Danseressen keren zich tegen Jan Fabre
Twintig (ex)werknemers beschuldigen choreograaf en theatermaker Jan Fabre van seksisme, machtsmisbruik en grensoverschrijdend gedrag.
BRUSSEL I In een open brief die vandaag verschijnt op de site van het cultuurblad Rekto/verso, doen twintig (ex)werknemers een boekje open over de wantoestanden bij Jan Fabres gezelschap Troubleyn. Acht onder hen ondertekenen de brief in eigen naam, twaalf doen dat anoniem. Het gaat vooral om danseressen die elkaar deze zomer online vonden. Volgens hen vertoont het gedrag van de choreograaf en theatermaker duidelijke patronen doorheen de tijd. De brief lijst verhalen op die zouden hebben plaatsgevonden van eind jaren negentig tot dit voorjaar.
Vernederingen zouden dagelijkse kost zijn bij Troubleyn, waarbij vrouwen vooral het mikpunt zijn van pijnlijke, vaak botte seksistische kritiek. Daarnaast spreken de (ex)werknemers ook over ongewenste seksuele intimiteiten. Na de repetities zou Fabre veelal jonge danseressen vragen voor semigeheime fotoshoots bij hem thuis. Volgens de vrouwen probeert hij hen vervolgens ook seksueel te benaderen. Aan de shoots deelnemen, schrijven ze, werd door Fabre voorgesteld als een toegang tot solo’s of andere jobs in de toekomst. Wie niet inging op zijn avances, werd naar eigen zeggen het slachtoffer van stalking en agressie.
‘Velen van ons moesten na hun vertrek bij het gezelschap psychologische hulp zoeken en hebben hun ervaringen beschreven als traumatische littekens’, luidt het. De brief, die mee wordt ondertekend door de vakbond ACOD Cultuur en het Instituut voor de gelijkheid van vrouwen en mannen, zien ze niet als een persoonlijke afrekening, maar als ‘een poging om een einde te maken aan een zwijgcultuur’.
In een reactie ontkent Troubleyn dat er seksueel grensoverschrijdend gedrag plaatsvindt en dat er situaties toegedekt worden. ‘We betreuren deze aanval via de media, aangezien er op deze manier een oneerlijk publiek proces wordt gevoerd. Jan Fabre wordt aan de schandpaal genageld, zonder enige vorm van verdediging op basis van anonieme getuigenissen en moeilijk te controleren beweringen.’
Fabre zet al heel zijn theatercarrière in op het artistiek aftasten van de grenzen en het tonen van echte pijn, écht zweet en échte uitputting op de scène. ‘Wat wel kan voor de ene acteur of danser, kan niet voor de andere’, stelt Troubleyn. ‘Er is echter wel een duidelijke grens: alles moet gebeuren met wederzijdse toestemming en respect. Deze basisfilosofie passen we al veertig jaar toe.’
Minister van Cultuur Sven Gatz (Open VLD) werd dinsdag op de hoogte gebracht van de brief. ‘Het is een goede zaak dat dit gebeurt. Om problemen te verhelpen, moeten ze eerst bespreekbaar worden’,
‘Velen van ons hadden psychologische hulp nodig en hebben hun ervaringen als traumatische littekens beschreven’
zegt hij. ‘Ik wacht de conclusies van mijn administratie af om eventueel verdere stappen te ondernemen.’ In juni maakte Gatz nog de studie van de UGent bekend waaruit bleek dat een op de vier vrouwen uit de cultuur en mediasector het voorbije jaar ongewenste fysieke of seksuele intimiteiten ervaarde.
Van denigrerende opmerkingen tot dubieuze fotoshoots: de #MeToo verhalen van twintig (ex)werknemers van Jan Fabre laten weinig aan de verbeelding over. ‘Hij noemt ons krijgers van de schoonheid, maar uiteindelijk voel je je vooral een geslagen hond.’
BRUSSEL I Vooral jonge en onervaren danseressen zouden het moeten ontgelden bij Troubleyn, het theatergezelschap van Jan Fabre. Dat blijkt uit de brief van twintig (ex)werknemers op de site van het cultuurblad Rekto/ verso. Zo werpt Fabre hen geregeld denigrerende opmerkingen toe. Die kunnen seksistisch zijn (zoals ‘Je bent mooi, maar je hebt geen verstand, zoals een kip zonder kop’) of racistisch (zoals wanneer hij tegen een nietEuropese stagiaire zegt dat ‘als ze niet beter gaat spelen, hij haar zal terugsturen naar haar land’).
Dat het perceptieverschil tussen Fabres ‘plagerige’ opmerkingen en de ervaringen van de danseressen groot is, blijkt uit een voorbeeld in de brief. In een interview met de VRT, op de dag dat minister van Cultuur Sven Gatz (Open VLD) bekendmaakte dat de helft van de vrouwen uit de cultuur en mediasector het afgelopen jaar grensoverschrijdend gedrag ondervond, gaf Fabre zelf toe hoe hij eens naar een danseres riep dat hij haar te dik vond. Maar de performers die erbij waren, vonden die situatie allesbehalve onschuldig. Volgens hen was het een ‘lang en pijnlijk spel van vernedering, waarin Fabre insinueerde dat ze wel zwanger moest zijn. Die pesterijen gingen door tot zij in tranen uitbarstte.’ Of zoals een performer het samenvat: ‘Hij noemt ons “krijgers van de schoonheid”, maar uiteindelijk voel je je vooral een geslagen hond.’
