De Standaard

Déploratio­ns.

- Tasto Solo o.l.v. Guillermo Pérez Gehoord op 18/8 in Amuz, Antwerpen TOM JANSSENS

¨¨¨èè

Hoeveel oudemuziek­ensembles zouden al eens een kaarsje aan gestoken hebben op het podium? Flakkerend­e vlammetjes doen het goed wanneer je een vintage religieus sfeer tje wil kweken. Zeker wanneer subtiel treurige, bedroefd serene klaagzange­n op het programma staan, is een lichtje in het duister mooi meegenomen.

Tasto Solo, het ensemble rond toetsenist Guillermo Pé rez, was theelichtj­es dan ook niet vergeten mee te brengen. Hun concert in Amuz begon beloftevol, met een peildiepe, transcende­rende orgelbas waarboven zangers – achteraan in de ruimte – een gregoriaan­s antifoon zongen. Wat volgde, was een parade van treurliede­ren uit het begin van de zestiende eeuw. Het schrijnend­e ‘Proch dolor’, het iconische lamento ‘Nymphes des bois’ of de opeengetas­te melancholi­elagen van ‘Cueurs desolez’: de zan gers hielden zich uit de buurt van de snik en zeilden nogal nuchter door de muziek. Ook in sololieder­en als ‘C’est ma fortune’ of ‘Se je souspire’ werd gezongen alsof er niks anders mee te doen is.

Muzikaal interessan­t werd het pas wanneer Pérez zijn organetto bovenhaald­e, het handzame orgeltje dat klinkt alsof er iemand door een blokfluit hijgt. De zigzaggend­e ornamentje­s vulden aan wat in de eendimensi­onale stemmentro­ep ontbrak. Dat het onverwacht vrolijke slotstuk, een hoekig jubelend misdeel van Heinrich Isaac, meteen ook het muzikaal boeiendste stuk van de avond was, gaf te denken.

Niet dat er onbehoorli­jk of ook maar slecht gemusiceer­d werd. Neemt niet weg dat er uit de vertolking van Tasto Solo niet bijster veel bereidheid sprak om meer met de noten aan te vangen dan ze kies en keurig uit te voeren. Jammer, want van een ensemble dat op de affiche van een respectabe­l festival als Laus Polyphonia­e staat, mag toch wat meer zelftrots en prestatied­rang verwacht worden. Een kaarsje meer of minder kan daar niks aan verhelpen.

Newspapers in Dutch

Newspapers from Belgium