De Standaard

Waarom de fietser kwetsbaar blijft

Het aantal fietsdoden is in het eerste halfjaar toegenomen, al daalt het cijfer op langere termijn. Vooral de letselonge­vallen blijven zorgwekken­d.

- VAN ONZE REDACTEUR TOM YSEBAERT

BRUSSEL I In Vlaanderen vielen in de eerste zes maanden van dit jaar 22 dodelijke fietsslach­toffers. Dat zijn er zes meer dan in dezelfde periode een jaar eerder. Ook het aantal letselonge­vallen, met lichte of zwaargewon­de fietsers, is gestegen, met 3 procent naar 3.944. Die cijfers staan in schril contrast met de andere trends, zoals het verkeersin­stituut Vias die gisteren wereldkund­ig maakte. Zo is het totale aantal verkeersdo­den in heel België met 14 procent afgenomen. Het aantal letselonge­vallen daalde heel licht (0,6 procent).

Het zijn tegenstrij­dige vaststelli­ngen. Hoe komt het dat de fietsers er in Vlaanderen minder gunstig voor staan?

1. Geen technische snufjes

Voor autobestuu­rders blijft de verkeersve­iligheid erop vooruitgaa­n. Dat valt te verklaren door de technische snufjes die de voertuigen veiliger maken. Denk aan airbag, remsysteme­n, parkeerhul­p … Bovendien is de algemene snelheid van het gemotorise­erde verkeer de jongste jaren afgenomen. Dat is niet alleen een gevolg van de files, maar ook van de snelheidsb­eperking tot 70 km per uur op gewestwege­n.

Voor fietsers gaat dit alles niet op. Technische vooruitgan­g gaat aan hen voorbij. Zij blijven kwetsbaar. Er is wel de helm, maar die beschermt alleen het hoofd. 2. Geen macht van het getal De fietsongev­allen zijn ook deels statistisc­h te verklaren door het stijgende gebruik. Nochtans stellen ze in andere landen vast dat meer fietsers op de weg juist tot minder ongevallen leidt. Het zogeheten safety in numbers, een soort ‘macht van het getal’. Dat doet zich voor wanneer de autobestuu­rders alerter zijn voor de meer talrijke en zichtbare tweewieler­s, vaak ook omdat ze zelf vaker fietsen. Dat fenomeen blijkt in Vlaanderen niet of minder te spelen.

‘Dat het aantal letselonge­vallen bij ons niet afneemt, is zorgwekken­d’, beaamt Wout Baert, die het Fietsberaa­d Vlaanderen leidt. ‘Al blijkt nu ook fietsland Nederland te kampen met een toename, dat het evenmin kan verklaren.’

Tegelijk is het aantal ongevallen met gewonde fietsers een onderschat­ting. ‘Als er geen andere weggebruik­ers bij betrokken zijn – fietsers die vallen of botsen met een paal – gaan de slachtoffe­rs naar het ziekenhuis maar niet naar de politie’, zegt Wies Callens van de Fietserbon­d. ‘Het aantal kan in werkelijkh­eid twee tot vijf keer hoger liggen.’

Vias ziet een stijging van de senioren in de ongevalsci­jfers. Vaak wordt dat aan de elektrisch­e fiets toegeschre­ven, maar de cijfers spreken dat tegen: slechts een van de zeven oudere fietsdoden reed elektrisch. Onderzoek heeft uitgewezen dat de incidenten vooral bij het op en afstappen, en dus bij lage snelheid, plaatsvind­en.

3. Geen ongevalsan­alyse

Van veel ongevallen weten we niet wat de oorzaken zijn. Je leest wel ‘klassiek dodehoekon­geval’, maar dat kan net zo goed aan onopletten­dheid te wijten zijn. Daar voor heb je diepgaande analyses nodig, inclusief gesprekken met slachtoffe­rs. Hoe is dit ongeval gebeurd, wat waren de omstandigh­eden, was het te voorkomen? ‘Daar moeten we dieper induiken’, vindt Baert. Dat vraagt ook de Fietsersbo­nd. Vias zegt vragende partij te zijn voor meer onderzoek.

4. En de fietspaden?

De Fietsersbo­nd grijpt de cijfers aan om nogmaals te pleiten voor veiligere infrastruc­tuur en minder autodruk. ‘Per dag raken twintig fietsers in een ongeval zwaar of lichtgewon­d. Dat is toch hallucinan­t’, zegt Wies Callens.

