Een klompje bladgoud
Wij hebben altijd een dubbel gevoel gehad bij Professor T. U voelt de enerzijdsanderzijdszinnetjes al komen. Enerzijds is het virtuoos in beeld gebracht, zit het vol spitsvondigheden, kleurrijke personages en schitterende muziek, en doen de acteurs het uitste kend. Anderzijds dienen al die leuke details alleen maar om te verbergen dat de misdaadverhaaltjes die eronder zitten compleet knudde zijn. Witse met een laagje bladgoud, dat is Profes sor T. Wat ook niet helpt: de totaal onnozele premisse: de politie die voor elke moord te rade gaat bij een rare criminoloog, omdat ze zelf de zaak niet krijgt opgelost. Ga toch fietsen.
Twee seizoenen lang hebben we ons blauw geërgerd aan deze reeks. Maar aan het eind van seizoen twee veranderde er iets. De flauwe ‘moordzaakjes per aflevering’ verdwenen naar de achtergrond, in de plaats kwamen echt drama en echte suspense. En op het eind blies die gekke professor T. een corrupte flik omver met een jacht geweer en vloog hij de gevangenis in. Daar zit hij nu, bij het begin van sei zoen drie. We waren benieuwd.
En voorwaar, de eerste aflevering, die vorige zondag werd uitgezonden, behoort tot het knapste wat de Vlaamse fictie al heeft voortgebracht. Hoe de sleutelscènes van de vorige seizoensfinale, de verhoren van de politieinspecteurs door Interne Zaken, en de eerste scènes met T. in de gevangenis verweven werden, dat grensde aan het geniale. En toen moest het feest nog beginnen. De choreografie in de gevangenis, op muziek van Wagner: onvergetelijk mooi. De scènes met Viviane De Muynck als de moeder van professor T.: van een onaardse schoonheid. De bezoekjes van Ingrid Sneyers (Goele Derick) met zelf gebak ken cake aan de gevangenis: ontroerend en grappig tegelijk (‘Dat zwart vanonder kunt ge eraf snijden’). De li teraire citaten die T. uitwisselt met een erudiete medegevangene: smullen was dat. De geloofwaardige dreiging in de gevangenis, die plots omslaat in burleske humor, zoals dat in het hoofd van T. ook gebeurt: gewaagd, maar het werkt.
Ineens is Professor T. uitstekende fictie. De misdaadverhaaltjes zijn nog
De misdaadverhaaltjes zijn nog altijd vergezocht, maar ze zijn nu ondergeschikt aan de prachtige waanzin van de personages
altijd wat vergezocht, maar dat dondert niet meer: ze zijn nu ondergeschikt aan de prachtige waanzin van de personages. Daarover gesproken: iemand die een moederlijke gevangenisdirectrice (Tania Van der Sanden in goeden doen) kan verzinnen die haar vissen en kamerplanten zo vertroetelt dat ze doodgaan, die verdient een eervolle vermelding. Eervolle vermelding dus voor scenarist Paul Piedfort. Zelfs als Professor T. na deze eerste afleveringen weer inzakt, dit pakken ze hem niet meer af.
Professor T., ¨¨¨¨è