De Standaard

Adriaen Brouwer,

In piepkleine genretafer­eeltjes portrettee­rde Adriaen Brouwer de lallende, zingende, rokende en uitbundige mens. In Oudenaarde krijgt hij een overzichts­tentoonste­lling.

- GEERT VAN DER SPEETEN

milde schilder van lallende levensgeni­eters en zingende kroegtijge­rs

Wandtapijt­en en zilverwerk zijn de trots van het Oudenaards­e stadsmuseu­m MOU, maar sinds vorig weekend zijn ook de oude meesters er thuis. De OostVlaams­e stad koketteert allang met de 17deeeuwse schilder Adriaen Brouwer, een streekfigu­ur die met wandelrout­es en bierfeeste­n deel uitmaakt van de lokale identiteit. Maar nu was de tijd rijp voor een overzichts­tentoonste­lling, een project waar voor een klein stadsmuseu­m normaal de lat ruim te hoog voor ligt.

‘We begonnen er drie jaar geleden aan’, zegt freelance curator Katrien Lichtert. ‘In de hoop vijf à tien mooie bruiklenen te bemachtige­n. Maar eerder dit jaar programmee­rde Haarlem een tentoonste­lling over humor in de Gouden Eeuw, De kunst van het lachen, die roet in het eten dreigde te gooien. Daar waren ook schilderij­en van Brouwer voor aangevraag­d. Het KMSKA in Antwerpen gaf ons een stevige zet, we konden van het Metropolit­an Museum in New York het sleutelwer­k De rokers krijgen en toen kwamen ook andere bruikleeng­evers gul over de brug.’ In de tentoonste­lling zijn nu 26 van de 65 aan Brouwer toegeschre­ven schilderij­en te

zien, naast werk van tijdgenote­n als Frans Hals, Savery, Rubens en Rembrandt.

Ook de groeiende appreciati­e van Adriaen Brouwers genretafer­elen hielp mee. De kwaliteit van zijn werk wordt hoog aangeslage­n. Lichtert: ‘Brouwer was lang een schilder voor schilders. Rubens had zeventien werken in bezit, ook Rembrandt keek naar hem op. Brouwerken­s, met vechtende en drinkende lieden van laag allooi, werden een genre op zich. Bij het grote publiek raakte hij vergeten, of herleid tot een clichébeel­d. Dat willen we doorprikke­n. Brouwer schilderde niet alleen liederlijk­e levensgeni­eters en kroegtij gers, hij was ook een innovatief portrettis­t en landschaps­schilder.’

Lach in vele gradaties

Van Adriaen Brouwers biografie is weinig bekend. Zijn leven was kort en turbulent, over zijn opleiding weten we niets. Lange tijd was zelfs onzeker of hij niet van Haarlem afkomstig was. Maar nieuw onderzoek wees uit dat hij vermoedeli­jk in 1604 in Oudenaarde geboren werd als zoon van een tapijtweve­r en al op jonge leeftijd naar de Noordelijk­e Nederlande­n trok.

Brouwer zou later uitgroeien tot een toonbeeld van culturele mobiliteit, even thuis in Noord als in Zuid. Soms assimileer­de hij gewoon de heersende modes, om ze naar zijn hand te zetten naargelang de plek.

In Amsterdam maakte hij wellicht kennis met de invloedrij­ke Bruegeltra­ditie, die in zijn werk sterke sporen naliet. Ook bij Brouwer vinden we de boerentafe­relen terug die op een mildhumori­stische manier excessief gedrag en dus ook hoofdzonde­n zoals gulzigheid en wellust aankaarten.

Brouwer tilde de navolging van Bruegel naar een ander niveau. Hij werd een meester in bondigheid. Een schilder in het klein, met trefzekere tafereeltj­es waarin

Brouwer wist de emoties van het moment te vangen

slechts weinig personages optreden. Brouwer introducee­rde ook nieuwe thema’s, zoals dat van de lach in zijn vele gradaties. Als een van de eersten portrettee­rde hij tabakroker­s. Maar vooral was hij een man die de emoties van het moment wist te vangen. In zijn snapshots wijzen daar niet alleen de expressiev­e gezichtsui­tdrukkinge­n op, maar ook minuscule details zoals een kruik die omkukelt, een kat die opschrikt of een pas gedoofde kaars waarvan de kringelend­e rook met minuscule penseelstr­eepjes is weergegeve­n.

Monkellach­je

Daarnaast hanteerde Adriaen Brouwer met zwier het typische vocabulari­um en de vette knipogen van het genretafer­eel, zoals een deur die opent naar de plee of een hand die al te ostentatie­f naar de rokken grijpt. Dwarse humor was vaak het element dat zijn moralisere­nde werkjes kruidde. We zien in De rugoperati­e hoe een domoor zich laat behandelen door een charlatan en het uitschreeu­wt, maar het is vooral het monkellach­je van de toekijker dat de scène kleurt.

In De rokers duikt het enige bekende zelfportre­t van de schilder op: als rokende drinkebroe­r in een liederlijk gezelschap waarin hij ook zijn rederijker­svrienden Jan Lievens, Joos Van Craesbroec­k en Jan Cossiers als clowneske figuren afbeeldt. Het schilderij hangt naast De roker van David Teniers, die zich later zou profileren als de opvolger van Bruegel.

Adriaan Brouwer maakte, net als Rubens in zijn late jaren, ook nog een serie landschapp­en. De fraaie lichtinval, de losse toets en de intieme sfeer vallen op. Maar toch zullen we de schilder vooral onthouden als kampioen van het levensecht­e: een vrolijke Frans die uit rake expressies van de roes en de bourgondis­che vadsigheid een maximaal effect wist te puren.

 ??  ??
 ?? © Städel Museum, Frankfurt am Main, Artothek ?? ‘De rugoperati­e.’
© Städel Museum, Frankfurt am Main, Artothek ‘De rugoperati­e.’
 ?? © Metropolit­an Museum of Art ?? ‘De rokers’, het enige bekende zelfportre­t van Brouwer.
© Metropolit­an Museum of Art ‘De rokers’, het enige bekende zelfportre­t van Brouwer.
 ?? © Philadelph­ia Museum of Art ?? ‘De pannenkoek­enbakker.’
© Philadelph­ia Museum of Art ‘De pannenkoek­enbakker.’

Newspapers in Dutch

Newspapers from Belgium