DE PARADOX VAN DE SPITZENKANDIDAT
Sinds gisteren staat zo goed als vast wie, in opvolging van JeanClaude Juncker, de volgende voorzitter van de Europese Commissie wordt. Zijn naam is Manfred Weber, hij is een Duitser en hij is lid van de CSU, de conservatieve, Beierse zusterpartij van de CDU van Angela Merkel. Het is precies omdat hij de voorbije dagen de volle steun bekwam van de kanselier van de Bondsrepubliek dat er nog weinig twijfel over zijn benoeming blijft. De Europese verkiezingen vinden pas eind mei volgend jaar plaats en de nieuwe Commissie wordt pas in het najaar op de rails gezet.
Het is nog maar de tweede keer dat de grote politieke partijen op Europees niveau in de aanloop naar de verkiezingen hun Spitzenkandidaten aanduiden. Met elk een herkenbaar gezicht als uithangbord zouden ze beter de kloof met de wantrouwige en ongeïnteresseerde Europese burger kunnen overbruggen, was en is de redenering. Voorheen werd de leiding van de Commissie in achterkamertjes bedisseld, door de staats en regeringsleiders.
De keuze van Merkel voor Weber betekent vooral dat ze de Commissie sterker en verbindender naar voren wil zien komen. Het is ook een signaal dat Duitsland zijn verantwoordelijkheid wil opnemen. Maar evengoed is het een manoeuvre om te voorkomen dat de Europese Volkspartij, die christendemocratische en conservatieve partijen overkoepelt, door spanningen over het migratiebeleid uiteenvalt. Want dat zou haar dominerende positie in het Europese krachtenveld bedreigen. Weber verzekerde zich ook van de steun van de Hongaarse premier Viktor Orban die wat dat betreft diametraal tegenover Merkel staat.
Machtspolitiek vereist dat je bij tijd en wijle water en vuur kunt verzoenen. Twintig jaar geleden liep Wilfried Martens, als voorzitter van de EVP, al spitsroeden omdat hij de Italiaanse populist Silvio Berlusconi absoluut bij de club wilde. Toch haalde hij toen zijn slag thuis, want de grootste zijn gaat vooraf aan elke inhoudelijke keuze en is het bindmiddel bij uitstek.
Dat leidt nu tot de paradox dat het Spitzenkandidatensysteem, dat de democratische legitimiteit van de Europese Commissie moest versterken, uitdraait op een vooraf geregelde benoeming. Er moet immers al veel gebeuren voor de EVP niet meer de grootste is. De socialisten zijn op de sukkel en de liberale fractie is een paar maatjes te klein. Zelfs als rechtspopulistische partijen een doorbraak realiseren, maken ze geen kans. Allicht gaan ze zelfs met elkaar op de vuist. De goedbedoelde ideeën om Europa dichter bij de Europeanen te brengen, hebben nog niet echt het beoogde resultaat.
De grootste zijn gaat vooraf aan elke inhoudelijke keuze en is het sterkste bindmiddel