‘Laten we het verleden niet vergeten’
In Duitsland wijzen velen op het bruine verleden van het land. Het einde van de Weimarrepubliek toont hoe fragiel democratie kan zijn.
BRUSSEL I ‘Chemnitz is een keerpunt’, schreef Der Spiegel vorige week. De betogingen die extreemrechtse hooligans op 26 en 27 augustus in de OostDuitse stad hadden georganiseerd om hun woede te uiten nadat een Syriër en een Irakees een Cubaanse Duitser hadden neergestoken, hebben velen aan het denken gezet.
De beelden van argeloze vreemdelingen die werden aangevallen door een woedende menigte brachten herinneringen aan de naziknokploegen naar boven. De aanval op het Joodse koosjere restaurant Schalom en de kreten ‘Judenschwein, verdwijn uit Duitsland’, klonken als een echo uit de jaren dertig. En de oproep van een lokale politicus van Alternative für Deutschland (AfD) om het recht zelf in handen te nemen, toonde dezelfde zelfzekerheid als die van het tuig dat tijdens de Weimarrepubliek de straten innam.
Prille democratie
Het is opvallend hoeveel Duitsers dezer dagen verwijzen naar die Weimarrepubliek, de prille democratie na de Eerste Wereldoorlog die niet bestand bleek tegen de straatagitatie van de nazi’s.
Vorige vrijdag verwees bondspresident FrankWalter Steinmeier naar die woelige periode in de Duitse geschiedenis, toen hij in een toespraak de mensen hekelde die het ‘systeem’ in vraag stellen. ‘Zij moeten eraan worden herinnerd wat de gevolgen waren van de minachting voor de democratie in ons land’, zei hij. ‘Een land met onze geschiedenis mag dat nooit vergeten.’
Ook het gerenommeerde Duitse blad Der Spiegel zag in Chemnitz sporen van het Duitse bruine verleden. Het riep zijn lezers op uit hun comfortabele cocon vanachter de zijlijn te komen en zich te engageren in de strijd tegen extreemrechts. ‘In de Weimarrepubliek was het ook de lethargische meerderheid die de straten en het politieke discours aan de lawaaimakers en de radicalen overliet. En toen werd die meerderheid plots een minderheid.’ Verderop citeert het artikel de Duitse auteur Erich Kästner, die zei dat de komst van het nazisme tot 1928 had kunnen worden ver meden, omdat de uitbarstingen van geweld eerder de uitzondering dan de regel waren, toen toch nog. Der Spiegel vraagt oplettendheid, omdat de geschiedenis van Duitsland aantoont dat democratie nooit voorgoed verworven is.
Open vizier
Duitsland is een van de weinige landen die met open vizier naar hun donkere verleden kijken. De Russen zwijgen over de goelags, de Spanjaarden fluisteren over de dictatuur van Franco. De Duitse overheid doet er alles aan opdat de mensen de verschrikkelijke daden die hun grootouders tijdens het naziregime hebben begaan, niet zouden minimaliseren. Kennis over de Holocaust behoort tot het leerplan en in Berlijn herinnert een enorm monument aan de concentratiekampen.
Duitsland noemt zich nog maar sinds kort een ‘immigratieland’ en voor veel Duitsers, zeker die in het oosten van het land, is het wennen aan de aanwezigheid van mensen uit een ander land met een andere cultuur. Door de opstoten van vreemdelingenhaat en het succes van een partij die de oorlog aan de islam heeft verkondigd, is de link met de turbulente jaren dertig snel gemaakt. ‘Maar we hebben nog altijd geen centraal geleide militie, zoals de SA (Sturmabteilung, red.) met haar honderdduizenden leden in de jaren dertig’, vertelt historicus Michael Wildt van de Berlijnse Humboldt Universiteit in een podcast van Die Zeit. Maar tegelijk wijst hij erop dat die nazistische stormtroepen enkele jaren tevoren ook de straat optrokken om Joden en communisten af te ranselen. Wildt vindt het terecht dat politici van vandaag zich zorgen maken als blijkt dat extreemrechtse groepen zeer snel een woedende flashmob kunnen organiseren via de sociale media.
In tegenstelling tot in de jaren dertig zijn de ordediensten vandaag wél in staat om het geweld in te dijken. Zolang zij een van de pilaren van onze rechtsstaat vormen, is de angst voor een herhaling van de geschiedenis overdreven.
‘Een partij die zich
niet distantieert van geweld dat tegen de demo
cratie is gericht, is geen demo
cratische partij’ MICHAEL WILDT
Historicus
Wildt heeft wel bedenkingen bij de rol die de partij AfD speelt. ‘Ze is weliswaar geen NSDAP (de partij van Hitler, red.), maar ze is duidelijk niet bereid afstand te nemen van het racistische geweld. Neen, ze bagatelliseert en verontschuldigt het’, vindt hij. ‘Een partij die zich niet distantieert van geweld dat tegen de democratie is gericht, is geen democratische partij. Dat is de lakmoesproef die we uit de Weimarrepubliek hebben overgehouden.’