Iran eist opheldering van EU-landen na aanslag op parade
Na de zware aanslag tijdens een militaire parade, zaterdag in de stad Ahvaz, beschuldigt het Iraanse regime Nederland, GrootBrittannië en Denemarken ervan onderdak te bieden aan de daders.
De Iraanse Revolutionaire Garde zwoer zondag om ‘dodelijke en onvergetelijke’ wraak te nemen voor de aanslag op een militaire parade, waarbij er een dag eerder 29 doden vielen. Bij de slachtoffers waren ook twaalf leden van de Revolutionaire Garde, het Iraanse elitekorps.
De aanslag in Ahvaz, in het zuidwesten van Iran, was een van de meest ernstige sinds jaren, en een flinke dreun tegen het veiligheidsapparaat van de islamitische republiek, op een moment van oplopende spanning met de Verenigde Staten.
Vier schutters openden zaterdag het vuur op de militaire parade, een van de herdenkingen van de oorlog die Iran in de jaren tachtig met Irak uitvocht. Soldaten zochten dekking terwijl de kogels hen om de oren vlogen, vrouwen en kinderen vluchtten voor hun leven.
Een Iraanse oppositiegroepering met een separatistische agenda eiste de aanslag op. Maar de terreurgroep Islamitische Staat deed precies hetzelfde, en verstrekte evenmin het bewijs voor de aanslag. De vier aanslagplegers werden allemaal uitgeschakeld. De Iraanse autoriteiten reageerden furieus en het regende snel verwijten. President Hassan Rohani beschuldigde de VS en Vier mannen, gekleed in militair uniform, zouden het vuur geopend hebben op
zijn bondgenoten in de Golf, en dreigde met vergelding. En hoewel hooggeplaatste commandanten van de Revolutionaire Garde eveneens de zwartepiet stuurden naar rivaliserende Golfstaten en naar Israël, gesteund door de VS, is het onwaarschijnlijk dat Iran een van deze partijen ook rechtstreeks zal aanvallen.
Nikki Haley, de Amerikaanse ambassadeur bij de Verenigde Naties, was dan ook niet onder de indruk. ‘Rohani kan ons beschuldigen zoveel hij wil. Hij moet eens goed in de spiegel kijken’, zei Haley, die alludeerde op sociaal protest in Iran. In New York zei Trumps persoonlijke advocaat Rudy Giuliani zaterdag tegen Iraanse opposanten dat de VS hun pogingen om de Iraanse regering omver te werpen, toejuicht. Maar de regeringTrump stipte aan dat de VS in Iran geen ‘regime change’ nastreeft, en minister van Buitenlandse Zaken Mike Pompeo zei dit weekend zelfs dat Trump bereid zou zijn om deze week met Rohani te spreken, in de marge van de Algemene Vergadering van de VN.
Veeg uit de pan voor EUlanden
Opmerkelijk was de Iraanse beschuldiging aan het adres van Nederland, GrootBrittannië en Denemarken. Die kregen zaterdag het verwijt op hun grondgebied een schuilplaats te bieden aan separatisten uit Ahvaz, die Teheran van de aanslag verdenkt. Om die reden konden de ambassadeurs van Nederland en Denemarken en een Britse diplomaat het dit weekend gaan uitleggen.
Irandeskundige Jafari Peyman schreef op Twitter dat een Iraanse separatische organisatie in Nederland is gevestigd, wat verklaart waarom de Nederlandse ambassadeur in Teheran op het matje werd geroepen. Het Nederlandse ministerie van Buitenlandse Zaken in Den Haag meldde dat er contact was geweest met Iran, dat Nederland ‘de Iraanse lezing heeft aangehoord en condoleances voor de aanslag heeft overgebracht’.
De Nederlandse tak van de Iraanse verzetsgroep Arab Struggle Movement for the Liberation of AlAhwaz (ASMLA) – met leden uit de Arabische minderheid in het zuidwesten van Iran – ontkende gisteren de opeising van de aanslag. De groepering die het bloedbad wél heeft opgeëist, is volgens ASMLA een gewelddadige factie die er al drie jaar geleden uit is gegooid.
De aanslag was een flinke dreun tegen het veiligheidsapparaat van het Iraanse regime, op een moment van oplopende spanning met de VS