WETTEN GELDEN TOT ZE ZIJN VERANDERD
Je hebt geen buitenmaats inlevingsvermogen nodig om begrip te hebben voor de nabestaanden en collega’s van Kitty Van Nieuwenhuysen. De jonge agente werd in december 2007 doodgeschoten bij een brutale overval. Een van de daders heeft na tien jaar een derde van zijn gevangenisstraf uitgezeten en mag de cel ruilen voor een elektronische enkelband. De familie en de politievakbonden spreken van een kaakslag. Nochtans verloopt alles volgens de regels. En die regels zijn er gekomen onder druk van de publieke opinie.
Net zoals in het migratiedebat blijkt in deze discussie dat je complexe maatschappelijke kwesties wel kunt verplaatsen, maar dat je ze daarmee nog niet hebt opgelost. In de nasleep van de zaakDutroux kwamen er strafuitvoeringsrechtbanken. Die moesten het beleid rond vervroegde invrijheidsstelling objectiveren en weghalen bij de politiek. Destijds had de minister van Justitie, Melchior Wathelet, immers de veelpleger Marc Dutroux vrijgelaten, waarna die zijn zwaarste misdaden beging.
Dat was een logisch antwoord op een legitieme verzuchting: het kan niet dat een zware misdadiger vroeger dan normaal vrijkomt omdat er bijvoorbeeld overbevolking is in de gevangenissen. Nu blijkt dat er een keerzijde is: de strafuitvoeringsrechtbank staat niet, zoals een minister, onder het permanente toezicht van de publieke opinie. Ze hoeft haar beslissingen niet te motiveren of te verantwoorden. Daardoor lijkt justitie opnieuw een gesloten doos, waarin wereldvreemde lieden onbegrijpelijke beslissingen nemen. We zijn geen stap verder.
En dus caprioleert de bal weer tot bij de politiek. De politiebonden dreigen al met acties omdat ze een minachting van hun beroep en hun inzet zien. Maar sinds 2013 werd de strafuitvoeringswet al twee keer verstrengd. In gevallen zoals dit zou een dader voortaan niet meer zo snel in aanmerking komen voor elektronisch toezicht. Deze zaak dateert echter van vroeger en voor de verstrenging geldt geen terugwerkende kracht. Zo werken de regels in een rechtsstaat.
Dit debat toont aan hoe essentieel het is de boodschap te herhalen dat er in een democratie wetten zijn. Ze bestaan tot ze door een meerderheid worden veranderd. Ze kunnen versoepeld of verstrengd worden, voor zover dat volgens de afgesproken regels gebeurt. Door rechters, die binnen de bandbreedte van die wetten hun werk doen, afwisselend te beschrijven als te laks of te activistisch, wordt de legitimiteit van de rechtsstaat ondermijnd. Dat is een te mijden pad, zowel voor politiebonden als voor politici.
Je kunt complexe kwesties wel verplaatsen maar daarmee heb je ze nog niet opgelost