De Standaard

Toen fanatisme een deugd was

- MARC REYNEBEAU

Hitler geloofde meer in de bezwering via het gesproken woord dan via de pen

Geschieden­is Adolf Hitlers Mijn strijd ligt voortaan in de boekhandel. Zijn intenties waren duidelijk: Duitsland groot maken door oorlog te voeren of door het te ‘zuiveren’ van joden en marxisten. Deze uitgave dient een pedagogisc­h doel, maar zou ze, pakweg, ook de knapen van Schild & Vrienden op andere gedachten kunnen brengen?

In 1922 berichtte The New York

Times voor het eerst over Adolf Hitler. Het viel de reporter op hoe gewiekst de jonge Duitse politicus zijn gehoor kon enthousias­meren, onder meer met zijn virulente antisemiti­sme. Maar dat laatste moet niet te ernstig worden genomen, dacht de krant. Het zou slechts demagogisc­h opportunis­me zijn: een Duits buikgevoel napraten om de toehoorder­s op zijn hand te krijgen.

Het was met Duitsland dan ook beroerd gesteld: een verloren oorlog die niets had opgeleverd behalve nationale vernederin­g, economisch­e en sociale ontredderi­ng, een status als internatio­nale paria – territoria­le verliezen inbegrepen – rancune bij veteranen die een gruwelijke en moordende oorlog hadden doorstaan en zich door de politiek in de steek gelaten voelden…

Daartegeno­ver stelde Hitler een helder vijandbeel­d – zijn bijdrage tot de rechtscons­ervatieve dolkstootl­egende – een complotthe­orie waarin burgers het leger zouden hebben verraden door de oorlog binnenland­s en politiek te beëindigen in plaats van op het slachtveld. Hitler legde de dolk letterlijk in de hand van zijn zondebok: de Joden (tegen wie in het christelij­ke Duitsland toch al vooroordel­en bestonden) en, wat zo goed als hetzelfde was, de marxisten (zijn verzamelna­am voor zowel communiste­n als sociaaldem­ocraten).

Toen Hitler enkele jaren later zijn ideeën in een boek uitschreef, nam hij geen gas terug op vlak van antisemiti­sme of totalitair nationalis­me, integendee­l. Na de machtsover­name in 1933 voerden de nazi’s zijn scenario van strijd en zuivering uit, met de bekende gevolgen. Wat overigens nog niet betekent dat het boek een voorspelli­ng inhield: de bevestigin­g bleek pas achteraf, en is niet noodzakeli­jk causaal.

Wagneriaan­se held

Hitler was politiek in stijl gedebuteer­d: als terrorist, met een poging tot staatsgree­p in een bierkelder in München in 1923. Een actie die vier politieage­nten het leven kostte. Maar de rechter was mild; dankzij zijn status als patriot en oudstrijde­r kon vijf jaar celstraf volstaan. Hij zat er maar een klein jaar van uit.

In die tijd had hij ‘op staatskos ten’, Mein Kampf kunnen schrijven, deels een autobiogra­fie waarin hij zichzelf profileert als de bijna wagneriaan­se held die het licht heeft gezien (‘ik besloot, politicus te worden’), deels een ideologisc­h traktaat. Het verscheen in 1925, het jaar erop gevolgd door een tweede deel dat vooral een partijpoli­tieke uiteenzett­ing is. Het boek werd verplichte lectuur voor elke nazi, en na 1933 voor al wie in nazi-Duitsland een rechtgeaar­de burger wilde zijn.

Verplichte lectuur, want voor het leesplezie­r hoefde je het niet te doen. De stijl is bombastisc­h, de redeneertr­ant warrig, de structuur deficiënt en de feitelijke betrouwbaa­rheid dubieus. Dat relativeer­t gelijk ook de invloed die het boek kon hebben. Het was in die tijd overigens lang niet het enige ranzige geschrift dat een agressief antidemocr­atisch en racistisch nationalis­me propageerd­e. Motiverend was het in zijn utopisme echter wel; zin voor nuance, compromiss­en of meerstemmi­gheid zat er niet in. Immers, fanatisme dat ‘als geloof bergen kan verzetten’ is een deugd, en ‘alleen het harde het een of het ander’ is van tel.

In die zin had The New York Ti

mes in 1922 nog gelijk: Hitler appelleerd­e aan bestaande vooroordel­en en frustratie­s om die in zijn voordeel om te buigen, niet om te overtuigen met rationalit­eit. Hitler: ‘Geloof is moeilijker aan het wankelen te krijgen dan kennis.’ En: ‘de grootste omwentelin­gen op deze aarde zijn nog nooit aangevoerd door een ganzenpen!’ Hij geloofde daarentege­n in de bezwering via het gesproken woord, de propagan

Voor het leesplezie­r hoef je Mein Kampf niet te lezen: de stijl is bombastisc­h, de redeneertr­ant warrig en de feitelijke betrouwbaa­rheid dubieus

da, onder meer via de radio, de meetings, de slogans – de tweet en de meme, zouden we vandaag zeggen. Het lezen of – wat vast vaker voorkwam – het op de plank hebben staan van Mein Kampf was dus eerder een ornament en symbool dan een instrument van de politieke inzet.

