‘Ik geniet nu meer van dat goud dan toen’
Tia Hellebaut nam deel aan drie Olympische Spelen: 2004, 2008 en 2012.
Op 23 augustus 2008 hield Vlaanderen collectief de adem in toen Tia Hellebaut in Peking over 2m05 naar olympisch goud zweefde. Tien jaar later beschrijft Hellebaut (40) hoe haar traject naar het hoogste podium verliep. ‘Ik bekeek het heel nuchter. Je krijgt drie kansen op elke hoogte. Spring die hoogte één keer en je gaat door.’ 1 augustus 1999
‘Op de zevenkamp eindigde ik toen zevende, hoewel ik zelden meer dan drie keer per week trainde. Belachelijk weinig in vergelijking met mijn concurrentes. Had ik dan toch meer talent dan ik zelf dacht? Op dat EK had ik zelfs geen trainer. Toen verspringer Erik Nys na zijn wedstrijd zei dat hij zou blijven doortrainen, begreep ik hem niet. Mij leek vakantie een veel betere optie, maar ik ging toch enkele keren met hem meetrainen. En zo ben ik in de groep van Wim Vandeven terechtgekomen, toen de trainer van Erik.’
Augustus 1999
‘Wim aarzelde om mij onder zijn hoede te nemen. Zijn atleten waren ook naast de piste heel professioneel bezig, terwijl ik leefde als een student. Na een heel lang gesprek heb ik hem toch kunnen overtuigen. Zo belandde ik in een groep van gedreven atleten, die mij optilden. Ik sprong toen al 1m89, wat Wim liet vermoeden dat er toch wel wat talent aanwezig was.’ Athene 2004.
28 augustus 2004
‘De kwalificatie verliep supergoed, maar de finale ging de mist in. Als meerkampster was ik gewend om op een lage hoogte te beginnen, maar in Athene ging de lat meteen op 1m85. En het lukte niet. Toen ik de piste verliet, keek ik omhoog naar de olympische vlam en dacht: Vlammeke, wij zien mekaar over vier jaar terug. Zij aan zij liep ik met Blanka Vlasic de catacomben in. Ik was laatste geëindigd, zij voorlaatste. Vier jaar later zouden wij strijden voor goud.’
8 augustus 2005