Overstekende fietsers doen het zonder wettelijke grond
Fietsers die een gewestweg oversteken, weten het niet meer. Nu blijkt de nieuwe markering geen grond te hebben in het verkeersreglement.
Minister Weyts heeft intussen beslist dat
De nieuwe (Vlaamse) oversteekplaatsen voor fietsers waar zoveel om te doen was, hebben nog een achilleshiel. De nieuwe markering heeft geen basis in het (federale) verkeersreglement, zo signaleerden alerte fietsers aan de redactie. ‘Klopt’, zegt verkeersexpert en opleider Erik Caenen. ‘Juridisch heeft de nieuwe regeling geen grond. Als er na ongevallen betwisting komt, zal men de wegbeheerder aanspreken.’
Zo mag een blauw bord dat aankomende automobilisten attent maakt op overstekende fietsers er niet mee gecombineerd worden. Het is niet afdwingbaar dat auto’s op deze oversteekplaatsen niet mogen stilstaan. En de vraag rijst: als er ook lichten staan, hoe zit het dan als die uitvallen?
Voordien waren er twee mogelijkheden, die wél in het verkeersreglement staan. Ofwel was er een oversteekplaats (afgelijnd met blokken) en daar hadden fietsers geen voorrang op. Ofwel was er een fietspad dat doorliep over de weg (afgebakend met strepen) en dan gold hun voorrang wel. Aan fietsers op plaatsen zoals hier hun voorrang toch behouden.
‘Vandaag zitten we met een situatie die tegen onze intuïtie ingaat’
vankelijk wilde het Agentschap voor Wegen en Verkeer (AWV) op gewestwegen alle markeringen aan fietsoversteken verwijderen. Daarop kwam veel protest en daarom werkte Fietsberaad in samenwerking met de wegbeheerders een nieuwe, eengemaakte markering uit. Een onderbroken streeplijn, een fietslogo en stoptekens (‘haaientanden') geschilderd op de grond. En geen voorrang meer.
Teruggeschroefd
Dat deed commotie ontstaan in Leuven nadat fietsers er op sommige plaatsen hun voorrang hadden verloren (DS 10 augustus). Waarop de Vlaamse minister van Mobiliteit, Ben Weyts (NVA), die ingrepen van het Agentschap Wegen en Verkeer terugschroefde.
‘Er was voordien al veel onduidelijkheid, maar de verwarring is nog groter geworden’, betreurt Erik Caelen. ‘Daar komt een vicieuze cirkel van. Fietsers beginnen gevaarlijke dingen te doen, zoals in de verkeerde richting rijden, omdat ze de aanduidingen niet meer snappen. De kans op ongevallen neemt toe.’
Het hoeft geen drama te zijn dat
dit niet wettelijk verankerd is, meent Wout Baert van het kenniscentrum Fietsberaad. ‘In fietsland Nederland bestaan ook dergelijke markeringen, zonder voorrang en evenmin in het verkeersreglement opgenomen, ook voor voetgangers, overigens. Daar is het duidelijk.’
De heisa in Leuven betrof doorlopende fietspaden met voorrang voor fietsers, maar in meer dan 90 procent van de gevallen was er geen voorrang en is die er nu nog niet. Dus daar zit de knoop niet.
Teer punt van de nieuwe oversteekplaatsen blijft vooral dat ze soms naast zebrapaden liggen waarop de voetgangers wél voorrang hebben. Wout Baert noemt dat de ‘olifant in de kamer’.
‘Vandaag zitten we met een situatie die tegen onze intuïtie ingaat’, meent hij. ‘De goed zichtbare blokmarkering heeft in België – in tegenstelling tot vele andere landen – geen voorrang en mag niet op kruispunten aangebracht worden. We zouden het verkeersreglement moeten aanpassen zodat het meer bij dat intuïtieve aansluit.’
De Fietsersbond is ervoor gewonnen om in de bebouwde kom naar één soort oversteekplaats voor fietsers én voetgangers te gaan, met voor alle twee voorrang, zegt woordvoerder Wies Callens. ‘Daarbuiten moet het geval per geval bekeken worden.’
Fietsberaad zegt dit voorstel met alle wegbeheerders samen te onderzoeken.
Te veel zebra
Om die reden vindt verkeersdocent Joris Willems (PCVO Limburg) dat het zebrapad, waarop de voorrang ‘absoluut’ is, aan een kritische doorlichting toe is. ‘België heeft er te veel’, zegt hij. ‘Ze zijn onoordeelkundig aangelegd, ook op plaatsen buiten de bebouwde kom waar amper voetgangers oversteken. Dat heeft het concept gedevalueerd. Het zebrapad moet ter discussie kunnen staan. Ook al ligt dat gevoelig.’
De Vlaamse overheid streeft naar een herziening van het verkeersreglement nu die materie deels geregionaliseerd is. Wies Callens van de Fietsersbond is blij dat de fietsorganisaties daarbij betrokken worden ‘zodat ook de kwestie van de oversteekplaatsen eindelijk een logische en heldere oplossing kan krijgen. Het is een kans om de zaken eens grondig aan te pakken.’
WOUT BAERT Kenniscentrum Fietsberaad