Hebben alle zoogdieren een navelstreng? En hoe ‘knippen’ ze die door?
‘Als bij ons een kindje geboren wordt, mag de papa soms ook iets doen: de navelstreng doorknippen’, mailt Daan Dobbelaere. ‘Maar hoe doen dieren dat? Hebben zij ook een schaartje? Bijten zij? Of breekt de navelstreng vanzelf? En hebben alle zoogdieren een navelstreng?’
Het ziet er weinig liefdevol uit, maar het is wel effectief. Als een babygiraf ter wereld komt, valt het dier twee meter naar beneden. De val breekt de navelstreng. Dat is een uitzonderlijke methode. ‘In het dierenrijk wordt de navelstreng meestal doorgebeten door de moeder. Of de dieren wachten simpelweg totdat de streng opdroogt en vanzelf loslaat’, zegt bioloog Yang Bin van de Shaanxi Academy of Sciences in Xi’an (China). Hij observeerde beide methodes bij de gouden stompneusaap, een apensoort in China waarvan hij bevallingen enkele malen van dichtbij kon bestuderen. Een zeldzaamheid, want meestal vinden de geboortes ’s nachts plaats. Bij deze diersoort willen andere vrouwtjes uit de groep nog weleens helpen met de bevalling door aan het jong te trekken als diens kopje tevoorschijn komt. Net als bij veel andere dieren eet het vrouwtje na de gebeurtenis de placenta op.
Wanneer het stukje navelstreng helemaal is opgedroogd en loslaat van het jong, blijft er een klein litteken over, de navel. Apen, honden, katten, paarden: allemaal hebben ze zo’n litteken. Meestal is het kleiner dan bij ons en nauwelijks zichtbaar, zeker als er een hoop haar bovenop groeit.
Zoogdieren zijn meestal levendbarend; de jongen komen levend uit de moeder terwijl ze nog aan de placenta verbonden zijn via een navelstreng. Viviparie heet dat in de wetenschap. De placenta, of moederkoek, is het doorgeefluik voor voedingsstoffen en zuurstof van de moeder naar het jong. Omgekeerd gaan afvalstoffen van het jong ook via de navelstreng en de placenta terug naar de moeder. Sommige haaien zijn eveneens levendbarend en komen ook ter wereld met een navelstreng: stierhaaien, citroenhaaien en hamerhaaien, bijvoor beeld. Viviparie komt voor bij sommi ge reptielen: bij de skinken, dat is een familie van hagedissen, en enkele slangen.
En er zijn zoogdieren die eieren leggen en dus geen placenta en navel streng hebben. Dat zijn de vogelbekdieren en mierenegels, zeldzame dieren die alleen in Australië en NieuwGuinea voorkomen. In die hoek van de wereld vind je ook de buideldieren. De bekendste zijn de kangoeroes. Kangoeroeembryo’s worden niet gevoed door een placenta, maar door een dooierzak. Na enkele weken kruipen de jongen, piepklein nog en met het uiterlijk van een larve, door het geboortekanaal naar de buidel van de moederkangoeroe, de plek waar ze de maanden die volgen opgroeien en ook later, als ze de buidel kunnen verlaten, regelmatig naar terugkeren om uit te rusten.
In die buidel happen de piepkleine jongen zich vast aan een tepel. Zo’n tepel bereiken is geen sinecure, want de kleintjes hebben nog geen achterpoten. Ze moeten zich een weg naar hun nieuwe voedselbron zien te wurmen. Bij kangoeroes valt dus helemaal niets door te knippen of door te bijten.
‘In het dierenrijk wordt de navelstreng meestal doorgebeten door de moeder’