Een aartsleugenaar in Crazytown
‘Democracy dies in darkness’, is de tagline van The Washington Post sinds de verkiezing van Donald Trump. Het had ook de ondertitel kunnen zijn van Angst, het verbluffende en verontrustende nieuwe boek van Bob Woodward.
Bob Woodward en Carl Bernstein stonden destijds lang alleen met hun onderzoek naar de vuile spelletjes van Richard Nixon. Dat had één voordeel. Toen Woodward beschreef hoe Nixon zijn hallucinante laatste maanden in het Witte Huis doorbracht, stomdronken pratend tegen de schilderijen, sloeg dat nog in als een bom.
45 jaar later liggen de kaarten anders. Vanaf de eerste dagen van Donald Trumps presidentschap regent het indiscreties over het bizarre reilen en zeilen in het Witte Huis. De kwaliteitsmedia berichtten geregeld over ministers die hun baas een idioot hebben genoemd, en over open conflicten tussen diverse adviseurs van Trump. Al snel waren er geruchtmakende boeken van Michael Wolff en Omorosa Manigault Newman.
Niet evident dus voor Woodward (75) om nog de bakens te verzetten, zoals de dubbele Pulitzerprijswinnaar al zo vaak heeft gedaan. Toch is Woodward met verve in die opdracht geslaagd. Angst is een journalistieke tour de force die verbluft, afgrijzen en wanhoop opwekt maar ook soms op de lachspieren werkt. Politieke satire is dood: de werkelijkheid heeft alle verzinsels overtroffen.
Als je Bob Woodward heet, krijg je onwaarschijnlijk veel informatie uit de eerste hand. Trumps Witte Huis is een duiventil, waar voortdurend topmedewerkers worden ontslagen of uit walging opstappen. Woodward heeft honderden uren interviews met hen. Hij gelooft niemand zomaar, maar komt door het vergelijken van de versies heel dicht bij wat er echt gebeurd is. Hij durft het zelfs aan om hele conversaties en ruzies tussen protagonisten in dit House of Cards letterlijk weer te geven. Alsof je erbij zit. En het lijkt steevast accuraat en authentiek, niet aangedikt of gespeculeerd.
Wolff had de reputatie al te gretigde sappigste versies te geloven en Newman heeft als ontslagen medewerkster van Trump redenen tot rancune. Maar Woodward is gewoon een meticuleuze topjournalist, die er geen genoegen in schept de president van de VS af te schilderen als een paranoïde ramp, maar het zich nu eenmaal aan de waarheid verplicht voelt. En daarmee ook hét politieke boek van het jaar schreef.
Lachen
De wereld kan dagelijks de strapatsen van Donald Trump volgen. Maar waarom zelfs zijn naaste medewerkers hem ‘een imbeciel’ (exminister van Buitenlandse Zaken Rex Tillerson), ‘een idioot, we leven hier in Crazytown’ (stafchef John Kelly) of ‘iemand met het denkvermogen van een elfjarige’ (minister van Defensie Jim Mattis) hebben genoemd, blijkt uit deze blik achter de schermen. Trump is volslagen onwetend, doet monden openvallen van verbazing als hij aan zijn adviseurs voorstelt ‘gewoon geld bij te drukken’. Zijn obsessie is dat internationale handel slecht is voor de VS en telkens als zijn adviseurs hem uit het hoofd kunnen praten dat een handelstekort een ‘nederlaag’ is, is dat maar voor heel even. De obsessie komt steeds terug.
De scènes waarin Kelly, Mattis, Tillerson en anderen proberen Trump iets meer benul van geopolitiek bij te brengen, werken op de lachspieren. Trump is niet in staat zich langer dan een minuut of tien op een onderwerp te concentreren en gaat er prat op nooit rapporten te lezen. Al improviserend is hij immers op zijn best, vindt hij van zichzelf.
De intellectuele beperkingen zijn slechts een deel van het probleem. Trump is gemeen, schept er genoegen in zijn medewerkers te kleineren. Hij is narcistisch en lichtgeraakt, een huilerige schooljongen die jammert dat iedereen tegen hem is. Hij is vooral ontzettend koppig en overtuigd van zijn gelijk. Als zijn economische topadviseur Gary Cohn uitlegt dat de VS een diensteneconomie zijn geworden, dat het geen zin heeft in een verleden van mijnen en fabrieken te denken, vraagt hij aan Trump waarom die zo mordicus vasthoudt aan achterhaalde ideeën. ‘Omdat ik zo al dertig jaar denk’, antwoordt Trump. ‘Het is nutteloos om die idioot te proberen overtuigen van om het even wat’, zegt stafchef Kelly in een vergadering.
