De Standaard

DE NIEUWE SCHOOLSTRI­JD

- PAUL GOOSSENS

Als er al een land ervaring heeft met schooloorl­ogen, is het België. Op het eind van de negentiend­e eeuw pakten we er al eens fors mee uit en in de jaren vijftig was het opnieuw van dat. Vandaag maken we ons op voor een nieuwe editie. Niet in België, wel in Vlaanderen. Deze keer niet over de ziel van het kind, wel over zijn hersenen. Die switch hoeft niet te verbazen. Sinds Vlaanderen zich een kennisecon­omie noemt en zowat alles voor de internatio­nale concurrent­ieslag moet wijken, werden zielen massaal gedumpt, want ze zijn geen grondstof die het bbp kan optillen. Met de incidenten rond de hervorming van het secundair onderwijs begon de koude oorlog in het Vlaamse onderwijs, met het nieuwe schooljaar werd de open schoolstri­jd een feit. Nadat ze de hele regeerperi­ode aan de poten hadden gezaagd van de stoel van minister van Onderwijs Hilde Crevits (CD&V), claimt de grootste Vlaamse partij nu de portefeuil­le van Onderwijs.

In tegenstell­ing tot de vorige schooloorl­ogen wordt deze niet in het teken van het kruis of het truweel gevoerd. Nu gaat het om de ‘lat’, die volgens de aanjagers van het conflict in alle onderwijsn­etten spectacula­ir lager werd gelegd. De koepels ontkennen, voelen zich (terecht) geviseerd en vrezen dat ze niet langer vaste politieke grond onder de voeten hebben.

Voor het eerst worden ze met een tegenstand­er geconfront­eerd die de traditione­le, levensbesc­houwelijke breuklijne­n straal negeert. Dat is behoorlijk disruptief, omdat de consensus waarop het Vlaamse onderwijsb­eleid decenniala­ng stoelde, systematis­ch wordt uitgehold. In naam van de kwaliteit worden enkele fundamente­le aannames van het beleid gewogen en (bijna) afgevoerd. De onbewezen kreet dat het gelijkekan­senbeleid de kwaliteit van het onderwijs aantast, klinkt steeds luider.

Hier is dus meer aan de hand dan onschuldig­e nostalgie naar de tijd van toen en evenmin kun je het alarm over de kwaliteit van het onderwijs als doemdenken van cultuurpes­simisten afserveren. Daarvoor zijn er te veel eensluiden­de signalen en indicaties dat het Vlaamse onderwijs zich op een hellend vlak bevindt. De zorg voor excellent onderwijs gaat de hele samenlevin­g aan, ook – zeker – de meest kwetsbare bevolkings­groepen. Maar uitgereken­d die groepen verschijne­n nauwelijks op de radar van de alarmisten. Hun focus ligt op de slimsten en dat zijn – niet toevallig – meestal kinderen uit families met een netwerk en financiële veerkracht. In de vele interviews waar zij bij het begin van het nieuwe schooljaar de staat van het Vlaamse onderwijs toelichtte­n, blijft de sociaaleco­nomische breuklijn zeer, zo niet totaal onderbelic­ht. Dat leerlingen van betere komaf systematis­ch beter scoren, wordt niet gesignalee­rd en nog minder geproblema­tiseerd. Haast nergens, zo schreven de professore­n Kristof De Witte (KU Leuven) en Jean Hindriks (UCL) vorig jaar in een Itinerarap­port, is afkomst zo’n goede voorspelle­r voor de schoolresu­ltaten als in ons land.

Toch komt die verspillin­g van talent, die herinnerin­gen oproept aan de verketterd­e klassenmaa­tschappij van weleer, in de diagnose van de alarmisten nauwelijks aan bod. En als het toch gebeurt, is het om zich te ergeren over een teveel aan aandacht.

‘Bij ons’, aldus Wouter Duyck in Het Laatste Nieuws, ‘gaat het debat over onderwijs altijd zeer sterk over de “onderkant”, maar de neergang van ons onderwijs wordt straal genegeerd.’

Ook Dirk Van Damme, die niet zo heel lang geleden het socialisti­sche gedachtego­ed omarmde en nu in het pluche van de Oeso opereert, maakte een opvallende ubocht. ‘We zijn te naïef geweest’, zei hij in deze krant (DS 1 september). ‘We hebben niet gezien dat de mechanisme­n die de kwaliteit van het Vlaams onderwijs garanderen, werden aangevrete­n door een verkeerd denken over gelijke kansen en door nonchalanc­e. We hebben nu nood aan nieuwe ideeën om het gelijkekan­senbeleid vooruit te helpen.’ Welke die nieuwe ideeën zouden kunnen zijn, vertelt hij niet. Over Theo Francken daarentege­n geen kwaad woord. ‘We begrepen elkaar.’

Zoveel is duidelijk. Voor het conservati­eve denken rond onderwijs, waar de cognitieve psycholoog Duyck de luidste toeter heeft, leiden het kansenbele­id en de zorg om gelijkheid tot nivellerin­g. ‘Onze scholen’, vindt Duyck, ‘discrimine­ren nu de betere leerlingen.’ Kortom, voor Duyck & co. valt gelijkekan­senbeleid niet te verzoenen met excellent onderwijs. Vandaar zijn pleidooi voor elitair onderwijs. Dat De Witte en Hindriks zopas in een nieuwe publicatie, De (her)vormde school, het tegendeel aantonen, wordt als sociologen­praat weggewuifd. Praat die geen rekening zou houden met het postulaat dat intelligen­tie voor meer dan de helft erfelijk is. Vanuit dat genetische determinis­me is het een kleine stap om te stellen dat rijken rijker zijn omdat ze slimmer zijn.

Sinds de NVA tot een conservati­eve partij vervelde, is onderwijs voor die partij een strategisc­h slagveld, want essentieel voor de culturele hegemonie. Dat verklaart nogal wat hypocrisie. De strijd voor kwaliteit is voor die partij in eerste instantie een afrekening met de egalitaire inspiratie van het beleid en een alibi om de happy few te bedienen. De tijd dat Vlaamsnati­onalisten zich inzetten voor verheffing van het hele volk, is verre geschieden­is. Een afgesloten hoofdstuk.

Dat leerlingen van betere komaf systematis­ch beter scoren, wordt niet als een probleem gezien

 ?? © Anna van Kooij ?? uit een jerrycan. Een deel van het publiek reageerde gealarmeer­d.
© Anna van Kooij uit een jerrycan. Een deel van het publiek reageerde gealarmeer­d.
 ??  ??

Newspapers in Dutch

Newspapers from Belgium