Een regen van medailles
Is België zowaar een sportland geworden?
Negentien medailles, waaronder zes gouden, dat klinkt als een ongezien succes. Laten we dat vooral uitgebreid toejuichen en de atleten gepast fêteren. Het waren mooie Europese kampioenschappen, een uitstekend nieuw initiatief. En toch: euforie mag, relativeren moet.
De betere sportactualiteit kwam de voorbije elf dagen uit Glasgow en Berlijn, waar voor het eerst zeven sporten gebundeld werden onder de noemer ‘Europese kampioenschappen’. Schitterend initiatief, want samen kregen atletiek, golf, gymnastiek, roeien, triatlon, wielrennen en zwemmen een pak meer aandacht dan ze apart zouden hebben gekregen. Laten we zeggen: maal tien. Goed voor atleten, sponsors, sportbonden en tvzenders.
Gymnaste Nina Derwael, baanwielrenners Kenny De Ketele en Robbe Ghys, en tijdrijder Victor Campenaerts maakten ons in de loop van de week al warm voor een heet atletiekweekend, met zowaar een gouden medaille per dag: Nafi Thiam in de zevenkamp en de Belgian Tornados op de 4x400 meter, dat kwam niet onverwacht. Thiam rondde zo haar ‘Grand Slam’ af, met achtereenvolgens goud op Olympische Spelen, WK en EK. De familie Borlée had het al gelapt op de EK’s van 2012 en 2016. Kevin, Jonathan en Dylan kregen dit keer het gezelschap van Jonathan Sacoor, die recent als eerste Belg ooit atletiekgoud had behaald op de wereldkampioenschappen voor 20jarigen. De jongeman wordt over tweeënhalve week 19. Toptalent, dat met Jacques Borlée als trainer de best denkbare begeleiding kent. Verrassender was de marathonzege van Koen Naert, op z’n 28ste gestart als outsider.
Zes keer goud, vijf keer zilver, acht keer brons. Negentien medailles: een vreugdedansje mag, sportliefhebbers mogen licht euforisch reageren. Heel eventjes toch. (Hoera, we zijn min of meer een sportnatie.)
Afwezige wereldtop
Relativeren dan. Met die fraai ogende medailleoogst staat ons land niet eens in de Top 10. Nederland, iets meer dan anderhalve keer het aantal inwoners van België, was goed voor veertien keer goud, dat is bijna tweeënhalve keer de Belgische verzameling. Negenendertig medailles in totaal, dat
is meer dan het dubbele van het Belgische aantal. Oranje valt net buiten de medailletop 3. Vlak boven België prijken ook Zwitserland (8,2 miljoen inwoners) en Hongarije (9,9 miljoen). Het kan dus nóg beter in de categorie ‘relatief kleine landen’.
En hoe goed de prestaties ook waren, het blijven in heel wat disciplines máár Europese kampioenschappen. De wereldtop was, zoals die term het al aangeeft, niet altijd aanwezig. Zeker in de atletiek scheelt dat. Niet dat we wat Naert en de Tornados voor elkaar kregen nu moeten geringschatten, maar hun prestatie in het juiste perspectief plaatsen is noodzakelijk. Op de Spelen in Rio waren de Amerikanen en de Jamaicanen een flink eind sneller dan de Belgische estafettemannen. In de marathon eindigde Naert twee jaar geleden op een 22ste plaats. Van de atleten die toen vóór hem eindigden, mochten er gisteren vijftien niet meelopen, waaronder de Top 6. Omdat het geen Europeanen zijn.
Alleen Nafissatou Thiam mag zich zonder enige twijfel de beste van de wereld (blijven) noemen. Op haar 23ste kan ze die status nog wel een tijdje aanhouden, als de honger groot blijft tenminste. Gouden Thiam, Senegalese vader, gouden Sacoor, PortugeesIndiase vader, en zilveren Bashir Abdi, Somalische vluchteling, gaven tevens een welgekomen duwtje in de rug van de multiculturele gedachte.
Où était Didier?
Waar zat Didier Reynders, trouwens, in Glasgow en Berlijn? De minister van Buitenlandse Zaken ontpopte zich tijdens de ceremonie voor de derde plaats op het WK Voetbal in Rusland nog als een volleerde partycrasher door breed lachend mee op de foto te gaan met de vierende Rode Duivels. Verkiezingsjaar, dan is een voetbalstadion waar ook camera’s op de eretribune gericht staan interessanter dan minder bekeken sporten als atletiek, turnen of zwemmen. Politiek opportunisme is van alle tijden. Zo tweette de Vlaamse minister van Sport, Philippe Muyters, zich de voorbije dagen suf. Hij was wel consequent: hij stuurde ook triomfantelijke boodschappen rond als een Brusselse of Waalse sporter het goed deed. Of hij was enthousiast over Vlaamse atleten die zich recentelijk bij gebrek aan Vlaamse steun hadden aangesloten bij het Waalse Adeps, de tegenhanger van Sport Vlaanderen. En terwijl de medailles werden behaald onder de roepnaam (Team) Belgium is de vaststelling dat we wel drie gemeenschapsministers van Sport hebben en nog iemand die zich in het Brussels Gewest met sportinfrastructuur bezighoudt, maar geen federale verantwoordelijke.
Neen, een sportnatie zijn we nog lang niet. We hebben wel uitstekende sporters. Dat is meer te danken aan talent, karakter, koppigheid, uitstekende individuele begeleiding en heel af en toe een verlichte sportfederatie, dan aan een structurele aanpak door overkoepelende bonden of overheden. Ook dat dient gezegd.
Hoe goed de prestaties ook waren, het blijven máár Europese kampioenschappen