Goedkoper is het niet, mogelijk wel duurzamer
Een hemd met flamingoprint kan een goed idee lijken in de koopjesperiode, tot u beseft dat u geen kleren aandurft in een andere kleur dan blauw en grijs. Herkenbaar? U bent niet alleen. Belgen zijn Europees koploper als het gaat om verspilling van kleding, bleek vorige week uit onderzoek van het Duitse verhuisbedrijf Movinga. Tijd voor een duurzamere kleerkast. Maar wat kost dat, zelf kleren maken?
Cursus
Voornemens zijn één ding, die ook omzetten in een draagbaar ensemble nog iets anders. De tijd dat huishoudkunde verplichte kost was voor vrouwen ligt – gelukkig – al een tijdje achter ons. Maar daardoor is een sok stoppen wellicht het dichtste dat u ooit bij naaien kwam. Geen nood, het aanbod in het volwassenenonderwijs is groot. Hotel en Toerismeschool Spermalie biedt verschillende modules rond mode voor volwassenen aan. Voor een reeks avondlessen ‘Naaien voor starters’ betaalt u 180 euro. Ook CVO Panta Rhei leert u voor 180 euro de kneepjes van het vak in 120 lestijden. Of zoals ze het zelf stellen op hun website: ‘Schrijf je nu in voor de basiscursus naaien en geef zelfs je eigen moeder het nakijken!’. Verkocht.
Materiaal
Wie vriend(inn)en heeft die zelf hun kleren maken, weet dat zo’n hobby al eens uit de hand kan lopen: van kasten vol stof, machines, kniptafels tot volledig ingerichte naaikamers. Maar wat hebt u écht nodig? We vroegen het aan Sharon Duverger, diehard naaister en oprichtster van het Belgische patronenmerk Zonen 09 en Ruth Grootjans van de duurzame stoffenwinkel Georgette.
Over één ding zijn ze het alvast eens: met een degelijke naaimachine (300 à 350 euro) komt u al heel ver. Een overlockmachine (ongeveer 500 euro) is handig voor een mooie afwerking, zeker bij rekbare stoffen, maar geen must. ‘Al zou ik de mijne niet meer kunnen missen’, geeft Duverger eerlijk toe. Wel onmisbaar: een tornmesje (om fouten te corrigeren), kleermakerskrijt, een stofschaar, machinenaalden en een lintmeter. Een basispakket klein materiaal hebt u vanaf 30 euro. Kwalitatieve stof kost zo’n 15 à 20 euro per meter (140 à 150 cm breed). Maar de belangrijkste grondstof voor naai(st)ers is helaas ook de grootste valkuil. ‘Mensen denken vaak dat ze automatisch duurzaam bezig zijn, als ze zelf hun kleren maken, maar dat is niet zo’, waarschuwt Grootjans. ‘In de modeindustrie heeft de productie van de stoffen de grootste ecologische en sociale impact.’
Anders gezegd: een zelfgemaakte broek van stof waarbij schadelijke verf is gebruikt of waarvoor de makers niet eerlijk betaald zijn, zal uw kleerkast niet duurzamer maken. Wat dan wel? Zoek uw gading in de restjes van designers (op de Belmodo Fashion Days bijvoorbeeld) of kies voor stoffen met het duurzaamheidslabel GOTS. Let wel, het aanbod duurzame stoffen is beperkt en u betaalt ook wat meer: 18 à 35 euro. Een eenvoudige broek en trui voor een volwassene (maatje 40) vragen samen zo’n 3 à 3,5 meter stof. Voor meer complexe stukken heb je ook fournituren als elastiek, ritssluitingen, boordstoffen, knopen … nodig.
Patronen
Wees gerust: u hoeft geen creatief genie te zijn om mooie kleren te maken. Een beetje handigheid en een degelijk patroon volstaan. Die vindt u in magazines als Burda en La Maison Victor. Kostprijs: 7 à 12 euro. Losse patronen van independent designers zoals Zonen 09 kosten wat meer: 10 à 20 euro per stuk. ‘Persoonlijk ben ik meer fan van losse patronen, ze zijn origineler en beter uitgewerkt’, zegt Grootjans.
Besluit
Zelf kleren maken, vraagt een eenmalige investering van 535 euro. Vervolgens betaalt u 111,25 euro voor een eenvoudige broek met trui. Goedkoper is het dus niet, maar is het duurzamer? Dat hangt ervan af. Een zelfgemaakt hemd in nietduurzame flamingostof dat ook maar in uw kast blijft hangen, helpt de planeet niet vooruit. Maar er is hoop. ‘Door zelf kleren te maken, heb ik geleerd wat voor werk en materiaal erin kruipt. Daardoor ga ik automatisch bewuster met kleding om’, zegt Duverger.
De redactie gaat bij deze kostenberekening uit van een aantal hypotheses. Het gepubliceerde totaalbedrag is dus een raming.