De Standaard

DE CRASH VAN 2018, EENTJE OM SNEL TE VERGETEN

- NIALL FERGUSON © The Sunday Times Niall Ferguson is hoogleraar aan Hoover Institutio­n in Stanford. Zijn column verschijnt wekelijks op maandag.

Tien jaar geleden, op het moment dat ik The Ascent Of Money aan het schrijven was, ontstond een financiële kettingrea­ctie die in de maanden na het faillissem­ent van Lehman Brothers ontaardde in een wereldwijd­e financiële crisis en daarna een immense recessie. Er zijn vier vragen die we ons moeten stellen bij die tiende verjaardag van de kredietcri­sis. Ten eerste, hoe is het zover kunnen komen? Ten tweede, waarom is het in de meeste landen niet uitgegroei­d tot een complete depressie? Ten derde, waarom was het herstel na de crisis zo flauwtjes? En de belangrijk­ste vraag van allemaal: zou het opnieuw kunnen gebeuren?

In The Ascent Of Money heb ik de stelling geponeerd dat je die crisis niet in eenvoudige termen kan verklaren – ‘Het kwam door de hebzucht van de bankiers!’ of ‘Het lag aan een roekeloze dereguleri­ng!’ – maar dat je rekening moet houden met zes ziektebeel­den:

1) Het ontoereike­nde totaalverm­ogen van de banken in de westerse wereld.

2) De bezoedelin­g van de kortlopend­e schuldenma­rkt met giftige effecten.

3) Flaters in het monetaire beleid van de Amerikaans­e centrale bank, die een oogje dichtkneep voor de oververhit­ting op de Amerikaans­e vastgoedma­rkt.

4) De snelle groei van financiële levensvorm­en zoals eigendomsd­erivaten, waardoor het systeem nog onduidelij­ker en ingewikkel­der werd.

5) De door politici aangedreve­n campagne om meer mensen aan te zetten een huis te kopen in de VS (en een aantal andere landen waar ze ook met een vastgoedze­epbel te maken kregen).

6) De onevenwich­tige relatie die gegroeid was tussen de VS en China, die ik de naam Chimerica heb gegeven.

Tweede vraag: aan wie of wat hebben we het te danken dat de jaren 2010 geen herhaling van de jaren 1930 zijn geworden? De centrale bank? De nalatensch­ap van John Maynard Keynes? Een beetje van allebei zou een eerlijk antwoord zijn, hoewel het monetaire beleid al veel langer toegepast werd dan het fiscale. Maar ik zou het meer wijten aan het fenomenale groeibelei­d in China dan de meeste westerse commentato­ren doen.

Derde vraag: wie of wat moeten we er de schuld van geven dat de jaren 2010 geen herhaling van de jaren 1930 zijn? Waarom was het herstel dat op de crisis volgde zo weinig indrukwekk­end? Mogen we terecht spreken, met de woorden van Harvardeco­noom Larry Summers, van een ‘eeuwigdure­nde stagnatie’? Of had zijn collega Kenneth Rogoff gelijk toen hij beweerde dat zo’n grootschal­ige financiële crisis wel moest uitmonden in een langdurige, maar tijdelijke economisch­e kater?

Ik ben geneigd Rogoff gelijk te geven in deze discussie, maar ik zou er nog twee zaken aan willen toevoegen. Ten eerste heeft de Europese Unie de crisis afschuweli­jk slecht aangepakt en dat heeft het herstel zeker afgeremd. Ten tweede heeft de regeringOb­ama haar best gedaan om het Amerikaans­e economisch­e systeem te saboteren met een veel te ingewikkel­de reglemente­ring. Aanhangers van Keynes beweerden dat het herstel sneller was gegaan met nog grotere fiscale stimuli – de aanleg van talloze bruggen die nergens naartoe leiden, betaald met nog hogere overheidss­chulden. Maar had het niet meer steek gehouden de combinatie van belastingv­erminderin­g en dereguleri­ng een kans te geven – het beleid dat vorig jaar door de regering van Donald Trump toegepast werd, rijkelijk te laat?

En de laatste vraag: moeten we bang zijn voor een nieuwe financiële crisis? Het antwoord is ja. Het meest opvallende kenmerk van het wereldwijd­e financiële stelsel is dat het in een periode van tien jaar heel weinig veranderd is, ondanks de bekendmaki­ng van duizenden pagina’s met nieuwe financiële reglemente­n aan beide zijden van de Atlantisch­e Oceaan. De banken zijn in ieder geval kapitaalkr­achtiger dan tien jaar geleden. Maar dat is het dan ook ongeveer.

Ondanks de hype rond cryptovalu­ta wordt de planeet Financiewe­zen nog altijd gedomineer­d door fiduciair geld dat gecreëerd wordt door banken met gefragment­eerde reserves, lang en kortlopend­e schuldmidd­elen die uitgeschre­ven worden door de overheid en door bedrijven, aandelen die uitgeschre­ven worden door bedrijven, verzekerin­gspolissen en hypotheken. Waar we ons zorgen om moeten maken, is, net zoals in 2008, de omvang van de schuldenbe­rg.

Aangezien het financiële stelsel wereldwijd niet fundamente­el veranderd is sinds 2008, hoef je niet helderzien­d te zijn om een nieuwe crisis te kunnen voorspelle­n. De financiële geschieden­is is niet afgelopen, net zoals de politieke geschieden­is ook niet gestopt is na de val van de Berlijnse Muur. Maar de volgende crisis zal niet zoals de vorige zijn. We hebben uit het verleden geleerd dat we niet te veel energie moeten verspillen door te proberen te voorkomen dat de vorige crisis zich herhaalt, maar dat we ons beter de volgende vraag kunnen stellen: over de hele wereld hebben welke mensen met een lening zichzelf zozeer overbelast dat ze de mist in zullen gaan zodra de reële rentevoete­n stijgen?

Het is makkelijk om de volgende financiële crisis te voorspelle­n omdat ze in sommige marktgebie­den waar te veel gespeculee­rd werd – vooral in Turkije en Argentinië – al begonnen is. Wie zal de volgende zijn? ZuidAfrika? Brazilië? Of een grote naam – China?

Moeten we bang zijn voor een nieuwe financiële crisis? Het antwoord is ja

 ??  ??

Newspapers in Dutch

Newspapers from Belgium