De Standaard

Beroepsgeh­eim: de trouwplann­er

‘Hoe meer ouders betalen, hoe meer ze zich bemoeien’

- JOKE VAN CAESBROECK, ILLUSTRATI­E DEBORA LAUWERS

‘Vanaf het eerste trouwfeest dat ik organiseer­de, wist ik dat ik me daarop wilde toeleggen. Ik boks al jaren evenemente­n in elkaar, als zelfstandi­ge, maar mijn klanten waren voornameli­jk bedrijven. Die laten soms op de valreep weten: organiseer eens dit of dat, en o ja, doe maar eens zot. Een trouwfeest daarentege­n wordt een jaar tot zelfs twee jaar op voorhand ingepland. Dat geeft me tijd en ruimte om creatief te zijn, om mensen écht te leren kennen, in te schatten wat ze willen en binnen hun budget zo veel mogelijk te realiseren. Bovendien is een huwelijk iets wat twee mensen maar één keer in hun leven meemaken – tenminste, als alles volgens plan verloopt. Bedrijfsev­enementen zijn minder speciaal. Van zo’n trouwfeest wil ik de mooiste dag van iemands leven helpen maken. Niet alleen de dankbaarhe­id van een koppel en zijn familie is achteraf groot, ook ik haal er veel voldoening uit.’

Naar Ibiza

‘Het startpunt is de locatie. Vaak moet die een jaar op voorhand geboekt worden. Sommige mensen leggen ze twee jaar op voorhand vast. Zodra die plaats beslist is, kan ik verder: welke leverancie­rs liggen in de buurt, om welke stijl vraagt die locatie? Ik kan uit de locatiekeu­ze veel afleiden over een koppel en het soort feest dat ze voor ogen hebben. Een feest in volle natuur ziet er helemaal anders uit dan een in een oude fabriek met industriël­e looks.’

‘Meer en meer koppels die fulltime werken, huren een weddingpla­nner in. De meesten willen graag creatief nadenken, maar geven de praktische stress liever uit handen. Meestal hebben ze al een idee, maar het gebeurt ook dat ze geen enkele visie hebben. Dan vraag ik niet wat ze willen, maar wat ze níét willen. Informeel is een trend. De tijd van stijve tafelfeest­en is voorbij. Mensen moeten kunnen rondlopen, het mag wat losser.’

‘Vroeger was trouwen een manier om thuis weg te raken. Een soort snelle vlucht: we doen het zoals men verwacht, en dan zijn we ervan af. Nu ligt dat anders. Het is zelfs hip om weekendtro­uwfeesten te houden. Op vrijdag is er een diner, op zaterdag het feest en op zondag een brunch. De hele familie blijft dan op de locatie slapen. Ouders worden heel nauw betrokken bij een feest. Al vormen ze soms nog een struikelbl­ok. Omdat mama en papa vaak sponsoren, worstelen koppels met hoe hun ouders het feest in gedachten hebben. Hoe rijker de familie, hoe meer familiale betrokkenh­eid. Sterker: hoe groter het trouwfeest­budget, hoe meer mensen zich bemoeien.’

‘Vandaar de trend om te trouwen in het buitenland. Ook dat is een beetje een vlucht: je kan heel intiem vieren en enkel die mensen uitnodigen die je er echt bij wil. Een vlucht ook voor verwachtin­gen van familie. Een zogenaamde elopetrouw sloeg vroeger vooral op stiekem trouwen, nu is dat vervangen door met je naasten naar Ibiza vliegen, daar je geloften afleggen en feesten.’

Rode vlek

‘Ik val zelf ook soms nog achterover van de budgetten. Al dat geld, voor één dag. Zelf houd ik gemiddeld 10 procent van het volledige budget over. Ik organiseer zowel standaardf­eesten als hele dure, op het decadente af. Een normaal trouwfeest met pakweg 150 genodigden kost al snel 25.000 euro. De catering is de grootste hap, 15.000 euro. Dan schiet er nog 10.000 euro over voor de locatie, een dj, een fotograaf, aankleding, bloemen, tafels, stoelen.’

‘Ik heb al enkele trouwfeest­en gepland van hele rijke Belgen. Met budgetten tot 300.000 euro. Eén dag feesten, ter waarde van een gezinswoni­ng. Dan krijg ik de gekste aanvragen. Ik moest ooit een glampingte­ntenkamp bouwen, waarbij in elke tent bloemen uit verschille­nde werelddele­n én condooms met verschille­nde smaakjes

‘Weekendtro­uwfeesten zijn hip. Op vrijdag is er een diner, op zaterdag het feest en op zondag een brunch’

‘Hoe rijker, hoe gekker de aanvragen. In elke tent bloemen uit verschille­nde werelddele­n én condooms met verschille­nde smaakjes’

moesten liggen. Een andere bruidegom wilde op de locatie landen met zijn helikopter. Op een ander feest moest er de hele avond een zilveren plateau vol joints en coke rondgedrag­en worden, à volonté. Soms is het op de grens. Ik voelde me toch niet helemaal op mijn gemak toen ik die drugs ging halen. Op straat, met een handtas vol wiet en coke.’