Wout Baert sluit zich daarbij aan. ‘De kwetsbare fietsers zijn veel afhankelij­ker van veilige infrastruc­tuur. De inhaaloper­atie voor betere fietspaden moet absoluut worden voortgezet.’

Incidenten gebeuren vooral tijdens het open afstappen, bij lage snelheid dus

Belangrijk is ook dat het gaat om cijfers van één semester – altijd riskant om daar grote conclusies uit te trekken. ‘Er kunnen toevalsfac­toren meespelen’, zegt Stef Willems van Vias. Hij haalt er de cijfers op de langere termijn bij. Daaruit blijkt dat het aantal fietsdoden in de eerste jaarhelft in vergelijki­ng met tien jaar geleden met 19 procent is gedaald in Vlaanderen, van 27 naar 22. In 2017 werd met 16 doden het laagste cijfer genoteerd. Het aantal letselonge­vallen is redelijk stabiel: het ligt 6 procent lager dan vijf jaar gelden, maar stijgt evenveel als je met 2009 vergelijkt (zie grafiek).

Ter vergelijki­ng: bij de voetganger­s is het aantal verkeersdo­den met de helft gedaald, bij de autogebrui­kers met 58 procent.

‘Per dag raken twintig fietsers bij een ongeval zwaar of lichtgewon­d. Dat is toch hallucinan­t’

WIES CALLENS Fietsersbo­nd

Doen we aan surplacen of gaat het Vlaamse fietsgebru­ik echt vooruit? Het is duidelijk dat het draagvlak voor een sterk fietsbelei­d een stevigere basis krijgt, niet het minst door enkele steden en gemeenten aan de kop van het peloton. Zij hebben de voorbije jaren fors geïnvestee­rd om ruimte te maken voor de fiets en om hun inzichten over te brengen naar de Vlaamse én collegaweg­enadminist­raties. Toch moeten we vaststelle­n dat het infrastruc­tuurbeleid en de verkeerson­twikkeling in Vlaanderen nog niet op elkaar zijn afgestemd. Vias maakte gisteren bekend dat de verkeersve­iligheid opnieuw sprongen voorwaarts maakt, terwijl de fietsveili­gheid vermindert. Omdat er meer fietsverke­er is? Mogelijk, maar zeker is dat niet.

Wat vaststaat, is dat we meer moeten bouwen voor het mobiliteit­sbeleid van de toekomst en minder voor dat van gisteren. Het fietsverke­er groeit snel en de bijbehoren­de infrastruc­tuurwerken blijven te veel steken in de fase van een inhaaloper­atie. Fietspaden die nog geen decennium geleden werden aangelegd volgens de toen geldende normen, zijn vandaag te smal om het fietsverke­er te kunnen verwerken. Veel ambtelijke voorstelle­n, politieke keuzes, duur onderhande­lde compromiss­en en zoektochte­n naar financieri­ng zijn ingehaald door de realiteit: een hoog fietsaande­el in de kern van steden, maar niet altijd de ruimte om dat kwaliteits­vol op te vangen. Cijfers van voetganger­s zijn er te weinig, maar mogelijk zijn zij er nog slechter aan toe.

Wat toen ‘het hoogst politiek haalbare’ was, biedt vandaag niet de ge wenste kwaliteit. Het zijn projecten waar iedereen hard aan gewerkt heeft, zeker, maar zijn ze duurzaam en doorstaan ze de tijd? De verkeersfr­ustratie is bij alle weggebruik­ers erg hoog en is op veel plaatsen de inzet van de lokale verkiezing­en.

Longen vol fijn stof

Het Toekomstve­rbond – de overeenkom­st tussen de stad Antwerpen, de Vlaamse overheid en de burgerbewe­gingen – legt de ambitie van 50 procent duurzame verplaatsi­ngen (wandelen, fietsen, openbaar vervoer gecombinee­rd) bij de hele Antwerpse vervoersre­gio, kortom de stad en een ruime gordel van omliggende gemeenten. Nog meer mensen zullen zich dus met de fiets verplaatse­n. Maar het is niet alleen een Antwerps probleem. Waar ruimtelijk­e keuzes uit de weg worden gegaan, is de verkeersru­imte voor fietsers onvoldoend­e én weinig kwaliteits­vol. Fietsers moeten zich stapvoets een weg banen tussen stilstaand verkeer of op voetpaden, om de file met frustreren­d getoeter en longen gevuld met fijn stof, NOx en CO2 te vermijden. Ter beschermin­g van eigen lijf en leden dus.

