Nemen we dan nu eindelijk afscheid van James Bond
James Bond heeft in de 21ste eeuw eindelijk zijn nemesis gevonden, denkt MARTHA GILL.
De nieuwe James Bondfilm heeft problemen. Alweer. Eerst hing Daniel Craig de diva uit met zijn verklaring dat hij ‘liever zijn polsen zou oversnijden’ dan nog een keer Bond te spelen (waarna ze hem god weet hoe toch overhaalden om voor een nieuwe film te tekenen). En nu heeft regisseur en Oscarwinnaar Danny Boyle het bijltje erbij neergegooid, wegens ‘creatieve meningsverschillen’ met de rest van het team (DS 23 augustus).
Ik kijk er niet van op. Hoe kun je in ’s hemelsnaam in 2018 een Bondfilm doen werken? Een film met als held een seksisti sche, gewelddadige overheidsambtenaar met absurd veel aandacht voor zijn maatpakken en cocktails? In deze tijd van #MeToo, deeleconomie, tweedehandse winkels en recycling? Het lukt gewoon niet, je hebt niets om mee te werken. Ik durf zelfs te zeggen dat sinds de allereerste film geen enkele periode zo Bondonvriendelijk geweest is als de onze.
Een nieuwe film heeft gewoon te veel op zijn bord. Hij moet voorkomen dat Bond een vergrijzende babyboomer lijkt die tegen beter weten in een millennial probeert te versieren (‘Zin in een ritje in mijn auto? Ik heb een heel belangrijke baan, weet je’) die ongetwijfeld een betere partij kan vinden. Hij moet Bond afhelpen van het imago van een man die selfies in de businesslounge van luchthavens op Instagram post. En hij mag hem niet meer portretteren als een embleem van door een staat gesponsord geweld dat blindelings door drukke markten racet (hij moet al duizenden marktkramers overreden hebben).
Het probleem is dat de films diep ge worteld zijn in de idealen van de jaren 50: trots zijn op het Britse rijk, een duur horloge hebben, met je secretaresse naar bed gaan. In de decennia die volgden waren Britishness, materialisme en seks met werknemers soms in en soms uit de mode. Vandaag hebben ze alle drie voorgoed afgedaan.
Kan een vrouwelijke Bond redding brengen? Nee – ik vrees dat het daar te laat voor is. De vrouwelijke versie van James Bond – materialistisch, camp en altijd op de uitkijk naar een vluggertje – is uiteraard een vrouw uit de jaren 1990, de natuurlijke tegenhanger van de man uit de jaren 1950. Eigenlijk hebben we al een vrouwelijke James Bond gehad, we hebben het alleen niet gemerkt. Het was Samantha Jones uit Sex and the City: ze had de juiste prioriteiten (‘kleren, compli
James Bond is te diep geworteld in de idealen van de jaren 50: trots zijn op het Britse rijk, een duur horloge hebben, met je secretaresse naar bed gaan
mentjes en seks’), de aanpak van formele introducties (‘Hallo, mijn naam is Fantastisch’) en zelfs de vreselijke grapjes (‘Ik ben probeerseksueel, ik wil alles een keer proberen’).
Maar de tijden zijn veranderd. Er is niemand die James’ dubieuze waarden en nog dubieuzer exploderend briefpapier nog ziet zitten. Hij past gewoon nergens meer in. Na zoveel hachelijke ontsnappingen is het tijd dat James Bond sterft.