Einde van carrière in Formule 1 dreigt
McLaren zet eind dit seizoen een punt achter de samenwerking met Stoffel Vandoorne. Er resten hem nog zeven grote prijzen om een ander team ervan te overtuigen dat hij nog niets van zijn talent heeft ingeboet.
Stoffel Vandoorne werd te laat kwaad
Een eenvoudig persbericht, meer had McLaren gisteren niet nodig om aan te kondigen dat het contract met Stoffel Vandoorne (26) na afloop van dit seizoen niet wordt verlengd. Een uurtje later kwam dan het bericht dat de plaats van de WestVlaming zal worden ingenomen door de bijna 19jarige Britse rookie Lando Norris. Geen onverwachte wending, maar wel een die het einde van de F1carrière van Vandoorne kan betekenen.
Nochtans was Stoffel Vandoorne sinds 2013 het goudhaantje bij McLaren. Toen werd hij na een Europese titel in een van de opstapklassen van de F1 opgenomen in het juniorprogramma van de prestigieuze Britse renstal. Een zegen voor Vandoorne, want hij beschikte niet over de nodige centen om zelf zijn verdere carrière te bekostigen. Met de steun en de centen van McLaren lukte dat wel. Hij doorzwom met overtuigend succes alle watertjes richting Formule 1 en toen hij in de Grand Prix van Bahrein 2016 te elfder ure de geblesseerde Fernando Alonso moest vervangen, scoorde hij meteen een WKpunt. Deze jongen zou het ver schoppen, daar was iedereen van overtuigd.
Ook Ron Dennis, de charismatische ceo van McLaren. Die schoof zelfs exwereldkampioen Jenson Button aan de kant om een plaatsje te creëren voor Vandoorne. ‘Jullie hebben een toekomstige wereldkampioen in huis’, vertelde hij de Belgische pers toen het contract in het najaar van 2016 werd ondertekend.
Alonso mocht alles
Maar toen Stoffel Vandoorne in maart 2017 aan zijn eerste volledige F1seizoen begon, was Dennis er niet meer bij. De man die meer dan 35 jaar aan het hoofd van McLaren had gestaan, was door de aandeelhouders aan de deur gezet, wegens het uitblijven van resultaten. Eerder was dat ook het geval geweest met teammanager Martin Whitmarsh en sportief directeur Sam Michael, die allebei een beslissende rol hadden gespeeld in het binnenhalen van Stoffel Vandoorne.
Niet dat nieuwe teammanager Eric Boullier en nieuwe ceo Zak Brown de WestVlaming ongunstig gezind waren. Maar al in begin 2017 was duidelijk dat de McLarenHonda geen competitieve bolide was en dat er sportief weinig eer te behalen viel. Brown, een Amerikaan die via zijn marketingbedrijf fortuin had gemaakt, schoof dan maar de commercieel belangrijkste rijder van het team naar voor: Fernando Alonso. De dubbele wereldkampioen kreeg alles gedaan van de Amerikaan, tot een deelname aan de 500 Mijl van Indianapolis toe.
Vandoorne kreeg in de schaduw van de Spanjaard tijd om het vak te leren, heette het. En hij kweet zich uitstekend van zijn taak. Ondanks een amechtige auto wist hij in de tweede helft van 2017 indruk te maken, met twee zevende plaatsen in Singapore en Maleisië als beste resultaat.
Tegelijk werd er richting toekomst gekeken: de – volgens Brown barslechte – Hondamotor werd voor 2018 vervangen door een Renaultkrachtbron. McLaren zou weer aansluiten bij de subtop, klonk het. Niet dus. Nu er rechtstreeks kon worden vergeleken met andere wagens die ook met Renaultmotoren waren uitgerust, werd snel duidelijk dat het McLarenchassis het slechtste van allemaal was en de aerodynamica van de auto nergens op leek. Erger: Brown moest toegeven dat ze er het raden naar hadden wat nu eigenlijk het probleem was.
Karaktermoord
Dat was de omgeving waarin Vandoorne zich dit jaar moest proberen te profileren. Niet door uitschieters te laten noteren – onmogelijk met een wagen die niet competitief is – wel door teammaat Alonso het vuur aan de schenen te leggen. Maar daar werd het spel niet eerlijk gespeeld. Ceo Zak Brown zag erop toe dat zijn Spaanse lieveling altijd over het beste materiaal beschikte. Een nieuwe voorvleugel in Monaco? Alleen voor Alonso. Een chassis dat nog slechter presteert dan het andere? Laat Stoffel daar maar een race of drie mee sukkelen.
Beetje bij beetje werd de uitstekende reputatie van de WestVla ming afgebroken. Karaktermoord, zeg maar. Maar Vandoorne bleef positief. Keek uit naar de volgende uitdaging. Tot McLarenreserverijder Lando Norris de vrije trainingen van de Belgische grand prix mocht afwerken. Om een directe vergelijking met Vandoorne mogelijk te maken, dat zag
Beetje bij beetje werd de uitstekende reputatie van de WestVlaming afgebroken. Maar Vandoorne bleef positief
een klein kind. Norris, die Zak Brown als persoonlijke manager heeft, bleek sneller, omdat de bolide van Vandoorne eerst zonder remmen viel, dan een waterlek vertoonde en uiteindelijk problemen kreeg met de bodemplaat.
Pas toen maakte Vandoorne zich kwaad. Dat McLaren maar
eerst een betrouwbare auto moest bouwen voor ze hem vergeleken met Norris. En dat de auto sinds het begin van het seizoen nog niet was geëvolueerd. Harde waarheden, maar toen was het kalf al verdronken. Vandoorne wordt volgend jaar vervangen door reserverijder Lando Norris.