Ziekelijk
Erger nog is dat Trump een pathologische leugenaar is. Volgens kranten die dat bijhouden, kraamt hij in het openbaar 16 onwaarheden per dag uit. Wie Woodwards boek leest, kan alleen besluiten dat het een ziekte is. Zelfs als Trump nabestaanden opbelt van gesneuvelde militairen, houdt hij zich niet aan de korte informatie in de rapporten, maar zuigt hij details uit zijn duim over waarom de overledene zo gewaardeerd was. Het liegen is compulsief.
Angst is niet alleen een portret van de man in het Witte Huis, maar ook van de ‘volwassenen in de kamer’: de adviseurs die voortdurend trachten de president de grootste zottigheden uit het hoofd te praten. Soms werken ze samen, vaak ook tegen elkaar. De naijver is groot. Een memorabele scène is die waarin Steve Bannon (een slimme intrigant met fascistoïde ideeen) en Trumps dochter Ivanka (veel meer ‘liberal’ dan haar vader) elkaar uitschelden voor rotte vis in de gangen van de West Wing. Voormalig stafchef Reince Priebus: ‘Zet een slang en een rat en een valk en een konijn en een haai en een zeehond samen in een dierentuin zonder muren, en er gaat bloed vloeien.’
Ondanks alle paleisintriges hebben gematigde krachten als Gary Cohn en Jim Mattis de burgers van de VS en de hele wereld vele keren gevrijwaard van nog grotere ongelukken. Het gaat bijvoorbeeld om kleine ingrepen in Trumps agenda, waardoor hij bepaalde shows op Fox News mist. De zes tot acht uur per dag dat de president tv kijkt, vooral naar de rechtse haatzender, leiden immers tot zijn meest onzalige ingevingen. Maar het gaat ook
Hoe ziek is een democratie waarin waanzinnige beslissingen van een president alleen maar afgeblokt kunnen worden door onverkozen adviseurs met gezond verstand?
Humor is nooit ver weg met een president die zweert bij het twitteren omdat hij ‘de Ernest Hemingway van de 140 tekens’ is
om regelrechte insubordinatie, zoals Mattis die Trumps bevel om de Syrische dictator Assad te vermoorden, negeert.
Het spectaculairste voorbeeld is de diefstal van documenten die ter ondertekening klaarliggen op Trumps bureau, zoals Gary Cohn en Witte Huissecretaris Rob Porter meermaals deden. Omdat de chaotische Trump de uitvoering van zijn orders nooit goed opvolgt, merkte hij dat niet eens. Het ging onder meer om de opzegging van het handelsakkoord met ZuidKorea: een onzalig voornemen, omdat het de hele regio van het Verre Oosten geopolitiek dreigde te destabiliseren (en volgens Mattis zelfs tot een Derde Wereldoorlog kon leiden). Prima gedaan? Ja, maar ook: hoe ziek is een democratie waarin waanzinnige beslissingen van een president alleen maar afgeblokt kunnen worden door onverkozen adviseurs met gezond verstand?
Die vragen zijn zo fundamenteel, dat Angst zeker ook een boek voor Europese lezers is. Sommige hoofdstukken vragen heel wat voorkennis van de Amerikaanse politiek, maar vaak is dit boek ook zeer verhelderend en leerrijk over internationale onderwerpen zoals de geopolitieke toestand in het Verre Oosten of de oorlog in Afghanistan, of de zin en onzin van economisch protectionisme.
Woodwards heldere taal en zijn voorkeur voor reconstructies van dialogen, maken dat zijn boek leest als een trein, enhumor is ook nooit ver weg met een president die zweert bij het twitteren omdat hij ‘de Ernest Hemingway van de 140 tekens’ is. Af en toe even kunnen lachen is ook nodig, om te voorkomen dat je depressief wordt van wat je leest.
Gevangenisplunje
Het laatste hoofdstuk biedt een sprankel hoop. Er is een doorbraak in het onderzoek van Robert Mueller naar de banden met Rusland. Trump is als de dood voor een afzettingsprocedure en toch zelfs dan koppig en vol van zichzelf.
John Dowd, zijn advocaat, smeekt Trump om in geen geval ooit in te stemmen met een ondervraging door Mueller. Ze hebbenal eens een rollenspel geprobeerd en dat liep faliekant af met een woedende Trump die allerlei dingen uitkraamde waarmee hij zichzelf beschuldigde. ‘President, doe het niet’, zegt Dowd. ‘U bent niet goed in getuigen. U gaat dingen zeggen waardoor ze u van meineed kunnen beschuldigen. Als u het doet, gaat u in zo’n oranje gevangenisplunje eindigen.’ Waarop Trump: ‘Neenee, ik zal een heel goede getuige zijn. Wat moet mijn achterban wel denken, als ik dat uit de weg ga?’ Dowd neemt ontslag, hij kan het niet aanzien dat Trump zijn ondergang tegemoet gaat. Wat hij niet zei tegen Trump, maar duidelijk wel dacht, was: uw probleem is dat u zo’n aartsleugenaar bent, en dat kan uw ondergang worden.