‘De traagste journalist van België’
Jeroen Janssen krijgt de Bronzen Adhemar, de Vlaamse Cultuurprijs voor strips, voor zijn hele oeuvre. Goed voor 10.000 euro, een trofee en een expo. Een portret.
Jeroen Janssen is een atypische winnaar van de Bronzen Adhemar. Gewoonlijk wordt de prijs toegekend aan iets commerciëlere auteurs die in het buitenland meer bekendheid genieten, terwijl Janssen alternatieve strips en graphic novels maakt. Maar ook dat zijn eigenlijk geen adequate benamingen voor wat hij doet: hij ontwikkelde een genre op zich, waarin sociaal bewustzijn een grote rol speelt.
Zijn vroegste boeken waren nog conventionele graphic novels. Zijn debuut, Muzungu – Sluipend gif, gaat over de aanloop naar de genocide in Rwanda. Janssen begon daar in 1990 les te geven op een kunstschool.
‘Ik had toen een vriendin die in Afrika wilde gaan werken. Uiteindelijk ben ik haar gevolgd. Afrika heeft een diepe impact op mij en mijn werk gehad. Vooral de natuur en de kleuren maakten indruk, je ziet daar kleuren die wij hier niet kennen.’
Rwanda
De eerste pagina’s van Muzungu maakte Janssen in Rwanda, op het moment dat bij extremistische Hutu’s de haat tegen de Tutsi’s begon op te borrelen. In 1994 barstte de volkerenmoord in alle gruwelijkheid los en moest Janssen vluchten.
‘Die ervaring heeft me veel alerter gemaakt voor de gevaren van extreemrechts. Ik word nerveus als ik de propaganda hoor die her en der wordt verkondigd. Ik heb gezien hoe dat soort haatzaaierij de geest van mensen vergiftigt. Iedereen denkt dat het hier niet zover zal komen, maar dat dachten ze in Rwanda ook. De enige buffer die we hier nog hebben, is dat we in grotere weelde leven. Neem dat weg en het hek is van de dam.’
Na zijn debuut ging Janssen in zee met de Nederlandse stripscenarist Pieter van Oudheusden. Samen maakten ze vijf boeken. Hun laatste samenwerking was het vuistdikke De wraak van Bakamé, een boek met Afrikaanse fabels. Van Oudheusden overleed in 2013 aan een hersentumor.
Terug naar Doel
Daarna ging Janssen een heel andere toer op. Voor zijn boek Doel ging hij schetsen op locatie in het met de ondergang bedreigde polderdorp. Langzaam maar zeker won hij het vertrouwen van het handjevol volhouders dat er nog woont.
‘Iemand tekenen duurt veel langer dan een foto nemen, het is intiemer. Terwijl mensen voor mij poseren, komen de tongen los. Ze vertellen persoonlijke verhalen die ze anders misschien niet zouden loslaten. Karl Van den Broeck noemde me ooit “De traagste journalist van België”.’
Het relaas van de interviewees vormt een lappendeken van bitterzoete anekdotes, bewonderenswaardige strijdvaardigheid, ontroerende koppigheid en tragische berusting. Met Doel werd het ‘slow graphic journalism’ van Janssen geboren.
Er volgden een reisreportage (Guaranda) en een boek waarin hij oude vrienden en kennissen
uit Rwanda opzoekt: Abadaringi.
In zijn jongste boek speelt Doel opnieuw de hoofdrol: Er wonen nog mensen – Tekenen van leven.
‘Ik was nog niet klaar met Doel. Intussen heb ik een band opgebouwd met de mensen die daar nog wonen. Als het dorp over drie jaar nog bestaat, komt er waarschijnlijk een derde boek.’
Janssen brengt human interest. Hij graaft zich in tot hij zelf deel uitmaakt van zijn onderwerp, en hij is niet bang om van subjectiviteit beschuldigd te worden. ‘Objectiviteit bestaat niet. Op het moment dat je kiest om over iets te vertellen, neem je al een standpunt in. Dan zeg je al: “Dit is belangrijk.” Ik wil niet enkel koude feiten doorgeven. Ik wil dat mijn lezers zich kunnen vereenzelvigen met de mensen over wie ik schrijf en teken. Ik wil dat ze meeleven. Dat ze voelen wat de mensen in mijn boeken voelen.’
Op 23 november opent in cultuurhuis de Warande in Turnhout een overzichtstentoonstelling: De zoon van Kuifje. Jeroen Janssen.
De Bronzen Adhemar zal bij de vernissage officieel aan hem worden overhandigd.
Het tijdschrift Stripgids besteedt in zijn oktobernummer ruim aandacht aan het werk van Jeroen Janssen.
‘Objectiviteit bestaat niet. Op het moment dat je kiest om over iets te vertellen neem je al een standpunt in’