieke sets van een halfuurtje, en karren dan weer door naar het volgende festival. Zo pendelen op 1 september Sevn Alias, Bizzey en SBMG tussen Crammerock en Laundry Day. ‘Dat is nog niets’, zegt Van der Linden. ‘Op Koninginnedag worden die met de helikopter van podium naar podium gevlogen, zó gegeerd zijn ze in Nederland. Ze willen ook drie shows per dag spelen: da’s financieel interessant voor hen, en levert ook veel hartjes op. Ook voor ons is het meegenomen: minder exclusiviteit drukt de prijs. Dan spelen ze nog altijd niet voor een appel en een ei, maar gelijkaardige rockheadliners vragen vaak een veelvoud, en brengen niet altijd evenveel volk op de been.’