Dilbeek, waar iedereen thuis is
‘Elio, jongen, de buurman vroeg mij net of je bij de socialisten op de lijst stond.’
‘Ze zeggen elke week iets anders, maar ik heb mij nog nooit aan een partij verbonden.’
De jonge communicatiespecialist Elio De Bolle heeft een lastige week achter de rug. Als voorzitter van de jeugdraad van de VlaamsBrabantse gemeente Dilbeek maakte hij de resultaten van een enquête publiek. Daaruit bleek dat de Dilbeekse jongeren een fuifzaal willen – wat níét tot controverse leidde – en dat de helft van hen niet houdt van de beroemde slogan ‘Dilbeek, waar Vlamingen thuis zijn’, die al sinds 1978 in grote letters op diverse plaatsen in de gemeente te zien is. Dat leidde wél tot verontwaardiging en misverstanden.
Zelfs De Bolles grootvader, Frans Daneels, was geïrriteerd toen hij een krantentitel over die slogan las. ‘Ze hadden dat van die slogan er niet uit mogen lichten’, zegt hij. ‘Dat hebben we zelf gedaan, omdat niemand ons rapport had gelezen als de titel was: “Dilbeekse jongeren willen fuifzaal”’, reageert De Bolle.
Daneels vertelt zijn kleinzoon hoe hij in de jaren zestig in een Brussels warenhuis vernederd werd omdat hij weigerde Frans te praten. ‘Als we willen voorkomen dat zoiets ook in Dilbeek gebeurt, moeten we voor het Nederlandstalige karakter van Dilbeek opkomen. Ik vind dat een positieve slogan. Alleen in Brussel vinden ze dat negatief.’
De Bolle antwoordt dat hij het ook vervelend vindt wanneer hij in Dilbeek in het Frans wordt bediend. ‘Dat zoiets nog gebeurt, bewijst dat die slogan het niet kan voorkomen. Ik ben trouwens niet tegen die slogan. Alleen hebben we via een enquête vastgesteld dat de helft van de jongeren vindt dat hij negatief klinkt. Dan lijkt het mij toch belangrijk om het daar eens over te hebben.’ ‘Wat is daar negatief aan?’ ‘Iemand die in Dilbeek woont, maar zich geen Vlaming noemt, kan denken dat hij zich hier niet thuis mag voelen.’
‘Iedereen mag zich hier thuis voelen, maar ze moeten toch Nederlands spreken?’
Daneels geeft toe dat het hem ook niet per se om die slogan gaat: ‘Ik zou er geen aanstoot aan nemen als ze die morgen stilletjes overal zouden weghalen.’ ‘Dus zijn we het eigenlijk eens.’ ‘Ja, maar ik vind het niet slim om er ophef over te maken. De mensen spreken mij erop aan. Ge gaat met uw kop tegen een muur lopen, manneke.’