Vergeten verkiezingen in Antwerpen
> Antwerpenaar kiest geen twee, maar drie keer > Districtsburgemeester mag niet veel beslissen > Stad en district moeten beter samenwerken
ANTWERPEN I Stabiel kunnen de districtsbesturen niet worden genoemd. In Antwerpen en Hoboken is de meerderheid al een tijdje zoek. In Deurne moest Groen drie jaar geleden depanneren. Voor een stuk kwam dat door te krappe meerderheden. Maar met sommige mandatarissen valt geen land te bezeilen. Districtspolitiek rijmt bijwijlen op dorpspolitiek.
Bevoegd schepen Koen Kennis (NVA) nuanceert. ‘Plaatselijk zijn er wat problemen geweest, maar algemeen is zijn beeld positief. Het gaat om zowat 260 mandatarissen – dat is voor alle partijen niet altijd eenvoudig. Niet iedereen toont zich even actief. Maar het beeld van de districten en hun mandatarissen is de laatste jaren sterk verbeterd.’
Op 14 oktober kiezen de Antwerpenaren drie keer: voor de provincie, voor de stad en voor het district. Dit jaar bestaat de rechtstreekse vertegenwoordiging in de districten 18 jaar. Naar aanleiding van deze meerderjarigheid voerde het stadsbestuur een beperkte hervorming door. Acht districtsburgemeesters van NV-Asignatuur toonden zich tevreden met het werk van Kennis. Alleen Borgerhout, met een links bestuur, pruttelde tegen.
Daar verzeilde de NVA in de oppositie. In de feiten houdt de burgemeester niet echt van een decentralisatie met diverse meerderheden: hij wil de touwtjes in handen houden. Patrick Janssens (SP.A) huldigde exact dezelfde filosofie.
War on drugs
Borgerhouts districtsburgemeester Stephanie Van Houtven (SP.A) klaagt daarom aan dat ze slechts een keer per jaar formeel met de burgemeester van gedachten kan wisselen. De andere burgemeesters hebben informeel een voetje voor. De woelige relatie tussen de stad en Borgerhout haalde meer dan eens het nationale nieuws.
De decentralisatie moest de burger dichter bij zijn bestuurders brengen. De fusie met de omliggende gemeenten (1983) raakte aanvankelijk niet verteerd. De gedachte groeide dat een decentralisatie de opgang van Vlaams Belang kon stoppen. In de districtshuizen konden de burgers al voor hun dagelijkse dienstverlening te recht (burgerlijke stand). Maar met rechtstreeks gekozenen en een pak eigen bevoegdheden kon er ook echt beleid worden gevoerd.
In de praktijk valt dat soms tegen. Zo gaat de Borgerhoutse NVAafdeling naar de kiezer met de war on drugs als belangrijkste speerpunt. Dat blijft merkwaardig omdat de districten absoluut geen bevoegdheden hebben op het vlak van veiligheid, een prerogatief van de burgemeester. De districten hebben in de eerste plaats persoonsbevoegdheden: lokaal sport, jeugd, cultuur en seniorenbeleid. Daarbovenop komt het openbaar domein – parken en woonstraten.
Financiering
Het nieuwe bestuur koesterde beperkte hervormingsplannen. De conclusie van een voorafgaand onderzoek (Universiteit Tilburg) las als een open deur. Ze beoordeelde de districten als een ‘goede en werkbare manier van decentralisatie’. Toch was er ruimte voor verbetering, in de eerste plaats moest er beter worden samengewerkt. De districten beschouwen de stad als arrogant, de stad beschouwt de districten als tegendraads.
Het blijft een moeilijk evenwicht. Bepaalde beslissingen van de stad hebben soms verregaande gevolgen in de districten. Zelfs bij lokale NVAmandatarissen valt soms een zekere ergernis waar te nemen. Het is ook David tegen Goliath: steevast wint de machtigste partner. Kennis startte ooit zijn politieke carrière in het district Borgerhout. ‘Vroeger bestond er een stoepenplan. De districten kregen geld, maar moesten wel de plannen van de stad uitvoeren. Dat hebben we afgeschaft.’
De districten beschouwen de stad als arrogant, de stad beschouwt de districten als tegendraads
‘De districten zijn nu volledig bevoegd. Jeugdbewegingen zullen in de toekomst wellicht meer geld krijgen’
KOEN KENNIS Schepen van Financiën
De hervorming lijnt de bevoegdheden scherper af. Toch kwam er kritiek. Districten met bijvoorbeeld heel wat jeugdbewegingen of veel straatfeesten krijgen relatief minder geld. Kennis weerlegt dat. ’De districten zijn nu volledig bevoegd. Jeugdbewegingen zullen in de toekomst wellicht meer geld krijgen. De afstand tussen de verenigingen en hun bestuurders verkleint.’
De financiële verdeelsleutel (de districten krijgen 2 procent van het stadsbudget, 5 procent van het investeringsbudget) werd niet aangepast. Kennis: ‘Het gros van het budget gaat naar wegen en parken. Het aantal kilometer wegen en de oppervlakte aan groen vormen daarom de belangrijkste parameters, weliswaar gecorrigeerd met de bevolkingsdichtheid.’