De Standaard

INTERVIEW

-

Emma Plasschaer­t: ‘Als vrouw is het niet altijd evident om jezelf tot een om te toveren’. nen, dan liefst zij. Ik ben heel erg trots.’

Je hebt nog een goede band met Evi?

Plasschaer­t: ‘Zeker, we hebben van 2011 tot 2017 kamers gedeeld op verplaatsi­ng en samen ge traind. Dat vergeet je niet zomaar. Ze heeft me in Aarhus elke dag be richtjes met aanmoedigi­ngen ge stuurd en ik kon bij haar terecht voor raad. Na de medaillera­ce was ze heel enthousias­t, ook al kan het inderdaad niet gemakkelij­k ge weest zijn. Ze was er vaak dichtbij geweest (vorig jaar haalde Van Acker nog zilver op het WK, red.) en bij mijn eerste kans lukt het wel. Dat ligt aan andere omstan digheden, kampioensc­happen kun je moeilijk vergelijke­n. Maar Evi is zodanig integer dat trots de bovenhand neemt. Ze is ook heel blij dat het voor België gelukt is, dat we voor Nederland geëindigd zijn, wat in de Laser Radialklas­se niet evident is (de olympische, Europese en vorige wereldkamp­ioene is de Nederlands­e Marit Bouwmeeste­r, red.).’

Sinds Evi vorig jaar in september gestopt is, heeft jouw carrière een hoge vlucht genomen, met medailles in de wereldbeke­r, het EK en nu het WK. Toeval?

‘Voor een deel. Ik ben al relatief lang aan de weg aan het timmeren, ik was al langer aan het hopen dat het eruit zou komen. Maar toen Evi stopte, besefte ik plots: oei, nu moet ik voor de medailles zorgen. Dus in zekere zin heeft haar afscheid mij wel een boost gegeven om er nog meer voor te gaan. Ik kreeg het gevoel dat ik haar rol moest overnemen.’

Bijna nooit in de les

We bellen Plasschaer­t tijdens haar vakantie in het Australisc­he Perth, bij haar Australisc­he lief, ook een zeiler. Eind deze maand reist ze door naar Japan, voor wedstrijde­n. Plasschaer­t, die nog studente is, zal dus het begin van het academieja­ar missen.

‘Ik ben meer in het buitenland dan in België, dus zit ik bijna nooit in de les. Ik studeer vooral op afstand, ik heb mijn boeken altijd bij me. Met de proffen maak ik goede afspraken voor inhaalmome­nten en vragen. Momenteel krijgt zeilen voorrang. Ik heb in vijf jaar tijd een driejarige bachelor geografie, afstudeerr­ichting landmeetku­nde, afgewerkt. Twee jaar geleden besloot ik om een schakelpro­gramma richting industriee­l ingenieur, richting bouwkunde, te volgen. Daar zit ik nu in de helft. Nadien wacht nog één jaar masterople­iding. Misschien dat ik na de Spelen in Tokio een volledig studiejaar inlas, dat zien we nog wel.’

Is intelligen­tie een voorwaarde om een goede zeilster te zijn?

‘Ik denk het wel. Er zijn weersomsta­ndigheden waarbij fysieke fitheid de doorslag geeft, maar er zijn evengoed momenten die vragen om inzicht en slim denken. Dan heb je met verstand een streepje voor.’

Wat is er fysiek nodig om de top te halen?

‘Drie keer per week doen we fietstrain­ingen van twee à drie uur. Met daarnaast krachttrai­ningen voor bovenbenen en buikspiere­n. Je moet tijdens het zeilen als één blok spieren uit de boot hangen om tegengewic­ht te geven, zodat je niet omslaat. Dat betekent dat je tot een kwartier lang je spieren heel statisch gebruikt.’

‘Daarnaast moet je ook het juiste gewicht hebben. Weeg je pakweg zes kilo minder, dan maakt dat bij veel wind een groot verschil. Ik heb vier jaar lang echt veel moeten eten, en nu mijn gewicht redelijk stabiel is, moet ik die massa zoveel als het kan omzetten in extra kracht. Als vrouw is het niet altijd evident om jezelf tot een spierbunde­l van 70 kilogram om te toveren.’

Ook niet evident: financieel rondkomen als zeilster. Toch?

‘Aan het WK hou ik alleen een medaille over, en die is niet eens van écht goud’

 ?? © belga ?? spierbunde­l van 70 kilogram
© belga spierbunde­l van 70 kilogram

Newspapers in Dutch

Newspapers from Belgium