EEN WOORD, EEN MAN, EEN AFFAIRE, TWEE KINDEREN
Aanstaande dinsdag, de derde dinsdag van september, vindt in Den Haag naar jaarlijkse gewoonte een van de meest Nederlandse der Nederlandse rituelen plaats: Prinsjesdag. Dan rijden de koning en koningin in een glazen koets (hun favoriete gouden rijtuig staat gedurende vier lange jaren op stal voor een groot onderhoud) door de Hofstad. De koning spreekt in de Ridderzaal ten aanzien van de verzamelde leden van de regering, Kamer en Senaat, de troonrede uit, waarbij hij alleen de gekroonde buikpop is van premier Mark Rutte. Iets later wordt de rijksbegroting voor volgend jaar voorgesteld en kan met de zogenaamde algemene beschouwing het politieke werkjaar op gang worden getrapt. Dinsdag zet Nederland een punt achter de politieke zomer.
Het doet dat met enige opluchting. Want de echte zomer mag, ook hier, een van de mooiste in jaren zijn geweest, de politieke zomer was een lange pijnlijke lijdensweg voor het kabinetRutte III, een coalitie van vier partijen met een meerderheid van welgeteld één zetel in de Tweede Kamer. Voor dat kabinet werd de zomer gekleurd door een woord, een man, een affaire en twee kinderen.
Eerst het woord: dividendbelasting. Niet zo veel mensen weten waarover het precies gaat (de roerende voorheffing op dividenden voor buitenlandse investeerders), maar zelfs voor cabaretiers is het intussen een running gag geworden. Het kabinetRutte III heeft voorgesteld om die dividendbelasting af te schaffen, wat de schatkist pakweg 2 miljard euro zou kosten. Alleen blijkt geen van de drie andere coalitiepartners (D66, ChristenUnie, CDA) dat voorstel te steunen. En betwijfelen zo goed als alle experts dat de maatregel het beoogde effect (grote bedrijven in Nederland houden) heeft. ‘In toenemende mate is het beeld ontstaan dat het afschaffen ervan een eenmansproject is van Rutte’, schreef collega Philip de Witt Wijnen vrijdag in NRC. ‘Dividendbelasting’ zou weleens het woord kunnen zijn dat boven aan de politieke grafsteen van premier Mark Rutte staat.
Dan de man: Stef Blok. Niet zomaar iemand. Partijgenoot en vertrouweling van Mark Rutte. Toen die andere vertrouweling en partijgenoot van Rutte, Halbe Zijlstra, in het voorjaar al na vier maanden plaats moest ruimen als minister van Buitenlandse Zaken (de man had gelogen over een ontmoeting met Poetin), vond Rutte Blok bereid om diens plaats in te nemen. Een degelijke, veilige keuze, vonden waarnemers.
Tot Blok, midden juli, voor een besloten gezelschap van medewerkers van internationale organisaties even zijn visie op de samenleving uiteenzette. Hij raakte Suriname (‘failed state’), OostEuropa (‘gekleurde mensen hebben daar geen leven’), de multiculturele samenleving (‘een vreedzaam samenlevingsverband, ik ken hem niet’) en het integratiemodel (‘het zit diep in onze genen dat we een overzichtelijke groep willen hebben en dat we niet in staat zijn een binding aan te gaan met ons onbekende mensen’). O ja, tussendoor noemde Blok België een ‘onleefbaar land’. De minister moest de rest van de zomer gebruiken om zijn uitspraken weg te poetsen en wentelde zich in excuses en verontschuldigingen. Even zag het ernaar uit dat Rutte alweer op zoek mocht naar een andere minister van Buitenlandse Zaken.
Daarvoor werd de naam gefluisterd van Han ten Broeke, het meest ervaren Kamerlid van de VVDfractie. Alleen komen we zo bij de affaire terecht: deze man moest enkele weken geleden ontslag nemen uit de Tweede Kamer vanwege een ‘ongelijkwaardige’ relatie met een jonge fractiemedewerkster. Alweer een liberaal die moest opstappen in een integriteitskwestie, het is ‘fnuikend voor het beeld’ van de partij, stelde ook VVDfractievoorzitter Klaas Dijkhoff tandenknarsend vast.
En tot slot de twee kinderen. De Armeense Lili (12) en Howick (13) waren de beroemdste kinderen van de afgelopen zomer in Nederland. Zij vochten, met brede steun van de publieke opinie, na een procedure van meer dan tien jaar, hun mogelijke uitzetting naar hun land van herkomst aan. De zaak verdeelde Rutte III tot op het bot. Met name de ChristenUnie en D66 pleiten al langer voor een breder kinderpardon. De VVD en het CDA zijn voor een strengere lijn. Afgelopen weekend, enkele uren voor de twee op een vliegtuig zouden worden gezet, maakte de VVDstaatssecretaris van zijn ‘discretionaire’ bevoegdheid gebruik om het laatste vonnis naast zich neer te leggen. Ze blijven.
Het was een straaltje hoop in deze politiek zo grimmige zomer. Twee stralende kinderen die in perfect Nederlands op televisie vertelden: ‘Na tien jaar met stress, onzekerheid, verdriet en boosheid te leven, weten we nu dat alles gaat veranderen.’
‘Dividendbelasting’ zou weleens het woord kunnen zijn dat op de politieke grafsteen van Rutte staat