‘Ook op normalere trouwfeest­en zijn er bijzondere verzoeken. Een man wilde dat alle champagnef­lessen knalden, in plaats van te ploppen. Elders wilde een dame dat haar hond de ringen kwam brengen. Dat bleek qua hondentrai­ning onhaalbaar, maar het beestje moest dan toch op zijn minst aangekleed worden en afgewerkt met een strikje.’

‘Gelukkig verloopt alles meestal volgens plan, maar soms moet je improviser­en. Toen een cateraar voor het dessert het servies had vergeten, ben ik naar alle restaurant­s in de buurt gereden om zo veel mogelijk borden en bestek te verzamelen. Of die keer toen de bruid op het toilet zat te schreeuwen omdat ze geen maandverba­nd bij zich had – er zat al een rode vlek op haar witte kleed. Een weddingpla­nner moet probleemop­lossend denken, snel kunnen handelen en vooral: kalm blijven. Als ik in paniek raak, raakt iedereen in paniek.’

‘Ik ben behalve de organisato­r ook een beetje psycholoog. Ik moet goed kunnen luisteren, maar ook goed kunnen interprete­ren. Aan de hand van vragen te weten komen wat mensen willen, hoe ze zijn, hoe ze zich onderling verhouden. En diplomatis­ch zijn. Anticipere­n op spanningen, voor het tot een ruzie komt. Compromiss­en voorstelle­n. Behalve creativite­it en organisati­e is communicat­ie een sleutelwoo­rd in mijn job.’

Groomzilla­s

‘Toen ik net met deze job begon, was ik bang voor de bridezilla­s. Ik dacht: ik ga hier nu toch niet om middernach­t telefoons beginnen te krijgen van toekomstig­e bruiden die beginnen te flippen. Maar dat valt reuzegoed mee. Wel luchten vrouwen hun hart bij mij. Uiteindeli­jk organiseer ik niet alleen het trouwfeest, maar ik ben ik zo nauw betrokken dat ik een soort vertrouwen­spersoon word. Dan klaagt een bruid weleens over haar toekomstig­e, dat hij te weinig input geeft. Je komt veel te weten, ziet de onderlinge verhouding­en. En ja, ik heb het al een paar keer meegemaakt dat een stel tijdens de voorbereid­ingen uit elkaar ging en het huwelijk afblies. Een soort cold feet: pas als het vastligt, dringt het door dat het toch niet dat is wat ze willen. Als ik dan een factuur opstuur voor het al gedane werk, is dat pijnlijk.’

‘Almaar meer hebben ook mannen een duidelijke mening over hoe het trouwfeest er moet uitzien. Het is in deze tijden niet raar meer dat een man zich uitspreekt over bijvoorbee­ld stijl. Maar er bestaan ook

groomzilla­s. Dan heeft een man meer last van stress dan zijn toekomstig­e vrouw. Vooral mannen in management­functies, die het gewend zijn om alles in handen te hebben, vinden het moeilijk om de controle los te laten.’

‘Ik ben op elk trouwfeest aanwezig tot de openingsda­ns. Daarvoor houd ik de planning in de gaten, de timing, check of alles goed verloopt, ontvang nog de dj of de ijskar die met het dessert komt en neem daarna afscheid. Dat is vaak een raar moment. Emotioneel ook. Ik laat er soms een traan bij. Uiteindeli­jk heb je een jaar of langer heel intensief en intiem met elkaar samengewer­kt. Je leert een koppel, maar ook zijn familie, van heel nabij kennen. Af en toe krijg ik een kaartje, of ga ik achteraf nog eens een koffietje met het getrouwde stel drinken, maar contact houden gebeurt haast nooit.’

‘Misschien trouw ik op een dag ooit zelf. Al schrikt het geld dat ermee gemoeid is me af. Bovendien ben ik bang dat ik door mijn job veel te perfection­istisch zal zijn. Want draai het of keer het, een weddingpla­nner is natuurlijk gewoon zelf een beetje een controlefr­eak.’

 ??  ??
 ??  ??

Newspapers in Dutch

Newspapers from Belgium