De rat, of de hangmat?
Al veel te lang hoort
TOM NAEGELS van experts twee tegenstrijdige verhalen. Wat belangrijk is, is óf presteren óf je goed voelen. Hij pleit voor een totaalambitie waar plaats is voor beide.
Het was een merkwaardig bericht in de krant van gisteren. Almaar meer jonge mensen lijden aan perfectionisme (DS 6 september). En dat leidt op zijn beurt tot meer burnouts en depressies. Logisch, aldus de psychologen die het bestudeerden, gezien het ‘politiekmaatschappelijke klimaat, waarin individuen zelf verantwoordelijk worden gesteld voor hun succes en elkaar meer en meer beconcurreren’.
Geen merkwaardig bericht, zegt u? Al honderd keer gehoord? Misschien, maar het was wel radicaal in tegenspraak met het verhaal van Wouter Duyck en Dirk Van Damme, dat ze in de aanloop naar de eerste schooldag in diverse media kwamen herhalen (DS 1 september). Volgens hen leven we helemaal niet in een prestatiemaatschappij. Integendeel, we leven in een pampercultuur, bevolkt door zelfgenoegzame ouders en gedemotiveerde leraars, die helemaal niets meer durven te verwachten van kinderen, die de lat zo laag leggen dat zelfs een mol eroverheen scharrelt, en die als idioten met hun uitgeknipte groene duimpjes blijven zwaaien – geen punten! – als de zoon van Wouter Duyck met zijn zoveelste zes naar huis komt.
Wat is het nu?
Het is een oprechte vraag. Al zo lang ik het me kan herinneren, bestaan er twee grote verhalen over deze tijd naast elkaar. Het eerste is het verhaal over de ratrace. Het kapitalisme plaatst ons in voortdurende competitie met elkaar. Het enige wat telt, is presteren en geld verdienen. Wie faalt, heeft dat aan zichzelf te wijten. Van kindsbeen af worden we geconfronteerd met onbereikbare voorbeelden: schatrijke beroemdheden, bloedmooie modellen, succesrijke zakenlui. Als je maar wil, kun ook jij worden zoals zij! Geen wonder dat zo veel mensen bezwijken onder de druk. Of komen al die zelfmoorden uit de lucht gevallen?
Het andere is het verhaal over de hangmat. Europa is een decadent werelddeel geworden. De sociale zekerheid heeft ons lui gemaakt, de progressieven hebben onze wil geknakt, decennia van welvaart hebben ons doen geloven dat het ook zonder moeite zal gaan. Van kindsbeen af krijgen we te horen dat het niet uitmaakt of we goede punten halen, als we ons maar goed voelen. In plaats van op te kijken naar wie het gemaakt heeft, maken we hen belachelijk. Geen wonder dat we in alle rankings naar beneden tuimelen.
Voor een ouder zijn dergelijke verhalen beangstigend concreet. En de tegenspraak ertussen, verwarrend. Je wil dat je kind goed presteert. Je wil dat ze haar talenten ontwikkelt, dat hij hoge punten haalt op school, dat ze alles uit zichzelf haalt wat erin zit. Je wil dat de school veeleisend is en de lat hoog legt. En tegelijk wil je dat dat niet ten koste gaat van zijn gevoel van eigenwaarde, dat ze zichzelf geen onrealistische verwachtingen oplegt, dat hij durft te falen, en dat ze weerbaar wordt tegen druk. Je wil dat je kind succesvol wordt én gelukkig. Je wil dat
Je wil dat je kind succesvol wordt én gelukkig. Dat hij bijdraagt aan de samenleving én durft te zeggen: nu is het genoeg
hij bijdraagt aan de samenleving én durft te zeggen: nu is het genoeg. Je wil dat ze de Flow leest én de Financial Times. De angst dat je kind in een depressie belandt omdat hij zichzelf een te grote prestatiedruk heeft opgelegd, is even reëel en realistisch als de angst dat ze haar ambities verwaarloost en maar wat doelloos door het leven dobbert.
Het zou fijn zijn als experts die totaalambitie wat meer voor ogen zouden willen houden, in plaats van de indruk te wekken dat zij, zoals politici, ook maar gewoon voor het gemak van een van de twee verhalen gekozen hebben. TOM NAEGELS Schrijver en columnist van deze krant.