De Standaard

‘Yo, prof! Wanneer is ’t examen?’

-

‘@wduyck Yo man, de helft van de te kennen namen staan niet in het geel, talking about confusing.’ Die tweet ontving Wouter Duyck, professor cognitieve therapie aan de UGent, vorige week van een jonge dame. En de prof krijgt geregeld dergelijke berichten in zijn mailbox, zegt hij. ‘Onlangs nog: Jupla, wanneer is ’t examen? Joew! Ik heb de student dan maar terug geschreven met als aansprekin­g Scoebidoe.’

‘Hey.’ ‘Hoi.’ ‘Yo.’ Professore­n worden door hun studenten steeds jovialer aangesprok­en. Die nemen het niet te nauw met de etiquette en sturen hun lesgevers informele mails. Toen professor communicat­iewetensch­appen Baldwin Van Gorp (KU Leuven) ooit aangeschre­ven werd als ‘Yo Baldi’, riep hij de student op zijn bureau. ‘Met knikkende knieën stond hij voor mij. Bijna huilend, zelfs. Hij beweerde dat hij het als grap had getikt, maar vergeten te verwijdere­n was voordat hij de mail verzond. Hij zag er zo angstig uit dat ik uit medelijden ge neigd was hem te geloven.’

Elke student krijgt dat voorbeeld aan het begin van het academieja­ar te horen, gevolgd door enkele etiquetter­egels: ‘Gewoon Beste als aansprekin­g gebruiken, vind ik niet voldoende. De naam moét erbij, als die gekend is. Of toch minstens zijn of haar titel. Dat getuigt van respect.’

Maar professor Carl Devos, die uitzonderl­ijk ook joviale mails ontvangt, wil zijn studenten verdedigen. Want het ligt soms niet enkel aan hen, vindt hij. ‘Ik heb collega’s die zelf hun mail afsluiten met hun voornaam. Dan ligt de kans voor studenten open om zelf informeler te zijn. Daarmee bedoel ik niet dat alle collega’s die zulke informele mails ontvangen zelf te joviaal zijn, maar ik wil niet overroepen dat studenten te amicaal zijn. ‘Zelf heeft hij op honderden studenten altijd enkelen die niet de correcte toon gebruiken. ‘En als ik hen erop aanspreek, krijg ik onmiddelli­jk een mail met hooggeacht­e en excuses terug.’

Newspapers in Dutch

Newspapers from Belgium