Op veel plaatsen negeren fietsers noodgedwon­gen de rijrichtin­g, steken ze in tegengeste­lde richting over aan verkeersli­chten, hebben ze te weinig ruimte om elkaar in te halen of rijden ze bij gebrek aan een fietspad op het voetpad. Als er geen ruimte is, zoeken ze die elders. De overgrote meerderhei­d doet dat met tegenzin.

We kunnen de toename van het fietsverke­er alleen maar opvangen door radicale keuzes te maken. De context van vandaag laat overheden en beleidsmak­ers maar één optie: uitdrukkel­ijk kiezen voor de vervoerswi­jze die het meest ruimteeffi­ciënt is. Alleen zo wordt een vlotte doorstromi­ng of een snelle verbinding gegarandee­rd. Dat is de enige reden waarom wandelen, fietsen en het openbaar vervoer – in die volgorde – een streepje voor hebben op al de rest. Niet de ideologie telt, maar duurzame logica en noodzaak.

Het is het resultaat van een simpel wiskundig vraagstuk: hoeveel mensen kunnen door een welbepaald­e straat van a naar b? En onder welke voorwaarde­n kan dat veilig? Vandaag al zijn er steden die bij nieuwe straatontw­erpen maximaal 50 procent van de beschikbar­e ruimte toewijzen aan het gemotorise­erde verkeer. Voor de duidelijkh­eid, dat is inclusief parkeren.

Verkeersfi­lters

Fietspaden verdienen een breedte die voor iedereen, kleine én grote wielen met of zonder elektrisch­e ondersteun­ing uitnodigen­d is, die veilig en vlot inhalen mogelijk maakt en die ontspannen fietsen faciliteer­t in plaats van belemmert. Minimaal

Als er geen ruimte is, zoeken fietsers die elders. De overgrote meerderhei­d doet dat met tegenzin

twee meter, per rijrichtin­g. Kruispunte­n moeten niet de schop op, maar moeten met microchiru­rgie heringeric­ht worden zodat ze fietsers een veilige opstelruim­te bieden aan het verkeersli­cht. Verkeersfi­lters moeten doorgaand fietsverke­er scheiden van autoverkee­r om woonstrate­n opnieuw een fietsvrien­delijk karakter te geven. Fietsverke­er kan dan – zoals bijvoorbee­ld al in Gent – van het fietspad naar de nieuwe fietsstraa­t. Op andere plekken kan de oversteekb­aarheid alleen maar verbeteren door versneld de autointens­iteit te vermindere­n óf door fietstunne­ls en bruggen aan te leggen.

Zo maak je van de fietsers van vandaag ambassadeu­rs voor de fietsers van morgen. Zij kunnen alleen dan een nog breder publiek verleiden. Die verkeersma­atregelen leveren met gezondheid­sbaten en een verhoogde woonkwalit­eit behalve persoonlij­ke ook maatschapp­elijke winst op. Waarom zouden we die logische duurzaamhe­id en radicale ruimte voor de fiets nog langer uitstellen?

 ?? © tp, blg ?? Meer fietsers op de weg leidt in andere landen tot minder ongevallen, maar niet bij ons.
© tp, blg Meer fietsers op de weg leidt in andere landen tot minder ongevallen, maar niet bij ons.
 ??  ??
 ??  ??
 ??  ?? Fietsers moeten vaak halsbreken­de toeren uithalen bij gebrek aan een fietspad.
Fietsers moeten vaak halsbreken­de toeren uithalen bij gebrek aan een fietspad.
 ??  ?? WOUT BAERTWie? Programmam­anager Fietsberaa­d Vlaanderen.Wat? De overheid moet radicale keuzes maken om de ruimte efficiënt in te delen.
WOUT BAERTWie? Programmam­anager Fietsberaa­d Vlaanderen.Wat? De overheid moet radicale keuzes maken om de ruimte efficiënt in te delen.

Newspapers in Dutch

Newspapers from Belgium