Campagne voeren €609,50
U hebt een mening, u woont graag in uw gemeente en dus hebt u zich kandidaat gesteld voor de gemeenteraadsverkiezingen. Op de stem van uw lief, (schoon)ouders en jeugdvrienden kan u al rekenen, nu de andere inwoners nog. Maar wat kost dat eigenlijk, campagne voeren?
De wet
Voor u enthousiast ballonnen met uw afbeelding bestelt: in de sperperiode – vier maanden voorafgaand aan de verkiezingen – gelden strikte regels omtrent campagne voeren. Mag bijvoorbeeld niet: gadgets uitdelen, commerciële reclameborden gebruiken en spotjes op radio en televisie. Daarnaast beteugelt de Vlaamse regering ook de budgetten die lijsten en individuele kandidaten mogen uitgeven. Het maximumbedrag is afhankelijk van het aantal ingeschreven kiezers. Zo mogen lijsten in bijvoorbeeld Merksplas maximaal 8.106,40 euro spenderen. Een individuele kandidaat moet er zich houden aan een budget van 1.250 euro. In het grotere Aalst mogen lijsten en kandidaten respectievelijk tot 71.978 euro en 4.421,95 euro uitgeven.
Wie doet wat?
We vroegen het aan drie kandidaten: Anneleen Van Bossuyt is lijsttrekker voor de NVA in Gent, Stijn Pluym staat op de vierde plaats op de Open VLDlijst in Dendermonde en Simon Dedoncker kreeg als onafhankelijke de elfde plek op de lijst van SP.A en Groen in ErpeMere.
Voor alle drie geldt: de lokale partijafdeling regelt (en betaalt) een basispakket. Denk aan een boekje waarin de kandidaten worden voorgesteld met professionele foto’s tot visitekaartjes, autostickers en immoborden. Daarnaast is elke kandidaat vrij om zelf zijn campagne in te vullen. Hoeveel ze investeren, hangt af van hun positie op de lijst en het inwonersaantal. Dedoncker houdt het op een bescheiden 50 à 100 euro voor de verspreiding van een filmpje, Pluym investeert 1.500 à 2.000 euro, die voornamelijk gaat naar verkiezingsborden. Van Bossuyt heeft het dan weer over ‘een aanzienlijk bedrag’. De vaste recepten zijn: huisbezoeken, drukwerk en online communicatie.
Drukwerk
Een centrumstad vraagt om autostickers, een dorp waar u na twee straten alweer uit bent, niet. En een groene lijst is het aan zichzelf verplicht om duurzaam campagne te voeren. Maar wat geeft de gemiddelde kandidaat uit aan drukwerk? Flyer.be is al jaren leverancier van allerhande verkiezingsdrukwerk. Het bedrijf haalt in een verkiezingsperiode zo’n 20 procent meer omzet. ‘De bestellingen komen binnen vanaf juni’, zegt digital content curator Matthew Vandewalle. ‘Vooral klassieke producten als affiches, visitekaartjes, flyers, briefpapier en folders doen het goed, maar daarnaast zien we een groei in autostickers, borden en panelen, en beachflags.’
Volgens Flyer.be spendeert een kandidaat gemiddeld 75 à 750 euro aan drukwerk.
Digitaal
Opvallend: alle kandidaten geven aan dat het online gedeelte van hun campagne minstens even belangrijk is als het drukwerk. ‘Het worden de eerste grote Facebookverkiezingen’, voorspelde Nadja Desmet, zaakvoerster van Socialemediabureau.be en medeauteur van het boek Het Nieuwe Campagne Voeren, al in januari. ‘Omdat het meer dan ooit het kanaal is om lokale inwoners te bereiken.’ Naar aanleiding van het boek kreeg ze zoveel praktische vragen, dat ze een vijfdelige videolessenreeks lanceerde, speciaal voor lokale politici. Hierin legt ze uit hoe je adverteert op sociale media of een filmpje voor Facebook maakt met je smartphone. De digitale cursus (197 euro) werd ruim 300 keer besteld.
Ook het digitaal marketingbureau DexVille zag een markt en werkte een speciaal aanbod uit voor lokale lijsten: van een website op maat (2.000 à 4.000 euro) tot het opzetten van een mooie, persoonlijke video van een kandidaat (4.000 euro). ‘We kregen veel reactie, maar uiteindelijk gaan de meeste kandidaten om budgettaire redenen liever zelf aan de slag.’
Besluit
Een lijsttrekker in een grote stad besteedt al snel enkele duizenden euro’s, terwijl een kleinere kandidaat in een dorp een plekje in de gemeenteraad kan bemachtigen met een pak flyers en huisbezoeken. Reken op een gemiddelde persoonlijke kostprijs van 609,50 euro. Zonder garanties op een zetel.
De redactie gaat bij deze kostenberekening uit van een aantal hypotheses. Het gepubliceerde totaalbedrag is dus een raming.