Verborgen valuta
Het blijft niet bij verbale vernederingen alleen. Acht danseressen getuigen over een ‘semigeheim fotografieproject’ dat Fabre al jaren zou uitbouwen naast zijn gezelschap. Daarvoor nodigt hij geregeld uitverkoren danseressen bij hem thuis uit, waar hij ze ook seksueel probeert te benaderen. ‘Ik was al minstens een jaar bij het ge zelschap betrokken, toen Fabre mij vroeg voor een nevenproject, waarover ik tegen niemand iets mocht vertellen’, getuigt een danseres. ‘Het heette “werk”, maar voelde heel ongemakkelijk. Ik kreeg alcohol en daarna drugs aangeboden om me vrijer te voelen – het blijft de enige keer in mijn leven dat ik drugs genomen heb – en dat leidde er uiteindelijk toe dat Fabre mij vroeg om meer.’
Volgens de danseressen golden dit fotoproject en de ‘seksruil’ als ‘verborgen valuta’ binnen de compagnie. Eraan deelnemen werd door Fabre voorgesteld als een toegang tot solo’s of andere jobs in de toekomst. Als danseressen niet ingingen op zijn avances, werden ze naar eigen zeggen slachtoffer van stalking, agressie en manipulatie. Een danseres die weigerde om nog meer sexy fotoshoots te doen, zou een kleinere rol gekregen hebben in het stuk dat ze op dat moment repeteerden. Ze werd ook bedreigd: ‘Eén keer volgde ik zijn instructies niet snel genoeg op en kwam hij roepend de scène op, met zijn vuist in de lucht, alsof hij me zou slaan. Hij zei: “Mocht de première er niet aankomen, had ik je van mijn podium gehaald.”’
Geheime band
Fabre zelf maakt geen geheim van het bestaan van die fotoshoots. Verschillende foto’s publiceerde hij al onder het alter ego Janek Ammeneczyck in zijn vroegere kunsttijdschrift Janus.
‘Ik kreeg alcohol en drugs aangeboden om me vrijer te voelen. Dat leidde er uiteindelijk toe dat Fabre mij vroeg om meer’
Een danseres die deelnam aan een fotosessie
‘Wij kunnen niet langer stilzwijgend toekijken hoe steeds meer collega’s ontslag nemen, terwijl de redenen achter hun beslissing verdraaid en verduisterd worden’
De danseressen in de brief
De problemen bij Troubleyn zouden zich al twintig jaar voordoen, maar duren nog steeds voort, ook na de hele #MeToostorm en de anonieme verhalen over grensoverschrijdend gedrag in de dans, die onthuld werden door Engagement, een actiegroep van danseressen. Volgens de brief zijn in de voorbije twee jaar al drie danseressen opgestapt bij Fabre na herhaalde seksistische beledigingen en ongewenste seksuele intimiteiten. Nadat een danseres als eerste haar #MeTooervaring had aangekaart binnen het gezelschap, stapten nog eens drie andere danseressen op uit solidariteit, omdat ze de mistoestanden niet langer passief wilden ondergaan.
Fabres claim dat de artistieke vrijheid belangrijk is en dat het aftasten van de grenzen nu eenmaal zijn werkmethode is, vinden de danseressen naast de kwestie. ‘Als Fabre zegt dat de “geheime band” tussen regisseur en performer beschadigd wordt wanneer het bewustzijn over seksisme en ongewenst seksueel gedrag groeit, willen wij er hem graag aan herinneren dat precies zijn onvermogen om een open en respectvolle werkomgeving te creëren de ware be dreiging vormt voor elke artistieke verhouding die bouwt op een diep begrip van vertrouwen.’
Zwijgcultuur
Dat de mistoestanden zo lang verborgen bleven, ligt volgens de danseressen precies aan het gebrek aan openheid en vertrouwen. ‘Troubleyn is geen plek waar je een open gesprek hebt.’ Pogingen om binnen de compagnie te praten over #MeToo draaiden op niets uit. Ofwel werd de discussie vermeden, ofwel kregen de dansers te horen dat ze vrij waren om te vertrekken, als de situatie hen niet zinde.
Omdat de meeste feiten juridisch niet strafbaar zijn en sommige zelfs verjaard, vonden de danseressen geen oplossing in een rechtszaak. In hun brief, die mee ondertekend werd door de vakbond ACOD en waarbij het Instituut voor de gelijkheid van vrouwen en mannen als contactpersoon optreedt, roepen ze de cultuurwereld op om de zwijgcultuur te doorbreken en vragen ze de overheid om in actie te komen. Sven Gatz heeft het departement Cultuur, Jeugd en Media alvast gevraagd om na te gaan wat er precies gebeurd is bij Troubleyn.
Concrete eisen formuleren de danseressen niet. Met hun brief willen ze vooral verhinderen dat het grensoverschrijdende gedrag bij Troubleyn zich herhaalt en de toekomstige danseressen waarschuwen. ‘Wij kunnen niet langer stilzwijgend toekijken hoe steeds meer collega’s ontslag nemen, terwijl Troubleyn de redenen achter hun beslissing verdraait en verduistert.’