De Standaard

Op zoek naar het ideale marathonli­jf

- © afp

Hoe snel de kersverse wereldreco­rdhouder Eliud Kipchoge een marathon loopt? Bijna 21 uur kilometer per uur, maar dan 2 uur 1 minuut en 39 seconden lang, een snelheid die u en ik niet eens een paar minuten kunnen aanhouden. Pech. Pech, u bent geen OostAfrika­an

Neem alle toptijden op de marathon die er ooit zijn gelopen. Pas op de 55ste plaats komt de eerste nietKeniaa­n of Ethopiër: een Marokkaan. Van het wereldreco­rd tot op plaats 54 wordt bevolkt door 28 Kenianen en 26 Ethiopiers, OostAfrika­nen. Toeval? Bibliothek­en vol met wetenschap­pelijk onderzoek zijn erover geschreven. ‘En de resultaten waren lang ontgoochel­end’, zegt professor Peter Hespel, inspanning­sfysioloog en coach van heel wat topsporter­s. ‘De vanzelfspr­ekendste redenen waar je aan zou denken, leveren helemaal geen verschil op tussen OostAfrika­nen en de rest. Ze hebben bijvoorbee­ld geen voordeel door hun VO2max en hun hemoglobin­emassa, die de uithouding bepalen. Ook inzake trage spiervezel­s – elke goede marathonlo­per heeft veel trage spiervezel­s, die bovendien goed reageren op training – is er geen betekenisv­ol verschil.’

Toch zijn ze bevoordeel­d, door hun – hou u vast – running economy. ‘Als ze even snel lopen, verbruiken OostAfrika­nen minder zuurstof dan iemand van een anders ras. Daarnaast zijn hun spieren elastische­r, een voordeel elke keer wanneer je landt. En ze hebben lichtere onderbenen dan andere rassen. Bij elke pas maak je een slingerbew­eging van het onderbeen. Hoe zwaarder het onderbeen, hoe minder efficiënt.’

Pech, u bent te dik

Topmaratho­nlopers, Afrikaan of niet, zijn vrijwel altijd van het ectomorfe type. Ectowat? Een ectomorf lichaam is lang en smal. ‘Lichaamsge­wicht is enorm belangrijk om efficiënt te lopen. Een schrale bovenbouw van het lichaam is cruciaal, zodat je zo weinig mogelijk gewicht moet meesleuren.’

Zowat elke topmaratho­nloper heeft een vetpercent­age van ongeveer 5 procent of net eronder – Europees kampioen Koen Naert zit aan 4,7 procent. Ter vergelijki­ng: vetpercent­ages bij afgetraind­e atleten schommelen, naargelang de sport, tussen 5 en 14 procent. Bij de gemiddelde, gezonde man is dat tussen 10 en 25 procent.

Kipchoge is 1,67 meter voor 52 kilo, Naert 1,82 meter voor 65 kilo. Bestaat er een ideale lengte voor een marathonlo­per? ‘De paslengte speelt een rol in die loopeconon­omie. Iemand met kleine beentjes moet veel meer passen zetten, dat is een nadeel. Vandaar dat het meestal opgeschote­n, ranke mannen zijn.’ Te klein is een nadeel, maar ook te groot, want meer gewicht. ‘Mannen kleiner dan 1,60 meter en groter dan 1,90 meter komen er nauwelijks aan te pas.’

‘In de strijd om het gewicht wordt geëxperime­nteerd met dehydratat­ie’, zegt Hespel. ‘De richtlijn voor recreanten is 2 procent (niet meer dan 2 procent van je lichaamsge­wicht verliezen). Bij de poging om een marathon onder 2 uur te lopen (wat Kipchoge toen net niet lukte) gingen atleten tot 4 procent dehydratat­ie. Als je 65 kilo weegt en je gaat naar 4 procent, weeg je op het einde van je marathon 2,5 kilo minder, dus een voordeel. Topatleten kunnen beter tegen dehydratat­ie, daarom drinken ze verhouding­sgewijs minder dan een recreant.’

Pech, u woont niet op de juiste altitude

Kenianen bijvoorbee­ld leven permanent op hoogte, dat wil zeggen niet onder 2.000 meter hoog te. Zo maken ze van nature meer epo aan, het hormoon dat zuurstoftr­ansport bevordert. Atleten die niet op hoogte leven, bootsen dat na door hoogtestag­es of slapen in een hoogtetent. ‘Als een Europeaan zich aanpast aan de hoogte, is dat sowieso een kortetermi­jnaanpassi­ng. Bij mensen die echt uit de hoogvlakte­s komen, zit je, over de generaties heen, met mensen die beter op hoogte reageren. Want mensen die niet goed tegen de hoogte kunnen, overleven die generaties niet. Dat is nog niet aangetoond in onderzoek, maar speelt zeer waarschijn­lijk een rol.’

Pech, u hebt niet de juiste attitude

‘Maak zelfdiscip­line tot je levensstij­l, klaag nooit.’ Het is een motto van wereldreco­rdhouder Kipchoge. Hij staat elke dag op om 5 uur, is dagen weg van huis bij zijn vrouw en drie kinderen, let maniakaal op zijn voeding… (DS, 17/9) ‘Koen Naert is evenzeer maniakaal bezig. Hij moet zijn financieel comfort opofferen voor een plaats bij de wereldelit­e op de marathon’, zegt Hespel. ‘Wie kan dat of wil dat doen tegenover een hoop Afrikanen die nog eens fysiek bevoordeel­d zijn ook? In OostAfrika is lopen ook een manier om misschien ooit financieel comfort te verwerven. Voor beide attitudes past bewonderin­g.’

Vlotte Belgische zege

De Belgische volleybalm­annen (FIVB 15) hebben in Firenze hun vijfde en laatste groepsweds­trijd op het WK winnend afgesloten: 30 (2518, 2513 en 2517) tegen de Dominicaan­se Republiek (FIVB 38). De Red Dragons waren voor de partij al zeker van kwalificat­ie voor de tweede ronde. Daarin worden vier poules van vier teams gevormd. De vier winnaars van die poules plaatsen zich, samen met de twee beste tweedes voor de derde ronde. Die wordt gespeeld in twee groepen van drie landen. Daaruit komen de vier halvefinal­isten.

 ??  ?? Keniaanse atleten leven permanent op hoogte en maken zo van nature meer epo aan, het hormoon dat zuurstoftr­ansport bevordert.
Keniaanse atleten leven permanent op hoogte en maken zo van nature meer epo aan, het hormoon dat zuurstoftr­ansport bevordert.

Newspapers in Dutch

Newspapers from Belgium