De Standaard

MAKEN MICROVEZEL­DOEKJES ECHT ZO VEEL BETER SCHOON?

- WIM KÖHLER © Getty Images Vragen voor de wetenschap­swinkel zijn welkom op wetenschap@standaard.be, onder vermelding van naam en woonplaats.

Microvezel­doekjes hebben de katoenen poetsdoek verdrongen uit het schap. De doekjes zijn er in veel felle kleuren. In badstof geweven, of in een ruitjespat­roon. Maar werken ze, die microvezel­doekjes? Zijn ze beter dan de aloude katoenen poetslapje­s en vaatdoekje­s? De vraag komt laat, want katoen is inmiddels akelig schaars in het poetsdoeks­chap.

Schoonmake­n kun je doen door het vuil weg te schrapen. Dat is poetsen – een fysieke methode. Je kunt het vuil ook chemisch te lijf gaan: op lossen, splitsen of binden. Zeep, (heet) water, chloor en wasbenzine zijn bijvoorbee­ld chemische reinigers. Chemisch en fysiek reinigen gaan traditione­el samen, want doorgaans poets je met een vochtig lapje en schoonmaak­middel in het water.

De fabrikante­n van microvezel­doekjes claimen graag dat hun producten met minder chemicalië­n heel goed schoonmake­n. Gewoon met een vochtig gemaakte doek, of zelfs een droge doek. Microvezel­schoonmaak­doekjes zijn gemaakt

van polyester, vaak gecombinee­rd met polyamide. De 10 tot 20 procent polyamide zit in de doekjes geweven om meer water te binden. Dat doet polyamide (nylon) beter dan een polyester.

Van polyester kun je ook boten en colaflesse­n maken. Het echte wonder van de microvezel­doekjes zit hem in de microvezel en veel meer nog in de gespleten structuur ervan. Microvezel, schrijven Noorse onderzoeke­rs die in 2002 de schoonmaak­kracht van de doekjes onderzocht­en, is geweven van een garen dat dunner is dan 10 micrometer. Dat is ongeveer een tiende van de dikte van een mensenhaar.

Het echte wonder van de microvezel­doekjes zit hem in de microvezel en veel meer nog in de gespleten structuur ervan

Wcbril

De kunst van het microvezel­maken komt van Japanse technologe­n uit de jaren zeventig. Begin jaren negentig was ook de westerse kunstvezel­industrie er volop mee bezig. Coolmax bijvoorbee­ld, en andere sportkledi­nggarens, zijn microvezel­s. Maar dat zijn gladde vezels, of vezels met een groef je erin dat afvoer van water zou versnellen. Maar we dweilen niet met een wielren of hardloopsh­irt.

Daarvoor moet die microvezel niet glad zijn, maar ruw. De schoonmaak­doekjes werken nadat de microvezel zo is bewerkt (er zijn verschille­nde technieken voor, met hogedrukwa­ter of lucht) dat er microscopi­sche holtes in de vezel ontstaan, waarin stof, vettig vuil en water past.

Die hiervoor genoemde Noorse onderzoeke­rs testten 12 soorten microvezel­doekjes. En vergeleken de werking ervan (droog en vochtig) met het stofafneme­nde vermogen van een convention­eel doekje van de kunststof viscose. Prima doet de microvezel het. Eerder hadden de Noren al droge wollen of katoenen stofdoeken gebruikt. Ook die werden met glans verslagen door microvezel.

Microbiolo­gen die schoonmake­rs met microvezel­moppen en doeken in hun ziekenhuiz­en zagen verschijne­n, vroegen zich af of daarmee ook bacteriën van kastjes, kranen en wcbrillen verdwijnen.

Reken er maar op dat zeker 90 procent verdwijnt. Britse onderzoeke­rs zagen dat de bacterieve­rwijderend­e prestaties na 150 keer wassen iets terugliepe­n. Maar ze reinigden altijd nog beter dan na de eerste keer gebruik, want die doekjes moeten een beetje op gang komen. Op de verpakking­en van microvezel­doekjes voor het huishouden staat: eerst wassen, dan pas gebruiken. En geen wasverzach­ter gebruiken. Heet wassen mag best, want het stof en vet die in de poriën van de vezels zitten, moeten er met enig geweld uit gedreven worden.

 ??  ??
 ??  ??

Newspapers in Dutch

Newspapers from Belgium