Niemand zit te wachten op gemeenschapsdienst
Geen enkele minister van Werk gaat de gemeenschapsdienst voor langdurig werklozen opzetten. Waarom moest die er dan komen?
BRUSSEL I De arbeidsdeal die de federale regering in juli afklopte, bepaalt dat de minister van Werk, Kris Peeters (CD&V), de gemeenschapsdienst voor langdurig werklozen mogelijk maakt. Het is een van de activerende maatregelen, nu de krapte op de arbeidsmarkt groter wordt (DS 22 augustus).
De gemeenschapsdienst werd al aangekondigd in het regeerakkoord van 2014. Dat de maatregel tot nu toe in het slop zat, komt omdat er weinig animo voor is bij de gewesten. Die moeten de maatregel concreet uitwerken. Ook vandaag blijft Vlaams minister van Werk Philippe Muyters (NVA) op de rem staan. ‘We hebben eigen instrumenten en die werken goed’, zegt zijn woordvoerder. ‘We zitten hier niet op te wachten.’
Concreet verwijst Muyters naar het wijkwerken dat begin dit jaar werd gelanceerd. Daarbij kunnen langdurig werkzoekenden enkele uren per week klusjes uitvoeren bij iemand thuis of in een school, gemeente, OCMW ... In tegenstelling tot een gemeenschapsdienst ontvangen ze daarvoor een vergoeding van 4,10 euro per uur boven op hun uitkering. Het systeem is ook niet beperkt tot twee halve dagen per week, zoals de gemeenschapsdienst uit het regeerakkoord voorschrijft.
Ook in de andere gewesten overheerst de scepsis. De Brusselse minister van Werk, Didier Gosuin (Défi), spreekt van een puur ideologische maatregel die geen enkel effect zou hebben op de activering. ‘En die bovendien veel geld kost. Waar moeten die werklozen dan bijklussen? Dat moet omkaderd worden, ze moeten verzekerd zijn, er moet een zekere opleiding zijn. En waarvoor?’
Dode letter
De Waalse minister van Werk, PierreYves Jeholet (MR), is milder voor de deal, die hij ‘zonder taboes’ zal bestuderen. Maar in de maatregelen die hij nu al uitrolt, zoals de steun voor wie een opleiding volgt tot een knelpuntberoep, ontbreekt de gemeenschapsdienst. Jeholet liet zich trouwens al eerder kritisch uit over de meerwaarde van werklozen klusjes te laten doen zonder dat ze nieuwe competenties leren.
Als niemand zit te wachten op de gemeenschapsdienst, waarom wil de federale regering die dan toch operationeel maken? Binnen de meerderheid wijst men naar Open VLD, dat de maatregel absoluut wilde. Kamerlid Egbert Lachaert diende daartoe eerder dit jaar nog een wetsvoorstel in. Hij begrijpt de houding van Muyters niet. ‘Op het ene niveau keurt de NVA een maatregel goed die ze op een ander niveau niet lust. Terwijl dit perfect naast het wijkwerken kan bestaan.’ Lachaert beseft dat de wet deze regeerperiode dode letter zal blijven. ‘Maar er zijn straks verkiezingen. Misschien wil de opvolger van Muyters er wel mee aan de slag. Dankzij ons kan die dat.’
Zo loopt een van de meer controversiële elementen uit het regeerakkoord van de regering Michel op een sisser af. Begin deze zomer had het Grondwettelijk Hof immers al de gemeenschapsdienst voor leefloners via het OCMW vernietigd. Ook voor die gemeenschapsdienst was er op het terrein trouwens weinig animo. In 2017 verrichtten slechts 113 van de 140.000 leefloners gemeenschapsdienst.
‘Dit is een puur ideologische maatregel die geen enkel effect zou hebben’
DIDIER GOSUIN
Brussels minister van Werk (Défi)