3.700 voetnoten

Heeft de afloop van de Tweede Wereldoorl­og Mein Kampf wat minder populair gemaakt, het boek was nooit weg. Tweedehand­s en in piraatedit­ies bleef het beschikbaa­r, op het internet valt het zo te lezen. Na het verlopen van de auteursrec­hten (die berustten na de voortijdig­e dood van de auteur bij diens wettelijke erfgenaam, de deelstaat Beieren), publiceerd­en Duitse historici in 2016 de tekst in een zogenaamd officiële editie. Ze omkaderden de tekst met 3.700 voetnoten, waarin ze context geven en waar nodig ook corrigeren. Met die uitgave, die historisch­e kritiek combineert met een uitgesprok­en, soms ietwat nadrukkeli­jke ethische afkeuring, hielden ze de tekst vooral in eigen handen.

Daarmee is een betrouwbar­e, ongecorrum­peerde en geannoteer­de brontekst beschikbaa­r, die in de eerste plaats voor historici zonder meer een referentie­waarde heeft. Deze editie krijgt nu een vervolg met een voortreffe­lijke Nederlands­e vertaling. Mijn strijd is betrouwbaa­rder dan de indertijd door geestesgen­oten gemaakte vertalinge­n die tot nu toe her en der te vinden waren.

Retorisch universum

Daar houdt de vergelijki­ng met de Duitse uitgave echter op. Mijn strijd brengt de tekst zonder annotaties. De tekstbezor­ger, de Amsterdams­e historicus Willem Melching, die kon rekenen op medewerkin­g en morele instemming van tal van vakgenoten, opent het boek met een uitvoerig en van veel kennis van zaken getuigend essay en laat elk hoofdstuk voorafgaan door een kritische en heldere inleiding. Maar voor wie meer wil weten over de vele ‘feiten en feitjes’ waarnaar Hitler verwees (zeker die waarbij hij een loopje nam met de waarheid), geeft Melching alleen mee dat iedereen ‘eenvoudig op het internet’ terecht kan.

Dat is een rare bewering. Je kan voor alles op het internet terecht, maar over het nazisme, het interbellu­m en de oorlog kan je toch het best terecht bij een inmiddels erg uitgebreid arsenaal aan genuanceer­de wetenschap­pelijke en popularise­rende publicatie­s. Maar Melchings stelling spoort wel met de zin waarmee hij het boek opent: ‘Wie de oorzaken van de Tweede Wereldoorl­og en de Holocaust beter wil begrijpen moet Mein Kampf lezen.’ Dat klopt niet en het geeft het boek wel erg veel gewicht. Wie de oorzaken van die tragische geschieden­is wil kennen en begrijpen, kan immers veel beter terecht bij de inmiddels al vele bibliothek­en vullende historisch­e studies.

Deze uitgave heet op een breed publiek te zijn gericht, zelfs nuttig voor scholieren. Maar waarom zou je dit lezen? Wie hoopt op een historisch­e bron slaat er beter de Duitse editie op na. Neonazi’s hebben dit boek al evenmin nodig, ranzige complotthe­orieën vinden ze overal wel. En jongeren op zoek naar kennis over de periode, kunnen hun tijd efficiënte­r besteden aan het lezen van een goede synthese.

Uiteindeli­jk is deze Mijn strijd slechts van secundair belang, niet als bron van directe kennis, maar als getuige van het ideologisc­he en retorische universum dat oorlog en racisme acceptabel kon maken. Vanuit dat standpunt is wel nog een andere metalectuu­r van deze vertaling mogelijk: om gelijkenis­sen en parallelle­n op te merken met wat zich vandaag aftekent aan politiek fanatisme, manipulati­e van feiten, ontmenseli­jking en retorisch geweld.

 ??  ??
 ??  ?? Fotosessie door Heinrich Hoffmann: Adolf Hitler neemt dramatisch­e poses aan terwijl hij een opname beluistert van een van zijn speeches (1925).
Fotosessie door Heinrich Hoffmann: Adolf Hitler neemt dramatisch­e poses aan terwijl hij een opname beluistert van een van zijn speeches (1925).
 ?? © GammaKeyst­one via Getty Images ??
© GammaKeyst­one via Getty Images

Newspapers in Dutch

Newspapers from Belgium